vrijdag 26 februari 2010

De kerk als buurtcafe: nein danke

Onlangs deed een amerikaanse organisatie, Group Publishing, een onderzoek onder 800 Amerikanen naar de vraag wat door de mensen als de ‘meest vriendelijke plaats in de stad’ wordt gezien. En gelukkig, naast het eigen woonhuis, scoort de kerk heel hoog. In Nederland zijn we natuurlijk geen Amerikanen, maar ik vond het onderzoek wel leerzaam - vanwege de vooronderstellingen erin.

Chris Howley, de research directeur van Group Publishing, zei dat de resultaten voor de kerk nog beter hadden kunnen zijn. Predikanten zouden nog vriendelijker kunnen zijn. Want op de vraag: ‘wie is de vriendelijkste persoon in de stad’, kwam de predikant beslist niet op de eerste plaats. Hij stond ongeveer op het niveau van de kapper. Daar moet dus wat aan gedaan, want de predikant moet natuurlijk staan op nummer 1 met stip, als de vriendelijkste vent in het dorp.

Opvallend was ook, dat op de vraag waar je het liefst je vrienden ontmoet, de pub het beter deed dan de kerk, en dat terwijl 75% van de respondenten zich Christen noemden. Dus? Dus moet de kerk proberen meer op de pub te gaan lijken?

Informaliteit, vriendelijkheid, een therapeutische omgeving, het lijkt de hoogste deugd van de 21ste eeuw, zegt Mark Galli in Christianity Today.
Hij bedankt ervoor dat zijn predikant zijn ‘buddy’ moet zijn, en dat kerken gezellig als de pub moeten worden.

Kerkzijn wordt gedefinieerd door hoe de bijbel daarover spreekt. Me dunkt dat elke 'therapeutische' benadering tekort schiet. Ik praat liever over de kerk vanuit de ecclesiologie dan vanuit de sociologie. Als we de kerk maar lang genoeg vanuit de sociologie benaderen, gaan mensen de kerk ook precies zo bezien: als een leuke groep mensen waar je het al dan niet prettig kunt hebben. De kerk alleen vanuit de sociologie zien, en de ogen te sluiten voor de kerk als instelling van God zelf, is de dood in de pot.

Als onze predikanten in vriendelijkheid de competitie aangaan met de kapper, en als onze kerken net zo laagdrempelig worden als het buurtcafe, zou dat buitenstaanders meer interesse in het evangelie geven? Of gaan ze de predikant en de kerk geleidelijk meer en meer zien als de kapper en het café? Me dunkt dat als buitenstaanders zo naar ons kijken, we ze bijzonder weinig reden geven om naar de kerk te gaan. En waarom zouden jongelui in een kerk willen blijven die zich niet onderscheid van de kapper en het cafe? Dan kan je net zo goed uitslapen, en in de avond naar het cafe gaan.

Geen opmerkingen: