maandag 8 februari 2010

Arabisch mediabeleid: schipperen tussen boycot en radikale Islam

Het is de Arabische regimes al jaren een doorn in het oog dat Arabischtalige televisieprogramma’s ongecensureerd in alle Arabische huiskamers kunnen komen, dankzij de meer dan 1200 Arabische satellietzenders die zich op die regio richten. Eind januari waren Arabische politici bij elkaar in Cairo om deze zenders te bespreken. Dit was nodig wegens Resolutie 2278 die in december door het Amerikaanse Congress is aangenomen. Die resolutie stelt sancties voor tegen Arabische zenders die terreur of antiamerikanisme stimuleren. Landen als Egypte en Saoedie Arabie zien hun kans nu schoon om de proliferatie van radicaalislamitische zenders aan te pakken.

Resolutie 2278 noemt specifiek de TV zenders Manar (Hizbollah), Aqsa (Hamas), en het Irakese kanaal Zawra. Dat zijn inderdaad radicale zenders, en er zijn tientallen andere Arabische zenders waar een zeer radicale en antiwesterse Islam wordt gepreekt. De Amerikaanse resolutie vraagt onder meer om een boycot van de grote satellietplatforms Arabsat en Nilesat, eigendom van Saoedie Arabie en Egypte, als die doorgaan met het verhuren van hun zendtijd aan de drie genoemde zenders.

Hoe denkt Congress in Washington dat te definiëren? Dat lijkt me een bijzonder lastig punt, en zeker niet goed voor de Amerikaanse belangen in de Arabische Wereld. De resolutie zal dan ook wel worden getorpedeerd door de Senate Foreign Relations Committee. Maar intussen gebruiken Arabische landen als Egypte en Saoedie Arabie de dreiging van een mediaboycot handig om te proberen het radicalisme in de transnationale Arabische media aan de kaak te stellen.

Uiteraard waren de Arabische Ministers het er geheel over eens dat sprake is van ongewenste inmenging door de Verenigde Staten, en dat de vrijheid van meningsuiting in gevaar is. Dat klinkt wel erg cynisch uit de mond van Arabische leiders. Intussen nemen de Arabieren wel de nodige stappen. Al eerder probeerden Cairo en Riyaad een Pan-Arabische Media Commissie van de grond te krijgen. Dat mislukte in 2008, maar door de gespierde Amerikaanse resolutie is dat plan nu weer op tafel. De mediagrootmachten in de Arabische Wereld zijn fel gekant tegen radicalisme in de Arabische media, maar hoeveel Arabische landen willen zich openlijk tegen Hizbollah en Hamas opstellen? Libanon al zeker niet; het land dat zo in de greep in de Hizbollah, verwerpt elke poging tot regulering.

In Cairo werd besloten dat diplomatie de VS moet laten zien dat de resolutie niet nuttig is, en dat de Arabische zenders zich intussen moeten onthouden van oproepen tot geweld en extremisme. Makkelijk natuurlijk, want ieder definieert dat anders. Interessant is dat de Arabische politici tegelijk de Europese satellietzenders opriepen om geen programma’s toen te staan die ‘gevoelig zijn voor Arabieren en Moslims’. Proberen ze daarmee een level playing field te scheppen? Ze wekken in elk geval de indruk dat via Hotbird en Astra programma’s worden uitgezonden die zouden moeten worden gestaakt. Misschien denken ze daarbij aan de anti-islamitische uitzendingen van de christelijke zender LifeTV?

De afgelopen maanden is Egypte, tot ieders verbazing, eindelijk akkoord gegaan met het verhuren van zendtijd aan een aantal christelijke zenders zoals Sat7, Miracle Channel, en Kingdom-Sat. Die zenden hun programma’s uit op Nilesat, naast de radicale zenders die in de VS onder vuur liggen. Misschien moet het toelaten van deze christelijke zenders worden gezien in het licht van de Amerikaanse pressie op Egypte om de zenders op Nilesat te censureren. Egypte kan, nu het christelijke zenders toelaat, de hele kwestie makkelijker in het licht plaatsen van vrijheid van meningsuiting. Dat zou nog eens mooi zijn... de wolf die passie preekt.

Dit artikel is verschenen op www.mediareligiecultuur.nl (c) JM Strengholt

Geen opmerkingen: