donderdag 31 juli 2008

Christus de 'Geest' van de Kerk - II Clemens

II Clemens wordt ten onrechte vaak de Tweede Brief van Clemens (van Rome) genoemd, maar het is niet van Clemens, en het is geen brief maar een preek. Hieronymus en Eusebius noemen de brief, maar uiten hun twijfels aan de vraag of Clement de auteur was. In de vroeg oudheid was het geschrift bekend, maar tijdens de middeleeuwen raakte het zoek. In 1875 publiceerde Philotheos Byrennios de brief, samen met de brief van Barnabas en de Didache, nadat hij die in een Grieks klooster had ontdekt.

Interessant is deze preek, omdat hij dateert uit 100-140 na Christus. Nadruk in de preek ligt op een christelijke levensstijl. Interesssant detail is dat Clement citeert uit het zgn. Evangelie van de Egyptenaren. Dit suggereert een heel vroege datum voor deze preek. Een paar interessante uitspraken van II Clement zijn:

Broeders, we behoren over Jezus Christus precies te denken zoals we dat over God doen, als de rechter over de levenden en de doden, en we moeten over onze verlossing niet gering denken.’ (II Clement 1:1)

Wat voor zekerheid hebben we dat we het Koninkrijk van God zullen binnengaan, als we er niet in slagen onze doop zuiver en onbevlekt te bewaren? Of wie zal onze voorspraak zijn, als we niet bevonden worden heilige en rechtvaardige daden te hebben? Clement 6:9)

Laat ons elkaar dus liefhebben, zo dat we allemaal in het Koninkrijk van God binnengaan. Tewijl we nog in staat zijn genezing te vindem, laten we ons aan God de Geneesheer toevertrouwen en hem daarvoor betalen. Wat betalen? De bekering van een oprecht hart. Want Hij heeft voorkennis van alle dingen en Hij wee twat in ons hart omgaat. Laten we hem daarover prijzen, niet met onze lippen alleen, maar met onze harten, zodat Hij ons als zonen kan ontvangen.(II Clement 9:6-10)

Broeders, door de wil van God, onze Vader, te doen horen we bij de eerste kerk, de geestelijke, die werd geschapen voor de zon en de maan. […] Ik veronderstel dat u niet onbekend bent met het feit dat de levende kerk het lichaam van Christus is, want de Schrift zegt dat God de mens als man en vrouw schiep. De man is Christus, de vrouw is de kerk. Bovendien, de Schriften en de Apostelen verklaren dat de kerk niet tot het heden behoort, maar dat die vanaf het begin bestond. Want ze was geestelijk, zoals onze Jezus dat ook was, maar ze is in de laatste dagen gemanifesteerd zodat ze [of Hij, Christus, redactie] ons kan redden. De kerk nu, die geestelijk is, is gemanifesteerd in het vlees van Christus om ons te laten zien dat als iemand haar in het vlees bewaard en het niet wordt gecorrumpeerd, hij haar terug ontvangt in de Heilige Geest. Want dit vlees is de kopie van de Geest. Niemand die de kopie corrumpeert zal het origineel in zijn plaats ontvangen. […] Als we zeggen dat het vlees de Kerk is en de Geest is Christus, dan doet degene die de Kerk geweld aandoet, dus geweld tegen Christus. Zo iemand zal niet in de Geest delen, die Christus is. (II Clement 14:2-4)

Het geven van aalmoezen is goed, net als de bekering van zonde. Vasten is beter dan gebed, en aalmoezen geven is beter dan allebei, want liefde bedekt een veelheid aan zonden, terwijl gebed dat uit een zuiver geweten voortkomt, van de dood redt. Gezegend is een ieder die overvloedig bevonden wordt in deze dingen, want het geven van aalmoezen verlicht de last van de zonde. (II Clement 16:4)

zondag 27 juli 2008

Als je geld hebt in Egypte mag bijna alles...

Kairo, 27 juli. In Egypte is met verbijstering gereageerd op een rechtelijke uitspraak vandaag waardoor de eigenaar van een veerboot die in 2006 zonk, vrijuit gaat.

Bij de ramp met de Al Salam 98 kwamen destijds 1034 mensen om het leven. In de rechtszaal kwam het tot schermutselingen tussen nabestaanden en de politie.

De rechter sprak de eigenaar, Mamdouh Ismail, en vier anderen vrij. Ismail heeft nauwe banden met de politieke elite. Hij was ten tijde van de ramp lid van het Egyptische Hogerhuis en leeft sindsdien in Groot-Brittannië. De aanklagers gaan in beroep tegen de uitspraak, meldde het persbureau Reuters.

De Al Salam 98 zonk onderweg van Saudi-Arabië naar Egypte met 1400 man aan boord. De meeste passagiers waren Egyptische arbeidsmigranten. Op het schip brak brand uit waarna het zonk.

Uit een parlementair onderzoek bleek dat de eigenaar met het schip bleef varen ondanks ernstige gebreken. De enige persoon die vandaag in de zaak werd veroordeeld tot zes maanden was een kapitein van een passerende veerboot. Hij zou de Al Salam 98 geen hulp hebben geboden.

vrijdag 25 juli 2008

Polycarpus als Martelaar


Toen Polycarpus in Smyrna ter dood werd gebracht, schreef iemand uit die kerk (Marcion) namens de kerk een samenvatting van de gebeurtenissen voor de kerk in Philomelium. Die kerk had om een uitgebreid verslag gevraagd.[Martelaarschap van Polycarpus (MvP), opschrift en 20:1] Dit verslag dateert zonder twijfel van kort na dit martelaarschap dat viel op 23 februari 155 na Chr.

Opvallend in het verslag vind ik de volgende zaken.

De kerk wordt ‘heilig’ en ‘katholiek’ genoemd [MvP, opschrift, en 8:1, 16:2, 19:2], en dat begrip ‘katholiek’ wordt meestal gebruikt in combinatie met een uitspraak over de kerk die overal ter wereld bestaat. Ignatius gebruikte dit begrip op een soortgelijke manier - zie een eerder posting over het begrip 'katholiciteit' (mei 2008).

Polycarpus wordt genoemd ‘een apostolische en profetische leraar en bisschop […] want elk woord dat hij sprak werd vervuld en zal worden vervuld’.[MvP, 16:2]

De kerk in Smyrna was ook zorgvuldig met duidelijk te maken dat Jezus Christus wordt ‘aanbeden als de Zoon van God; maar we houden van de martelaren als leerlingen en navolgelingen van de Heer, wat ze ook verdienen vanwege hun onvergelijkelijke trouw aan hun Koning en Leraar. Moge het ook ons gegeven worden om hun deelgenoten en medeleerlingen te worden.’[ MvP, 17:3] De schrijver zegt ook dat ‘allen verlangen om zijn [dus: Polycarpus'] martelaarschap te imiteren, aangezien het overeenkomstig het evangelie van Christus was’,[MvP, 19:2] en wenst ‘dat we in zijn voetstappen worden bevonden te zijn in het Koninkrijk van Jezus Christus’.[MvP, 22]

Martelaarschap wordt dus als een zeer nobele zaak gezien, hoewel men het beslist niet moet zoeken, ‘dat is niet het onderwijs van het evangelie’. [MvP, 4]

De gemeente in Smyrna nam ‘de botten [van Polycarpus], kostbaarder dan edelstenen en fijner dan goud, en [we hebben die] bewaard op een geschikte plaats. En daar, voor zover dat mogelijk is, komen we samen in vreugde en blijdschap en we vieren de geboortedag van zijn martelaarschap, zowel ter nagedachtenis aan hen die hebben gestreden in vroeger tijden, en als oefening en training voor hen die dat in de toekomst zullen doen.[MvP, 18:2-3]

We zien dus in deze eerste authentieke brief van de kerk die via Polycarpus en de apostel Johannes rechtstreeks op Christus teruggaat, de eerste ontwikkeling van het liefhebben van martelaren, met inbegrip van het bidden bij hun overblijfselen.

In de brief van de kerk in Smyrna staat dit gebed dat Polycarpus zou hebben gebeden kort voor zijn marteldood. Ik laat het maar even in het engels staan:
Lord God Almighty, Father of your blessed and beloved child Jesus Christ, through whom we have received knowledge of you, God of angels and hosts and all creation, and of the whole race of the upright who live in your presence: I bless you that you have thought me worthy of this day and hour, to be numbered among the martyrs and share in the cup of Christ, for resurrection to eternal life, for soul and body in the incorruptibility of the Holy Spirit. Among them may I be accepted before you today, as a rich and acceptable sacrifice, just as you, the faithful and true God, have prepared and foreshown and brought about. For this reason and for all things I praise you, I bless you, I glorify you, through the eternal heavenly high priest Jesus Christ, your beloved child, through whom be glory to you, with him and the Holy Spirit, now and for the ages to come. Amen.

Welke boeken zijn Gods Woord? Polycarpus


Polycarpus, bisschop van Smyrna, werd op 23 februari 156 na Chr. ter dood gebracht in Rome. Hij was toen 86 jaar oud. Een aardig filmpje over Polycarpus en zijn dood kunt u hier vinden.

Irenaeus groeide op in Smyra als leerling van Polycarpus en werd in de tweede helft van de tweede eeuw bisschop van Lyon. Hij zegt dat Polycarpus een leerling van de apostel Johannes was. Polycarpus zou naast Johannes meer mensen hebben gekend die de Heer Jezus hebben ontmoet bij diens leven. Polycarpus heeft ook bisschop Ignatius van Antiochie ontmoet toen die via Smyrna voor zijn terechtstelling naar Rome werd gevoerd.

Tegen het eind van zijn leven bezocht Polycarpus Rome, waar hij met bisschop Anicetus overleg voerde over zaken als de juiste datum voor de paasviering. Polycarpus en de oosterse kerken vierden dat op de Joodse feestdag, terwijl in het westen een zondag als datum werd aangehouden. Tot overeenstemming kwamen ze niet, maar Polycarpus werd door Anicetus gevraagd de eucharistie te vieren tijdens dat bezoek, om de broederlijke eenheid van de kerk van die tijd te onderstrepen.

Van Polycarpus is alleen een brief aan de kerk in Philippi over. Die hangt aan elkaar van citaten van de geschriften van het Nieuwe Testament en de brieven van Clemens en Ignatius. De brief is waarschijnlijk tussen 120-140 na Chr geschreven. Ignatius is al ter dood gebracht: Polycarpus verwijst naar de gezegende Ignatius, Zosimus en Rufus, naast Paulus en de overige apostelen, als voorbeelden van gehoorzaamheid en volharding. [Polycarpus, 9:2]

In zijn brief zegt Polycarpus dat de gemeenteleden zich aan de priesters en diakenen moeten onderwerpen ‘als aan God en Christus’.[Polycarpus, 5:3] Dit is niet anders dan wat Ignatius al eerder in zijn brieven omderstreepte, maar Polycarpus legt er geen nadruk op zoals Ignatius. Polycarpus legt meer nadruk op de noodzaak van priesters en diakenen om heilig te leven. Dat is wellicht vanwege een concreet probleem in Philippi: Daar was een priester Valens, die zich had misdragen met geld; hij was klaarblijkelijk niet langer een priester. Polycarpus wijst op hem om te tonen wat de geldzucht voor kwaads kan aanrichten. [Polycarpus, 11:1-2]

Polycarpus citeert enkele teksten uit de brief van Paulus aan de Efeziers en 2 Timotheus, en uit de Openbaring van Johannes, en noemt dat ‘de schriften’. [Polycarpus, 12:1] Begon zich dus al duidelijker af te tekenen dat de kerk niet alleen het Oude Testament maar ook de apostolische brieven als Woord van God ging aanvaarden?

Over Paulus en diens gezag zegt Polycarpus dat niemand ‘de wijsheid van de gezegende en glorieuze Paulus kan bereiken, die, toen hij bij u was van aangezicht tot aangezicht met de mannen van die tijd, nauwkeurig en met gezag het woord der waarheid onderwees, en die, bij zijn afwezigheid, aan u brieven schreef die, door de studie ervan, u in staat stellen uzelf op te bouwen in het geloof’. [Polycarpus, 3:2]

De meeste delen van de brief van Polycarpus zijn in Grieks beschikbaar. Een klein deel bestaat alleen in Latijn. In dat deel, hoofdstuk 13, zegt Polycarpus: ‘Zowel jullie als Ignatius hebben me gevraagd om uw brief (welke bedoeld is, is niet duidelijk) naar Syrie te laten brengen’. In Syrie was Ignatius oorspronkelijk bisschop. Op verzoek van de gemeente stuurt Polycarpus ook alle brieven van Ignatius die hij bezit mee, als aanhangsel aan zijn eigen brief. Dat juist Polycarpus kopien van deze brieven bezat was geen toeval. Ignatius schreef de meeste van zijn brieven vanuit Polycarpus’ stad Smyrna; misschien verbleef Ignatius daar vrij lang, en had Polycarpus dus ook veel gelegenheid tot contact met zijn mede-bisschop.

Het is maar de vraag of dit Latijnse deel van de brief bij de rest hoort. Was het misschien een overblijfsel van een eerdere brief van Polycarpus? In dat Latijnse gedeelte vraagt hij om meer informatie over Ignatius en degenen die bij hem zijn. Dat lijkt erop te duiden dat Ignatius nog in leven was toen Polycarpus deze vraag stelde, terwijl hij eerder in zijn brief aangaf te beseffen dat hij was gedood. De vraag naar Ignatius kan ook duiden op interesse in hoe de laatste dagen van Ignatius waren geweest; die interesse was niet vreemd, want van de marteldood van Polycarpus zelf hebben we ook een uitgebreid verslag. Als Polycarpus met zijn vraag inderdaad doelde op de details van de dood van Ignatius, moeten we vermoeden dat deze brief toch wel vroeg gedateerd moet worden, wellicht rond 120 na Christus.

woensdag 23 juli 2008

Ignatius: bisschopen, priesters, Eucharistie, de Schriften


Ignatius was volgens de kerkhistoricus Eusebius de tweede bisschop van de Syrische stad Antiochie. Hij werd daar aangesteld omstreeks 69 na Christus. Tegen het eind van de heerschappij van keizer Trajanus (98-117) werd hij gevangen naar Rome gevoerd om daar terechtgesteld te worden. Onderweg schreef Ignatius briefjes aan kerken die afgezanten naar hem stuurden om hem onderweg te zien.

Opvallend in deze brieven van Ignatius is dat hij het enorme belang van de eenheid van de kerken benadrukt. Dit vooral met het oog op de dreiging van Judaisten en Gnostici. Die eenheid van de kerk hangt volgens Ignatius zeer nauw samen met de mate waarin men zich in elke stad schaart onder de ene bisschop van de stad en onder het college van de presbyters (oudsten, priesters) en de diakenen. Hij zegt:
‘Ik vermaan u, weest erop gebrand om alles te doen in de harmonie van God, met de bisschop die voorgaat in God’s plaats, en de priesters in de plaats van de raad van apostelen, en de diakenen.’ [Ignatius aan de kerk in Magnesia, 6:1]
En:
‘Voor zovelen als aan God en Jezus Christus toebehoren, die staan aan de kant van de bisschop.’ [Ignatius aan de kerk in Philadelphia, 3:2]
Elders zegt Ignatius:
‘Allen moeten respect tonen voor de diakenen als aan Jezus Christus en aan de bisschop als een kopie van de Vader en aan de priesters als aan de raad van God en de groep apostelen. Want los van hen kan geen groepering een kerk worden genoemd.’ [Ignatius aan de kerk in Tralles, 3:1]

Wat Ignatius betreft zijn niet alleen de ambten maatgevend voor de ware kerk, maar evengoed de ene eucharistie. Hij maant de gelovigen dat ze maar een eucharistie mogen nuttigen:
‘...omdat er maar een vlees van de Heer Jezus Christus is en een beker voor eenheid met zijn bloed, en een heiligdom, zoals er een bisschop is, samen met de priesters en diakenen.’[Ignatius aan de kerk in Philadelphia, 4:1]
Iets soortgelijks zegt Ignatius in zijn briefje aan de kerk in Smyrna:
‘U allen moet de bisschop volgen zoals Jezus Christus de Vader volgt, en de priesters als de apostelen. Respekteer de diakenen als de wetten van God. Buiten de bisschop kan niemand iets doen wat de kerk aangaat. Een waarachtige eucharistie is er een die wordt gevierd door de bisschop of door een vertegenwoordiger van hem. Wanneer de bisschop verschijnt, moet de hele kerk aanwezig zijn, net zoals waar Jezus Christus is, de hele kerk is. Het is niet goed te dopen of de agape te vieren buiten de bisschop om; maar wat hij ook goedkeurt, behaagt ook God.’[Ignatius aan de kerk in Smyrna, 8:1-2]
Erg opvallend is dat Ignatius aan de kerk in Rome geen enkele opdracht geeft:
‘Ik geef u geen opdrachten zoals Petrus en Paulus deden. Zij waren apostelen; ik ben een veroordeelde.’ [Ignatius aan de kerk in Rome, 4:3] Hij vraagt ze enkel om niet te proberen zijn martelaarschap te voorkomen.
In het kader van de discussie over de rol van bijbel, traditie en verstand is ook erg interessant hoe Ignatius zich opstelt jegens sommigen die zeggen: ‘Tenzij ik het in de Schriften aantref, geloof ik het niet in het Evangelie’. Ignatius zegt aan zulke mensen: 'Het is geschreven', waarop die antwoorden: 'Dat is de vraag nog maar.' Het antwoord dat Ignatius aan zulke mensen geeft is niet dat ze de 4 evangelie-boeken of de brieven van Paulus moeten lezen. Die waren wel voorhanden, want Ignatius citeert er veel uit. Maar zijn antwoord is:
‘Voor mij zijn de Schriften Jezus Christus; de onaantastbare letters zijn zijn kruis en dood en zijn opstanding en het geloof dat door hem bestaat’.[Ignatius aan de kerk in Philadelphia, 8:2]
Opvallend is dat de Schriften waarnaar Ignatius verwijst, blijkbaar het Oude Testament is, en dat hij niet verwijst naar de evangelie-boeken of de brieven als het om het Evangelie gaat. Het Evangelie is het woord, het verhaal van Jezus Christus zelf, en de boeken van het Nieuwe Testament zijn nog niet tot Schrift geworden.

we werkten mee aan een omstreden wet....

Door een TV programma van ons werk in Egypte, waarvan ik hier een paar weken eerder verslag deed, is een wet aangenomen die kinderen veel meer bescherming biedt dan vroeger het geval was. Ons TV programma is aan alle leden van het parlement gestuurd voor de wet in stemming kwam, om te laten zien hoe ernstig de kindermishandeling soms is. De radikale moslims zijn met de nieuwe wet niet blij omdat het 'westers' en 'onislamitisch' zou zijn. Ik ben intussen trots dat we aan zo'n wetswijziging een bijdrage konden leveren! Meer daarover ziehier.

zondag 20 juli 2008

TV-Opnames in ons huis


Toen we van vakantie terugkwamen was ons huis een puinzooi, omdat daar juiste die dag en de dag ervoor 15 TV programma's waren opgenomen met Dr Louis, een Egyptische expert in the christelijke theologie. Op de foto van de medewerkers aan de opnames zit hij linksvoor. Hij sprak in die programma's over de centrale thema's van het christelijk geloof, zoals drie-eenheid, het kruis, Jezus als Zoon van God, en meer. Mooi dat ons huis daarvoor gebruikt kan worden, en fijn dat deze programma's later dit jaar op TV in de hele arabische wereld zullen zijn.

Mozes achterna de berg op


Van de week zijn we de berg Sinai op gewandeld, in navolging van Mozes. Sommigen onzer leken wel klipgeiten, maar de oudere garde kon zich slechts met enorme moeite omhoog zeulen. Twee uur steile klim bracht ons op de top. Rosemarie zit op de foto mooi te zijn - haar vader is niet om aan te zien na de barre klim naat de top die op 2800 meter schijnt te liggen. Echt een ervaring die je gehad moet hebben - een keer, en dan nooit meer. Vakantie noemen ze dat ;-) Wel een indrukwekkende gedachte dat op die plek (als het hem is...) Mozes de 10 geboden van God ontving.

Aan de voet van de berg ligt het schitterende Katharineklooster uit de 5de eeuw, waar we ook een kijkje namen. Beslist de moeite waard beste mensen!

Vakantie in Dahab


De afgelopen week waren we met de familie van Stephanie's vriend op vakantie in Dahab, aan de kust van de Sinai woestijn. De vaders Niels en Jos hadden een gouden tijd, en de rest was ook heel tevreden. De zon scheen warm, het water was lauw, het drinken koud. We hebben heerlijk uitgerust! De kinderen hebben gedoken en gesnorkeld, en vissen gezien die ik slechts in mijn dromen zag. Voor meer info over Dahab - ik schroom het te zeggen, maar het is het Sodom en Gomorra van Egypte.... zie Dahab.Nl
Voor uw info, de man met de fles Stella ben ik niet dus he?

zondag 6 juli 2008

Ziekenhuizen in Egypte

Je zal maar arm zijn en naar een ziekenhuis moeten in Egypte. De situatie van de volksgezondheid is zeer erbarmelijk hier bij ons. Wij zijn persoonlijk in de gelukkige omstandigheden dat we naar prive-ziekenhuizen kunnen, maar 70 miljoen Egyptenaren zijn aangewezen op de staatsziekenhuizen waar je de vreselijkste dingen kunnen overkomen. Artsen zijn prima, maar geld om de zaak schoon te houden is er niet, soms valt de stroom uit, en patienten gaan dood. Onlangs waren een paar artsen zo ten einde raad dat ze een filmpje maakten van het sterven van een paar babies na een power-cut. Dat filmpje zetten ze op het internet, en de zaak werd breed uitgemeten in de media hier in Cairo. Voor wie meer wil lezen zien HIER.

zaterdag 5 juli 2008

Avond bij Emad en Renee

We hadden gisteren een leuke avond bij Emad Shenouda en diens vrouw Renee en kinderen David (5) en Sherry (1). Emad werkt voor ons als Finance Director, en ik was nog nooit bij hem thuis langs geweest - schandalig natuurlijk. Eindelijk gelukt dus, en zo'n avond moet eindigen met een foto. Hierbij dus, zomaar als herinnering.

donderdag 3 juli 2008

Anglikaans geruzie


In de Anglikaanse gemeenschap wereldwijd wordt flink geruzied over de koers van de kerk, en daar wordt op een interessante manier met de termen 'Bijbel, traditie, verstand' gegooid. De orthodoxe gelovigen hebben onlangs in Jeruzalem tijdens hun GAFCON meetings beleden dat de Bijbel gezaghebbend is. Dit schreven ze, onder meer, in hun 'Jerusalem Declaration':

  1. We believe the Holy Scriptures of the Old and New Testaments to be the Word of God written and to contain all things necessary for salvation. The Bible is to be translated, read, preached, taught and obeyed in its plain and canonical sense, respectful of the church’s historic and consensual reading.
  2. We uphold the four Ecumenical Councils and the three historic Creeds as expressing the rule of faith of the one holy catholic and apostolic Church.
  3. We uphold the Thirty-nine Articles as containing the true doctrine of the Church agreeing with God’s Word and as authoritative for Anglicans today.
  4. We rejoice in our Anglican sacramental and liturgical heritage as an expression of the gospel, and we uphold the 1662 Book of Common Prayer as a true and authoritative standard of worship and prayer, to be translated and locally adapted for each culture.
  5. We recognise that God has called and gifted bishops, priests and deacons in historic succession to equip all the people of God for their ministry in the world. We uphold the classic Anglican Ordinal as an authoritative standard of clerical orders.
Wel, deze verklaring staat bomvol met bijbel en traditie. Interessant om in detail te bestuderen. De Anglikaanse tegenstanders van deze verklaring en de orthodoxe beweging in hun kerk, schermen ermee dat deze Jeruzalem-verklaring (getekend door onder andere 291 bisschoppen) 'helemaal niet Anglikaans' is, omdat het alleen over het gezag van de bijbel gaat, en niet over traditie en verstand. Gezien het bovenstaande lijkt me dat totaal onhoudbaar.

GAFCON en de Jeruzalem Verklaring geven duidelijk aan dat ze de Bijbel willen lezen binnen het kader van de traditie, en het is aanmatigend om te menen dat ze dat niet met hun verstand willen of zullen doen.

De liberale Anglikanen gebruiken graag de trits Bijbel, traditie en verstand op een manier die suggereert dat die alle drie evenveel gewicht hebben. In de orthodoxe vleugel van de kerk wordt het unieke gezag van de Bijbel onderstreept, maar ook dat die moet worden verstaan in het licht van de traditie en met het volle verstand. Bij dat laatste sluit ik me graag aan.

Interessant is dat het de kerkleiders uit de Global South zijn (zoals aartsbisschop Henri Orombi van Oeganda, zie foto) die de orthodoxe vleugel van de kerk leiden, terwijl het vooral de amerikaanse kerkleiders zijn die het liberalisme vertegenwoordigen.