zaterdag 17 januari 2009

Egypte tevreden met Israel's aanval op Gaza

In het Egyptische deel van het grensstadje Rafah ziet het zwart van de uniformen van politie en leger; de stad is bovendien vergeven van medewerkers van de niet-zo-erg-geheime dienst. De enige reden voor die overmacht aan troepen is om te voorkomen dat Egyptenaren hulp bieden aan de Palestijnen in Gaza. Veel Egyptenaren zijn daar ziedend over, en ik kan me die boosheid voorstellen.

Israel bombardeert Gaza op een manier die de grenzen van fatsoen in een oorlog ver te buiten gaat, en staat de burgers van de mini-stadstaat zo groot als Texel, niet toe om te vluchten of om de nodige humanitaire hulp te krijgen. Omdat de grenzen van Gaza potdicht zitten kan de nodige hulp niet worden verleend worden aan een bevolking die volgens alle hulpverleners ter plaatse in een rampzalige situatie verkeerd.

Dat Israel de grens met Gaza dicht houdt voor de invoer van humanitaire goederen is ernstig en ergerlijk, maar hier in Egypte kan men dat begrijpen. Wat men niet begrijpt is waarom Egypte precies hetzelfde doet. Het valt me enorm op dat Egypte de mond vol heeft over een staakt-het-vuren, over de erbarmelijke situatie van de Palestijnen, en over de schande van Israëls aanval, maar intussen doet het regime in dit land niets om de Palestijnen hulp te bieden. Het laat gewonden , zieken, vrouwen en kinderen die nu al weken zonder eten en drinken moeten overleven, aan hun lot over.

Een vriend van me, Philip Rami, is een Christen-Egyptenaar die hulp wil verlenen aan de miserabele Palestijnen in Gaza; hij woonde daar de afgelopen jaren maar studeert nu in Cairo. Getergd is hij: ‘Ik ben dagenlang in Rafah geweest, en kon met veel moeite één auto met medicijnen door de grens krijgen. Het is vreselijk wat daar gebeurt, en onze eigen regering kijkt vergenoegd toe zonder enige hulp te willen bieden.’

De regering van president Hosni Moebarak wil naar de eigen bevolking toe graag een andere indruk geven. De pr-machine draait op volle toeren; de televisie vertoont heldhaftige beelden van Palestijnen, de overheid gebruikt ferme pro-Palestijnse taal, en Gamal Moebarak, zoon van de president en diens gedoodverfde opvolger, was deze week in Rafah om te bewijzen dat de Egyptische overheid zich zeer bekommert om de arme gewonde Palestijnen. Af en toe laat Egypte goedmoedig een handjevol gewonden toe voor behandeling, en dat wordt in de media van de overheid breed uitgemeten.

Maar die pr door het regime hier kan niet verhullen dat Egypte in wezen met de doelen van Israel instemt. Beide landen willen voorkomen dat Hamas-strijders kunnen ontsnappen door lekkages aan de grenzen, en beide landen willen een eind zien aan de macht van Hamas in Gaza. Het lijkt of ze hopen dat het menselijk leed in Gaza zo zal toenemen dat de bevolking van ellende Hamas aan de kant zet? Je zou bijna denken dat de bevolking van Gaza dus het politieke ‘menselijk schild’ is voor Egypte en Israel.

Dat de Israëlische minister van buitenlandse zaken daags voordat Israel de aanval inzetten in Cairo was, lijkt deze interpretatie van de gebeurtenissen te steunen. Egypte gaf gewoon het groene licht voor de aanval.

Dat in Gaza een ministaatje dreigde te ontstaan waar radicale moslims de macht hebben, was voor Egypte net zo’n irritatie als voor Israel. Misschien voor Egypte nog wel problematischer dan voor Israel. Ik wil de irritatie door de raketaanvallen van Hamas niet miniseren, maar voor Egypte staat veel meer op het spel, namelijk het overleven van de dictatuur van de gerontocraten van de revolutie van 1952. Onder de bevolking van Egypte is de hekel aan het regime enorm.
Die hekel aan het regime wordt sterk gevoed door de armoede van de bevolking, het zakkenvullen van de regering, de brute militaire onderdrukking van serieuze oppositie, en het gebrek aan economische vooruitgang in het algemeen. Dat zijn geen thema’s waar de regering in Egypte veel aan kan of wil doen, dus richt het de pijlen liever op de inspiratie die de radicale islamitische oppositie uit het buitenland krijgt. Hamas is zo’n inspiratiebron, en daarachter ziet Egypte de gevaarlijke hand van Iran.

Egypte en Israel zijn het hierover eens. Iran is de grote boosdoener op de achtergrond. Allebei gebruiken ze dat als afleiding, als smoes, want het echte probleem is niet Iran. Het echte probleem is dat Egypte en Israel allebei politieke problemen hebben die alleen politiek kunnen worden opgelost, maar beide landen zijn daartoe niet bereid omdat de kostprijs te hoog is. Egypte wil niet democratiseren, en Israel wil geen echte vredesbesprekingen met Palestijnen omdat het de Westbank niet wil opgeven. Daardoor heeft het een situatie geschapen waar ongewenste krachten als die van Iran makkelijk vrienden kan maken.

Dus lijkt het erop dat Egypte en Israel een cynische afspraak hebben gemaakt. Egypte werkt mee aan het plan van Israel om Hamas te verpletteren. Het heeft de mond vol over de Arabische broeders helpen en de strijd staken, maar het steekt geen vinger uit om de pijn van Gaza te verlichten. Het enige waar Egypte zich echt om druk maakt is dat de binnenlandse oppositie deze dagen niet teveel munt kan slaan uit de situatie, maar voorlopig gaat dat prima. De gerontocratie van Egypte zit stevig in het zadel en kan altijd weer meer uniformen de straat opsturen om de straten schoon te vegen als demonstaties niet langer tegen Israel gericht zijn, maar tegen de eigen regering.

(c) Jos M. Strengholt
Dit was een opinieartikel in het Nederlands Dagblad, 20 januari 2009

Geen opmerkingen: