zaterdag 14 november 2009

Jezus van Nazareth, de JHWH van Israel (3)

Psalm 34:8 en 1 Petrus 2:3-4

Petrus citeert uit Psalm 34 - een Psalm over JHWH, en past zijn citaat op Jezus Christus toe. Dat is heiligschennis, of... de identiteit van JHWH en Jezus Christus is dezelfde.

1 Petrus 2:3-4 zegt, in de NBV vertaling:
U hebt toch ondervonden hoe goed de Heer is? Voeg u bij hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen...
Het woord ‘Heer’ slaat in deze tekst ontegenzeglijk op Jezus Christus. Het Grieks heeft hier:
ei eyeusasthe hoti Chrestos ho kurios.
Dat betekent: '...indien u geproefd heeft dat de Heer goed is.' Petrus citeert hier letterlijk uit Psalm 34:8. De NBV vertaling heeft daar:
Proef, en geniet de goedheid van de HEER.
Petrus gebruikt, naar het lijkt, de Septuagint (LXX) als de vertaling van de Hebreewse bijbel. Daar staat in Psalm 34:8:
Geusasthe kai idete hoti Chrestos ho kurios.
Dit betekent: 'Proeft en ziet dat de Heer goed is.' Deze Psalm gaat zonder enige twijfel over JHWH. Het Hebreews zegt hier: Proeft en ziet dat JHWH goed is.

Petrus citeert dus ongegeneerd een vers over JHWH uit het Oude Testament, en past dit vers naadloos toe op Jezus Christus.

Geen opmerkingen: