vrijdag 30 april 2010

Graag ook boerkaverbod in Nederland

Mensenrechtenorganisatie Amnesty International roept de Belgische Senaat op het wetsvoorstel dat de boerka verbiedt, te herzien, meldt het ANP. De organisatie meent dat de wet strijdig is met mensenrechtenverdragen. ‘Een compleet verbod op het verbergen van een gezicht schendt de vrijheid van meningsuiting en de geloofsvrijheid van de vrouwen die de boerka of nikab dragen’, zei John Dalhuisen, Amnesty's expert voor discriminatie in Europa. ‘Het Belgische besluit om de gezichtsbedekking te verbieden, als eerste in Europa, is een gevaarlijk precedent.’

Als mijn religie me voorschrijft om naakt over straat te lopen, gaat Amnesty International mij dan ook verdedigen en zeggen dat het om de vrijheid van godsdienst gaat? Nee toch? Er zijn landen waar je op straat geen alcohol mag nuttigen, hoewel dat in andere landen wel mag. Is het verbod in sommige landen dus de schending van een recht? Ik zou graag walvisvlees eten maar kan het nergens krijgen in Nederland. Ik voel me in mijn rechten aangetast. Ik mag mijn huis niet in elke kleur schilderen. Ook mag ik geen eten meenemen als ik winkels binnenga. Onze samenleving kent enorm veel gedragingen die we verbieden omdat we ze onprettig vinden, niet omdat het nou van die verschrikkelijke zondes zijn.

Jammer dat het Belgische parlement een beroep heeft gedaan op de staatsveiligheid voor het boerka-verbod. Daar heeft het natuurlijk helemaal niks mee te maken. Waar het om gaat is, dat de Belgen het en masse simpelweg niet op straat willen. Is het niet eigenaardig dat we dat niet gewoon hardop durven zeggen? Bang dat we dan voor extreem-rechts worden uitgemaakt? Maar dat doen we toch ook niet als het gaat om het verbod om je huis in een willekeurige kleur te verven? In dit geval is het pijnpunt natuurlijk dat het om een minderheid van moslims gaat.

Maar heeft het verbieden van de boerka met de Islam te maken? Het past niet in onze samenleving dat vrouwen of mannen zich geheel verstopt over straat bewegen. Ik vind de hijab (foto links), de ‘gewone’ hoofddoek die het gezicht grotendeels zichtbaar laat, een ander verhaal, maar de boerka mag van mij ook in Nederland verboden worden. Dat is niet omdat het om buitenlanders gaat, ook niet omdat het om de Islam gaat. Maar het hoort bij normale omgangsvormen in Nederland dat je met zichtbaar gezicht in het openbaar verschijnt. Dat schept in de omgang een vorm van gelijkwaardigheid waar de samenleving recht op heeft.

In een samenleving mag je eisen aan elkaar stellen die nodig zijn om de samenleving in stand te houden. Beleefdheidsvormen bijvoorbeeld. De boerka is een felle overtreding van onze norm dat je elkaar in het gezicht kunt kijken als je elkaar ontmoet of spreekt. Een masker met carnaval is een ander verhaal. In die sociale context vindt iedereen een masker normaal. De burqa binnen de moskee, ook prima, in die sociale context wordt het normaal gevonden. Waar het om gaat, is de publieke ruimte.

Het is dus helemaal niet vreemd om te zeggen: dit willen wij niet in onze samenleving. Net zoals we het niet tolereren dat mensen op straat naakt rondlopen, of dat op straat alcohol wordt genuttigd, of dat ik mijn huis in een keurige straat in een opzichtig felle kleur schilder, of dat ik mijn voortuin laat vervuilen. We hebben als samenleving regels die zorgen dat we ons met elkaar in onze samenleving prettig voelen. Daarbinnen past de boerka niet en een verbod op het dragen van de boerka is dus helemaal niet vreemd. Of misschien kunnen we beter een positieve wet hebben, die ons gebied om in het openbaar elkaar in het vizier te kunnen kijken. Dat is normaal voor samenleven.

Ik en de piramiden delen veel geschiedenis

In mijn huis wordt iets van de geschiedenis van Egypte zichtbaar. Mijn muren op de benedenverdieping vallen op sommige plekken uit elkaar.(zie fotos) En hoewel ik dit al eens enorm heb laten repareren, het is een verloren zaak. Het vocht kruipt uit de grond mijn muren in en ik heb het opgegeven. Zal het huis inzakken?

Dat laatste is niet waarschijnlijk. De muren zijn gemaakt van solide stenen, gehakt uit de rotsen van Zuid Egypte, in de tijd dat welgestelden zich dat nog konden veroorloven. Maar die mooie stenen zijn met een laag cement van vijf centimeter bedekt. De oude stenen zijn prima, maar het water kruipt in het cement omhoog en dat zorgt voor enorme kraken op sommige plekken.

Konden de Egyptenaren dat niet bedenken toen ze hun huizen bouwden? Wel, nee eigenlijk. Want de geschiedenis van Egypte nam een enorme wending kort nadat mijn huis werd gebouwd. Dit huis, de ‘Villa Ibrashi’, dateert van voor 1902; in dat jaar werd onder leiding van de Britse koloniale heersers een dam in de Nijl gebouwd bij Assoean. Dat maakte een eind aan de jaarlijkse overstroming van het Egyptische land. De landgoederen rond het huis waar ik woon stonden tot 1902 jaarlijks tussen juni en september onder water door de regens in Ethiopië. Om het huis droog te houden werd het een meter boven het maaiveld aangelegd. We moeten dus een trap op om binnen te komen.

Voor Egypte waren die overstromingen een zegen; als het water zich terugtrok bleef elk jaar een nieuwe laag zwarte aarde achter, goed voor het land. Maar de dam was nodig om het land het hele jaar te kunnen bewerken en om elektriciteit te kunnen opwekken. Vanaf 1902 heeft mijn huis nooit meer meegemaakt dat het land eromheen blank stond.

In de natte tijd stond het huis met het fundament in het water, maar in de droge tijd zakte het grondwaterniveau weer zo dat het fundament weer kurkdroog kon worden. Tegenwoordig staat de fundering permanent in het grondwater. Altijd nat dus. Dat op zich is nog te lijden.

Maar Egypte kan sinds 1902 twee keer zoveel oogsten binnenhalen als voorheen, en dat deed het met enthousiasme. Daardoor werd het land nogal uitgeput, en al jaren wordt stevig met kunstmest gestrooid. Ons huis staat dus permanent in grondwater vol nitraat. Is het een wonder dat dit water omhoog kruipt en dat het zout mijn muren molt?

Miljoenen woningen in Egypte hebben last van vocht in de muren. De sfinx bij de piramiden lijdt er onder, en ook allerlei middeleeuwse monumenten in Cairo. Er zijn prachtige oude kerkjes in Koptisch Cairo die enorm kampen met deze wateroverlast. De oude foto van de piramiden laat zien hoe het water tot dichtbij steeg. Wie nu naar de piramiden gaat, moet vanaf de Nijl 8 kilometer rijden. Duidelijk is nu waarom ze zijn gebouwd op de plek waar ze staan: dit bleef net droog, en per boot konden de stenen tot heel dichtbij worden aangevoerd.

Dus als ik naar die @#$% muren in mijn huis kijk, besef ik met vreugde: ik maak deel uit van de geschiedenis van Egypte. Wieg van de beschaving. En ik lig er in, als het ware.

'Ik beloof in mijn boek niet origineel te zijn'

Vanmorgen zat ik te lezen in het heerlijke voorwoord van het boek Classic Christianity; a Systematic Theology, van Thomas C. Oden (New York: HarperCollins, 2009). Dit boek is de combinatie van drie boeken over systematische theologie die Oden tussen 1987 en 1992 schreef. Deze nieuwe editie is een prachtboek voor wie af en toe wil uitzoeken wat de wereldkerk over dit of dat thema leert, en waarom het dat doet. Je hoeft het daar niet mee eens te zijn (ik ben dat wel) om dit boek te gebruiken als een naslagwerk.

Maar nu dat voorwoord van Oden. Hij geeft hierin weer hoe hij te werk gaat. Ongeremd en ongegeneerd ‘klassiek’ christelijk! Ik geef hier wat citaten, met paginanummers zodat je kunt citeren en de indruk wekken dat je het boek zelf las. Ik raad je dit naslagwerk aan.

Oden doet een aantal beloften die op het eerste gezicht erg vreemd klinken voor iemand die een boek schrijft. Hij belooft:
• Om geen nieuwe bijdrage aan de theologie te leveren
• Om de verzoeking te weerstaan van het citeren van moderne schrijvers die minder zijn geschoold in de volle raad van God dan de beste oude klassieke exegeten
• Om heel eenvoudig te pogen uitdrukking te geven aan het ene denken van de gelovige Kerk dat altijd aandacht had voor dat apostolische onderwijs dat altijd de instemming had van christelijke gelovigen, overal, altijd en van allen. (p. xiv)
Originaliteit is ongewenst, zegt Oden, met verwijzing naar de toespraak van Paulus op de Areopagus (Handelingen 17)
[Paulus ontdekte dat de] Atheners en de vreemdelingen die er wonen[…] voor haast niets anders tijd [hebben] dan voor het uitwisselen van de nieuwste ideeën.’ Zo heb ook ik ontdekt dat veel spreken over godsdienst vandaag geobsedeerd is met wat nieuw is. Ik ben toegewijd aan niet origineel zijn.’ (p. xv) De moderne regels voor schrijvers vereist dat elke auteur moet streven naar originaliteit. De klassieke christelijke regel is het omgekeerde. (p. xvi)
Over het gebruik van moderne theologisch taalgebruik zegt Oden:
Er is geen poging gedaan de klassieke taal van de kerk te vermijden. De studie van God gaat beter door de beproefde Christelijke taal op zijn eigen directe krachtige manier voor zichzelf te laten spreken tot moderne gedachten en harten die worstelen met de beperkingen en mislukking van het moderne bewustzijn.’(p. xiii)
Moderne wetenschap heeft moeite met het concept van consensus, omdat alle vooronderstellingen zeggen, dat een groep verdeelde kerken na 20 eeuwen natuurlijk allemaal heel anders denken.
Vooroordeel van veel moderne theologen is ‘dat er nooit enige consensus kan bestaan [maar] de werkelijkheid van de consensus en zijn duurzaamheid zijn zonder verklaring gebleven en veronachtzaamd in de academische wereld.’ (p. xix-xx)

Het is dezelfde Geest die de canonieke teksten inspireerde die ook actief werkt om de eenheid en samenhang te scheppen in alle leerstellige activiteiten te midden van veranderende historische omstandigheden. Deze cohesie is niet het product van het werk van moderne geleerden, maar van het werk van de Geest door twintig eeuwen van intensieve kritische Schriftuurlijke exegese heen.’ (p. xix)
Tenslotte twee gedachten ter overweging voor ons allemaal:
Klassiek Christelijk denken kan worden begrepen door moderne kritische denkers als ze kunnen leren om historisch en binnen een gemeenschap te denken, in plaats van individualistisch. Alleen wie luistert en zijn of haar eigen individuele ervaring laat verlichten door de wijsheid van de historische christelijke gemeenschap, kan die verlichte persoonlijke ervaring terugdragen naar de gemeenschap. (p. xx)

Alleen wie eerlijk luistert naar het traditionele Christendom kan eerlijk besluiten of het [voor hem] iets betekent.(p. xiv)

Even een beetje verduidelijking van Bas Belder

Europarlementariër B. Belder (SGP) eist opheldering van de Europese delegatie in Tel Aviv over een door de EU gefinancierd project dat Israëlische journalisten probeert warm te maken voor een Saoedisch vredesinitiatief dat voorziet in deling van Jeruzalem en een terugkeer van Arabische vluchtelingen, lees ik vanmorgen in het Reformatorisch Dagblad. Ik vind Bas Belder een aardige man, hij was het die me eind jaren ’80 bij het RD op weg hielp als aankomend journalist. Bedankt Bas. Maar toch, even een vraagje...

Het EU geld wordt besteed aan training die onder meer door de Neve Shalomschool, gevestigd in het Israëlisch-Arabisch ‘vredesdorp’ Neve Shalom, en het Palestijns Centrum voor Conflictoplossing en Verzoening, wordt georganiseerd. Ik vind het ten onrechte om dit „eenzijdige inmenging in het pluriforme Israëlische medialandschap” te noemen, en “strijdig met de ethische codes die in de journalistiek gelden.” De EU mag toch training aanbieden, en dat hoeft toch niemand te accepteren? Waarom noem je dit dan 'inmenging'? Het gaat bovendien om zowel Joodse als Palestijnse counterparts; mooi toch?

Hier in Egypte is met Nederlandse financiering een organisatie opgezet om journalisten te trainen in democratie en in gender-kwesties. (Ik was zo dom om aan dat opzetten zijdelings mee te werken; nu werkt mijn vorige accountant voor ze.) Democratie en gender-zaken, daar moet de overheid hier in Egypte, en ook de meerderheid van de bevolking, niet veel van hebben. Is dit dus ‘eenzijdige inmenging in het Egyptische medialandschap’? En zelfs als je vindt dat dit zo is, mag Nederland, of de EU, zijn politieke visie niet uitdragen? Daar zit voor vrind Bas vermoed ik het pijnpunt. Hij is het niet eens met dat Saoedische vredesplan.

Als de EU nou een groots plan zou financieren dat Palestijnse media moet uitleggen dat Palestijnen een Israelisch vredesvoorstel moeten aanvaarden, dan denk ik dat Belder daar met liefde voor zal stemmen. Want de Palestijnen moeten omgeturnd, maar de Israeli's niet, toch, Bas?

donderdag 29 april 2010

Zondag geen rustdag in Egypte

Vanavond en morgen leid ik twee kerkdiensten in ons kleine Anglicaanse kerkje, St John, in Maadi. De beelden links op de fotos zijn van in en om onze kerk. De priester die je ziet, is Rev Paul-Gordon Chandler. Dat wilde je toch weten? HIER vind je mijn preek voor vanavond en morgen, trouwens.

Waarom donderdag en vrijdag? Wel, hier in Egypte is het weekend vrijdag en zaterdag. Veel mensen hebben alleen vrijdag vrij. Derhalve vieren alle kerken op vrijdagmorgen hun kerkdiensten. Omdat onze kerk op vrijdagmorgen vol zit moesten we ook naar de donderdag uitwijken.

Ons kerkje wordt verder gebruikt door een Egyptische Anglicaanse kerk, en ook door Koreanen, Duitsers, Sudanesen, Fransen, en door de Engelstalige Maadi Community Church. Elk kerkgebouw in Egypte wordt tot overlopens toe gebruikt, omdat de Egyptische overheid het bijna onmogelijk maakt om nieuwe kerken te bouwen.

Overigens geeft Egypte op zondagmorgen (een werkdag) aan de Kopten het recht om een paar uur later op het werk te komen, om een kerk te bezoeken. Daar wordt nauwelijks gebruik van gemaakt. Het kerkelijk leven heeft zich echt naar de vrijdag verschoven.

De zondag is hier dus geen rustdag. Bijna alle christenen werken op deze dag. Er zijn wel bedrijven van Christenen die bewust vrijdag en zondag vrij hebben, en ook enkele scholen. Maar dat versnipperde weekend wordt door de meeste christenen als te problematisch gezien.

Geschiedvervalsing door Ten Brinke en Schouten

Drs. M. ten Brinke en M. A. Schouten zeggen in een opinieartikel in het Reformatorisch Dagblad dat ten onrechte wordt beweerd dat Israel niet mag bouwen in Oost Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever. Volgens hen gaat het daar niet om ‘Bezette Gebieden’. Die term zou ten onrechte worden gebruikt.

In hun artikel proberen Ten Brinke en Schouten hun opvatting dat Israel geen bezetter is, te baseren op ‘historische feiten’, en daarbij tonen ze zich nogal gemakzuchtig wat betreft die ‘feiten’. Op alles kan ik nu niet ingaan, maar ze maken een veelzeggende opmerking over het verdelingsplan van de Verenigde Naties in 1947: ‘De Israëli’s accepteren het verdelingsplan voor het gebied, de Arabische staten echter niet.’

Inderdaad, dat is toen gebeurd. De Arabische Staten vonden dat de wereldgemeenschap niet het recht had om het land waar ze als Arabieren eeuwenlang hadden gewoond, weg te geven aan nieuwkomers uit Europa. Bij nader inzien onhandig, want als ze dat toen aanvaard hadden, hadden ze nu een eigen staat die groter zou zijn dan de huidige Westbank, Gaza en Oost Jeruzalem. Israel ging in 1947 wel akkoord dus met dat plan, en gaf daarmee aan dat het land dat niet aan hen werd toegewezen, dus niet van Israel was. Lijkt me toch wel logisch. Of was Israel niet eerlijk met het aanvaarden van dat verdelingsplan? Beschouwde het dit slechts als bruggenhoofd voor meer veroveringen? Voor het land dat de VN aan Israel toekende, zie bovenstaande kaart.

Toen de Britten Palestina verlieten, riep Israel de onafhankelijkheid uit. Arabische buurlanden vielen Israel aan, maar Israel kwam goed uit de strijd: het veroverde meer land dan het was toegewezen. Ten Brinke en Schouten schrijven: ‘Het Jordaanse leger verovert de oude Joodse wijk in Oost-Jeruzalem en de eeuwenoude Joodse gemeenschap (zo’n 100.000 personen) wordt geëvacueerd naar West-Jeruzalem.’ [Even terzijde, uit het gebied dat Israel werd, werden 800,000 Palestijnen 'geevacueerd'] Hun suggestie is dat deze stadswijken aan Israel waren toegekend. Dat is niet zo. Israel had, met grote tegenzin, met een VN plan ingestemd dat heel Jeruzalem tot Internationale Zone bestempelde. Het enige dat Jordanië deed was het grootste deel van het land dat niet aan Israel was toegekend, bezetten. Israel greep een groot deel van Jeruzalem, Jordanie nam een ander deel. Maar nogmaals, uit deze strijd kwam Israel als de grote winnaar. Het had in 1948 beduidend meer land dan wat in 1947 was toegewezen, ook al slaagde het er niet in Oost Jeruzalem te veroveren. Dat Israel in 1949 al veel meer land veroverd had dan wat de VN had toegekend, is duidelijk uit het landkaartje hiernaast.

Ook de volgende uitspraak van Ten Brinke en Schouten is wonderlijk: ‘Tijdens de Zesdaagse Oorlog in 1967 verovert Israël zowel Oost-Jeruzalem als de Westoever, na herhaalde waarschuwingen aan Jordanië om zich terug te trekken.’ Pardon? Israel waarschuwde Jordanië om zich terug te trekken? De indruk wordt gewekt dat Israel erkende rechten zou hebben op de Westelijke Jordaanoever en Oost Jeruzalem, en dat het dus niet meer dan normaal was dat Israel Jordanië vroeg zich terug te trekken zodat Israel dan zijn rechtmatige gebied kon gaan besturen. En dus was Israel in 1967 gerechtigd, na veel vreedzame verzoeken, dat gebied met geweld te veroveren. Je zult in Israel geen historicus tegenkomen die de zaak zo weet te verdraaien.

De Verenigde Naties sprak zich dan ook uit tegen deze verovering door Israel. De Veiligheidsraad, beheerst door de vrienden van Israel, zei in Resolutie 242 (1967) dat het onacceptabel is dat gebieden door oorlog worden verworven. Israel kreeg opdracht zijn troepen terug te trekken uit de gebieden die het had ingenomen. Duidelijk wel, lijkt me. De wereld wilde niet dat Israel gebieden veroverde en het moest zich terugtrekken.

Dat sprake is van Bezette Gebieden heeft niets te maken met de Islam, zoals de schrijvers insinueren. Het is de internationale gemeenschap die deze termen gebruikt. Door op de Islam te wijzen wordt ons zand in de ogen gestrooid. ‘Een meerderheid van Arabische en Afrikaanse landen, dikwijls gesteund door China, Rusland of Cuba, heeft dit ‘recht’ in pro-Palestijnse zin doorgedrukt’, zeggen de schrijvers bovendien. Wel, op de Veiligheidsraad heeft dit geen invloed, want daar gebruiken de vrienden van Israel keer op keer hun veto.

Bovendien is de suggestie dat de uitspraken van de VN met een korrel zout genomen moeten worden omdat daar zoveel landen zijn die Israel niet welgezind zijn, een eigenaardig argument. Immers, met instemming wijzen de schrijvers op het Palestinamandaat uit 1922 dat anno 2010 nog wel steeds juridisch relevant zou zijn. Ja, toen bestond de Volkenbond alleen uit Westerse landen die bij het weggeven van dat Mandaat niet werden gehinderd door de rest van de wereld. Maar uit de redenering blijkt, dat Ten Brinke en Schouten gewoon aan cherry picking doet. Wat in hun optiek in internationale recht gunstig is voor Israel wordt aanvaard, en wat niet goed uitkomt, wordt terzijde gelegd. Net als de historische waarheid.

'De hemel is er alleen op zeldzame momenten.'

Zes maanden voor zijn dood schreef Charles de Foucauld aan Louis Massignon
Wat betreft Jezus’ liefde voor ons, hij heeft die duidelijk genoeg aan ons getoond om erin te geloven ook als we niet in staat zijn die te voelen. Te voelen dat we van hem houden, en dat hij van ons houdt, dat zou de hemel zijn. Maar de hemel is er voor ons, hier beneden, alleen maar op zeldzame momenten en in zeldzame situaties.
De Foucauld was een Franse missionaris in Algerije van 1901 totdat hij op 1 december 1916 werd vermoord door anti-Franse opstandelingen. Die zeiden dat zijn goedheid de Algerijnen teveel positieve gevoelens over de Fransen gaf.

In Algerije woonde De Foucauld in Tamanrasset onder de Toearegs. Hij wilde leven met de mensen die 'het meest verlaten' waren, om aan hen het evangelie 'te schreeuwen met mijn leven'. 'Ik wil voldoende goed zijn, zodat mensen zeggen: "Als de dienaar al zo is, hoe moet dan de Meester wel niet zijn?"'

Gebed:
O God, wiens gezegende Zoon arm werd opdat wij door zijn armoede rijk zouden worden: bevrijd ons van een ongepaste liefde voor deze wereld, opdat wij, geinspireerd door de toewijding van uw dienstknecht Charles en hen die zijn werk hebben geprobeerd voort te zetten, u zullen dienen met een toegewijd hart en de rijkdom van de komende eeuw beerven; door Jezus Christus onze Heer, die leeft en regeert met u, in de eenheid van de Heilige Geest.

woensdag 28 april 2010

Zwaarlijvigheid: zonde tegen God en samenleving

Ik ben een geboren Bourgondiër, vrees ik. Vlees, vis, bier, wijn, het heeft, laat ik maar zeggen, de neiging mijn onmiddellijke en volle aandacht te krijgen. En deze aandacht die ik welhaast van nature lijk te hebben, zorgt dat ik alleen met grote moeite de koelkast dicht kan houden. Is het een wonder dat ik dagelijks vol stress op de weegschaal sta? Ik mag niet zwaarder worden, er moet veel af! Voor veel mensen is de relatie tot hun eten en drinken een levenslange veldslag, met als inzet de vraag wie de macht heeft. ‘Vul ik mijn bord nog een keer, op laat ik het erbij? Nog één glaasje dan?’

Eten heeft ons in de greep


Op grond van het sterk toenemende aantal gevallen van obesitas in Nederland, en trouwens in onze hele westerse samenleving, mag je wel constateren dat we de strijd tegen het eten lijken te verliezen. Eten houdt ons in de houdgreep. We weten dat het een groot probleem is – een gevaar voor de gezondheid en een dure last voor de samenleving.

Vraatzucht, het niet kunnen stoppen met denken aan eten en drinken, en het daaraan ook toegeven, werd vroeger een zonde genoemd. Tegenwoordig gebruiken we die term niet, maar het wordt nog steeds als een ernstig probleem gezien. En heel eigenaardig is, dat het steeds prominenter wordt gestimuleerd en bestreden tegelijk.

Onze vraatzucht is gestimuleerd door steeds meer kookprogramma’s, boeken over voor het goede culinaire leven, stratenvol prima restaurants en een levensstijl van uitgaan. We hebben ons als samenleving met vreugde op eten en drinken geworpen.

Maar omdat tegelijk de vetloze mens met een lijf als een spijker het ideaal is, is ook de aandacht voor afvallen, lijnen, sportscholen, gezond eten, van zodanige omvang dat het tot een enorme industrie heeft geleid. We willen alles eten en drinken maar er mag geen grammetje teveel aan ons skelet drillen. We besteden onze miljarden eerst aan enorme hoeveelheden kwalitatief prachtig eten en drinken, om vervolgens miljarden uit te geven om dat genot weer teniet te doen. Het lijkt wel een aardse vorm van de helse straffen van de Middeleeuwen.

Hel op aarde

Dante Alighieri (1265-1321) beschrijft in zijn Inferno hoe veelvraten in de eeuwigheid lijden in de kou, in hagel, sneeuw en regen. Ze zitten voorgoed in smerige omstandigheden. Deze lichamelijke ellende is de straf voor hoe ze hun lichaam op aarde alles hadden geschonken wat het maar wilde. Hieronymus Bosch heeft op zijn schilderij Het Laatste Oordeel veelvraten in een kookpot zitten. De vette mannetjes eten niet meer, maar worden zelf opgegeten. Ze krijgen wat hun toekomt.

Vroeger werd je als dik mens door de kerk aangesproken op de vraag of je je aandacht wel op God richtte, en kreeg je de vermaning tot zelfbeheersing tegen de achtergrond van de meest gruwelijke voorstellingen van de hel. Nu ervaren veel dikke mensen deze hel reeds op aarde, beschrijft Francine Prose in haar boekje Gluttony (Oxford, 2003). Ze schetst een beeld van hoe afkeurend de geseculariseerde wereld met obesitas omgaat.

Wie door zijn lichaamsomvang bewijst dat eten machtiger is dan zijn zelfbeheersing, wordt door de samenleving vaak verstoten. Dikke mensen worden uitgelachen, sociaal gemeden, hebben moeite een huwelijkspartner te vinden. Ze lijken een wandelende ontkenning van onze o zo dierbare nadruk op gezondheid en een lang leven, ze spotten in feite met ons. Soms ontnemen ze je zelfs de adem, het zou toch niet toegestaan moeten zijn dat zulke lui naast je in een vliegtuig zitten. En ook heel schandalig, in een wereld van honger en gebrek lijken ze niets te geven om het lot van de hongerige wereldburger.

De zonde van vraatzucht

Vanaf het begin van het christendom was eten en drinken een voornaam thema dat zich in het theologische denken een plaats verwierf. De Heer Jezus Christus zei dat het wat hem betreft echt niet uitmaakt wat mensen eten of drinken; wat uitmaakt is er wat er in je hart leeft. Als zielendokter stelde hij de diagnose, en hij bood bovendien alle hulp om die harten te genezen.

Onder de vroegste christelijke schrijvers, zoals Tertullianus (Ca 165-240) kom je veel weerzin tegen de eetgewoontes van de heidense Romeinen tegen. Hij spreekt zich bijvoorbeeld uit over de walgelijke zure lucht bij de grote feesten waar de welgestelde dames en heren luid liepen te boeren. Tertullianus was niet tegen eten; hij was tegen de uitwassen eromheen.

De woestijnvader Evagrius uit Pontus (345-399) schreef stichtelijke werken waarin de belangrijkste zonden werden opgesomd en beschreven. In zijn lijst van acht hoofdzonden, ‘demonen’ noemde hij ze, kwam vraatzucht voor. Evagrius beschreef de vraatzucht als een kameraad die hij goed kende maar waar hij als woestijnheilige afstand van had moeten doen.

Vraatzucht is de moeder van alle lust, het voedsel van kwade gedachten, luiheid in het vasten, obstakel voor ascetisme, de terreur tegen morele doelen, het inbeelden van voedsel, de tekenaar van kruiden, een ontembare hengst, ongebreidelde dwaasheid, ontvanger van ziekten, afgunst van gezondheid, obstructie van de (lichamelijke) doorgangen, het kreunen van de ingewanden, de uiterste der gewelddaden, medewerker van de lust, vervuiling van het intellect, zwakheid van het lichaam, moeilijk slapen, duistere dood.

De kerkvader Gregorius de Grote (540-604) is degene geweest die de traditionele zeven doodzonden heeft vastgesteld die tot nu toe in de kerk worden behandeld. Dat zijn hoogmoed, afgunst, vraatzucht, begeerte, woede, hebzucht en luiheid. Gregorius beschreef in zijn Moraliteit Xxx.18 de zonde van vraatzucht als volgt:
De zonde van de vraatzucht verzoekt ons op vijf manieren. Soms loopt het vooruit op het uur van de noodzaak; soms zoekt het enkel dure vleessoorten; soms vereist het dat eten op overdreven manier wordt gekookt; soms gaat het de hoeveel die ter verfrissing nodig is te boven door teveel te nemen; soms zondigen we door de verhitting van een onmatige eetlust.
Het gaat dus om te snel, te luxe, te veel, te hebzuchtig, te overdreven. Daarmee gaf Gregorius aan, dat een bescheiden manier van eten en drinken, niet verkeerd is. De kerkvaders waren intelligent genoeg om te beseffen dat ze weinig kerkleden zouden overhouden als ze ten strijde zouden trekken tegen eten als zodanig. Hun verzet was tegen de overdrijving, en de pijnlijke consequenties, niet tegen eten als zodanig. Overigens was bij deze kerkvader het genieten van eten wel verdacht; dat zou eigenlijk niet moeten. Van die houding heeft de kerk afstand genomen. Het adagium werd: genieten met mate. Zelfbeheersing werd een belangrijke deugd.

Thomas van Aquino (1225-1274) meende dat teveel eten en drinken leidt tot overdreven en ongepaste vreugde, luidruchtigheid, viesheid, praterigheid, en een sloomheid van denken waardoor de mens weinig meer begrijpt. Ook Thomas van Aquino sprak naar het lijkt uit de ervaring van een levenslange strijd tegen deze ‘demon’ van vraatzucht, want voor hem was het genieten van een goede maaltijd en een lekker glas, van groot belang. De Britse G.K. Chesterton omschrijft hem in zijn boek Saint Thomas Aquinas aldus:
Zijn omvang maakte het makkelijk om hem, met een zekere humor, te beschouwen als een soort wandelende ton. [...] Hij maakte daar zelf grapjes over. Misschien was hij zelf [...] verantwoordelijk voor de overdrijving dat een halve maan uit de eettafel moest worden gezaagd zodat hij kon zitten.
Voor Aquino lag de zondigheid van vraatzucht niet zozeer in de hoeveelheid eten en drinken als zodanig, maar in de mate waarin dat in staat was de zinnen van God en de hogere dingen af te trekken. Wat overigens niet alleen een probleem is voor mensen die teveel eten en drinken, maar evengoed voor hen die niks willen eten en drinken. Ook voor meisjes met boulimia draait alles om eten.

Voor de christelijke mens was lekker eten en drinken nimmer verboden. Maar het steeds maar in gedachten bezig zijn met eten en drinken, de overdreven aandacht, dat werd afgekeurd. Tegenwoordig spreken we niet meer over de ‘demon’ of de ‘zonde’ van vraatzucht; we weten dat voor veel dikke (of spijkerdunne) mensen innerlijke problemen de aanleiding voor hun eet- en drinkgewoontes zijn. Soms liggen er ook serieuze fysieke oorzaken aan ten grondslag. Maar in zekere zin maakt dat niet eens zoveel verschil met de houding die de kerk altijd heeft gehad ten aanzien van mensen die zich voleten. Het ging nooit om het eten als zodanig, maar om het feit dat de veelvraat zijn aandacht niet op God richtte maar op zichzelf. Voor veel mensen met eetstoornissen zit daar precies hun probleem; ze zijn haast niet meer in staat om ergens anders aan te denken. Hun hel is op aarde.

En misschien is er ook wel een verband tussen de enorme hoeveelheid zielse kwellingen waaraan mensen tegenwoordig lijden, en waardoor er dus steeds meer dikke mensen komen, en de secularisering van het leven. Zonder een goddelijke verlosser in het centrum van het bestaan, voelen veel mensen zich verloren. Tegenwoordig ga je met je innerlijke kwalen langs een psychiater, of je gaat aan de zelfhulp met magische stenen, wichelroedes, en allerhande ik-mag-er-zijn boekjes. Of je zoekt, als een alternatieve vorm van christelijke gemeenschap, je heil bij Overeaters Anonymous Vroeger kon God je tenminste nog redden, nu moet je het zelf doen. Geen wonder dat we steeds dikker worden; van ellende gaan we eten. De apostel Paulus waarschuwde ons nog zo dat we van de buik geen afgod moesten maken, maar we hebben meer aandacht voor wat in die donkere krochten terecht komt, dan voor Degene die ons kan behouden van alle onheil van de ziel en meer.

dinsdag 27 april 2010

Groeicijfers van de Roomse kerk wereldwijd

Vandaag heeft het Vaticaan cijfers gepubliceerd over de groei van de Rooms Katholieke Kerk wereldwijd. Wie naar Nederland en Europa alleen kijkt, heeft reden tot grote zorg; wie kijkt naar Azie en Afrika, wrijft zich de ogen uit. Tussen het jaar 2000 en 2008, groeide de Rooms Katholieke Kerk in Afrika met 33%; in Azie met 15.6%. Dat ook in de USA de RK Kerk met bijna 11% groeide, is vooral door de poreuze zuidgrens van dat land. In Europa groeide de RK kerk slechts met 1.17%.

Je moet deze cijfers wel vergelijken met de bevolkingstoename in deze zelfde periode dus. Wereldwijd groeide de bevolking van 6.1 tot 6.75 miljard mensen. Dat is dus met iets meer dan 10%. Wereldwijd groeide de RK kerk met net over de 11%, dus er is sprake van een lichte percentuele groei. Dit betekent dat miljoenen mensen zich bekeerden tot de kerk van Rome.

Deze cijfers maken in elk geval duidelijk hoe sterk de kerk zich in de afgelopen tientallen jaren heeft verplaatst naar de Global South. Ook in mijn eigen Anglicaanse Kerk is dat zichtbaar. Wie The Next Christendom van Philip Jenkins niet heeft gelezen, dat moet je zeker doen. Een eye-opener; Jenkins haalt de mythe dat de kerk een westerse aangelegenheid is, krachtig onderuit. God heeft alle volken op het oog, en het is opvallend om te zien hoe enorme aantallen niet-christenen in continenten als Afrika en Azie zich tot het christelijk geloof keren.

Deze verschuiving heeft verregaande gevolgen. Het meest opvallende is dat de wereldkerk steeds minder een blanke kerk is. Integendeel, het Christendom is overweldigende ‘gekleurd’. In de Anglicaanse kerk heeft dit tot gevolg dat het liberale theologische standpunt dat zo sterk in de Westerse landen voet aan de grond heeft gekregen, heel snel op zijn retour is. Een bewijs daarvan waren de GAFCON meetings die de afgelopen dagen in Singapore zijn gehouden. Mijn eigen bisschop, Mouneer Hanna, was daar ook. De vertegenwoordigers van de Global South sprake daar klare taal en maakten duidelijk dat ze niet bereid zijn het theologisch liberalisme van de kerken in Engeland en de USA nog langer te pruimen. Het zuiden begint de teugels van de kerk in handen te nemen!

Wie de Anglicaanse Kerk beoordeelt door naar het zooitje ongeregeld in de westerse wereld te kijken, kan makkelijk bedrukt raken. Wie zijn ogen opent voor het feit dat in Afrika en Azië 80% van alle Anglicanen woont, en dat de bisdommen daar Bijbelgetrouw en orthodox zijn, kan heel vrolijk raken. In Nigeria zijn 20 miljoen Anglicanen, en dat zijn kerkelijk betrokken mensen; kerken vol, en vooral met jongeren. In Groot Brittannië zitten er op zondag gemiddeld 1 miljoen in de kerk, vooral ouderen. In de USA is het net zo; lege kerken, en wie er zit is oud. Veel Anglicaanse kerken in Europa en de USA kunnen alleen voortbestaan omdat een eeuw geleden rijke lui een erfenis nalieten die zorgt dat tot in der eeuwen eeuwen een priester en het onderhoud van het dak kan worden betaald.

Paus Benedictus XVI zal naar verwacht spoedig aankondigen dat hij een Pauselijke Raad voor Nieuwe Evangelisatie zal oprichten, om het Evangelie terug te brengen naar de Westerse samenlevingen, vooral Europa en de USA. Prachtig, dat hebben we nodig! Daarbij kunnen we niet zonder de gelovigen uit Afrika en Azië.

Voorbereidingen voor filmpjes op deze blog

Een paar lui op mijn kantoor helpen me even met het maken van een standaard intro voor de filmpjes die ik binnenkort hier hoop te gaan vertonen. Een beetje praten en beeld erbij is wel zo leuk voor de communicatie. 'Bespiegelingen' gaan ze heten; in de spiegel van de vreemde cultuur waar ik sinds 1988 bijna onafgebroken woon, ga je heel anders naar je eigen cultuur kijken! Je ziet dan scherper de (eigen)aardigheden. Ik zal me ook niet onthouden van commentaren die samenhangen met mijn christelijk geloof. Nog een paar weken, denk ik...

Preken over 'Zie ik zal alle dingen nieuw maken'

Donderdagavond en vrijdagmorgen preek ik hier in Maadi (Cairo) in St John over Openbaring 21:1-6. HIER kunt u die preek vast lezen, over het verlangen van zoveel mensen naar een betere wereld. Maar daarvoor zijn betere mensen nodig, en een God in de hemel.

Een paar opvallende zaken. In de troonzaal van de hemel komen we niet alleen God, maar ook Jezus tegen. Hun identiteit is op een eigenaardige manier vervlochten.

Als Johannes een visioen heeft over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, zegt degene die op de troon zit: "Het is voltrokken". Alsof het nu al een feit is. Die woorden zijn een echo van "Het is volbracht". De vernieuwing van hemel en aarde zijn gegarandeerd door de dood en opstanding van Christus.

Eenmaal zal God bij de mensen zijn, zullen de volken zijn volken zijn, eenmaal wordt de schepping vernieuwd. Maar wie nu aan Christus verbonden is, degene die de toekomst waar maakt, weet nu al dat God nabij is, weet zich nu al volk van God, en is nu al een nieuwe schepping.

Tenslotte zeg ik nog iets over het ervaren van Gods nabijheid vandaag. Jezus nodigt ons uit om van hem nu al levend water te drinken, en dat is een concrete uitdaging om te zien of God inderdaad nabij is. HIER de hele preek.

Gedachten voor de nacht... bier in Egypte

Ditjes en datjes over bier in Egypte…

1. Egyptenaren waren de eersten die op grote schaal bier brouwden, hoewel het vocht in Sumerie werd ‘ontdekt’.
2. De arbeiders die de piramiden bouwden, hadden kontraktueel recht op een dagelijkse portie bier.
3. Egyptenaren gebruikten bier als betaalmiddel voor het betalen van slaven, priesters, ambtenaren.
4. Cleopatra was de eerste heerser op de wereld die een bierbelasting introduceerde.
5. Egypte beschouwde bier als voedsel, niet als drank
6. Veel tempels in Egypte hadden hun eigen brouwerijen en bierhallen, allemaal ten dienste van de goden natuurlijk.
7. Rijke Egypenaren die uitgingen, namen vaak twee slaven en een hangmat mee, om na een zware nacht naar huis gedragen te worden.
8. Voor de Islam is bier officieel taboe…
9. Maar Egypte verkoopt het wel, officieel alleen aan christenen, niet aan moslims. Jaaaaaaaaa....
10. Tijdens de Islamitische feestmaand Ramadan wordt evenveel bier geconsumeerd als in de rest van het jaar. Eh vieren de christenen dan zoveel feest in Ramadan?
11. Ik moet nu even weg om een in het islamitische Egypte gebrouwen bier, afkomstig van een staatsbedrijf, te nuttigen… Stella.

maandag 26 april 2010

Mijn favoriete dierenwinkel, absoluut

Absoluut, mijn favoriete dierenwinkels zijn de slager en de visafslag. O mensen, hoe heerlijk gaat dit worden!

Hoe je Down Syndroom kan genezen

Een voorproefje uit een boekje dat ik over Egypte schrijf:

Een unieke ervaring had ik toen na een protestantse kerkdienst in Shoebra, een volkrijke wijk in Cairo, een arme weduwe met haar zoontje met Down Syndroom bij een van de ouderlingen kwam. Ik bestudeerde geïnteresseerd wat daar gebeurde; na even praten, moest de moeder met haar zoon gaan zitten. Broeder Louis, zoals de corpulente ouderling heette, pakte de jongen stevig bij de oren, en begon tegen hem te schreeuwen. ‘Hoe heet je! Hoe heet je!’ Die vraag hoefde de ouderling niet aan Boetros te stellen, die naam had zijn moeder al genoemd. Het ging broeder Louis om de naam van de jinni, de demon, die de jongen in de greep hielp.

Toen de demon van Down Syndroom niet snel genoeg antwoordde, ging broeder Louis hem wat helpen. ‘Hoe heet je? Ben je Ahmad of Mohammad? Ben je Ahmad of Mohammad?’ Dat de boze geest wel een islamitische naam moest hebben, was natuurlijk een uitgangspunt. Toen de boze geest ook op deze hints niet antwoordde, gaf de ouderling het maar op. Moeder en zoontje dropen af en keerden onverrichter zake naar huis terug. Het leek of ze de routine gewend waren. ‘Volgende week nog maar eens proberen, of misschien moeten we het eens bij een andere kerk proberen’, moet de moeder gedacht hebben.

Nederland islamiseert; hoofddoeken horen hier niet

Begrijp me niet verkeerd, ik wil niemand het recht ontzeggen om in Nederland hoeden, petten, lappen, doeken, desnoods koolrapen op haar of zijn hoofd te dragen. Hoofddoeken mogen van mij wel in Nederland, maar ze horen er niet thuis, omdat ze symbool zijn van een cultuur die traditioneel niet de onze is.

Mijn Egyptische huishoudster, Laila, heeft vijf dochters en een zoon. Als je Laila en haar dochters in Cairo op straat tegenkomt, hebben ze allemaal hun hoofddoeken op. Geen haar mag te zien zijn. Zodra ze bij mij in huis zijn, gaan al die doeken af. ‘Laila’, zei ik eens tegen haar, ‘dat kan je toch niet doen! Jouw Islam leert je toch dat je die doek op moet hebben als er een man bij is?’

Het antwoord was veelzeggend. ‘Jullie buitenlandse mannen zijn anders...’

De hoofddoek is niet een symbool van persoonlijk vroomheid van Laila en haar dochters, maar is om zich de Egyptische mannen van het lijf te houden. Volgens het Islamitische wereldbeeld zijn vrouwen een lustobject van top tot teen, dus moet dat allemaal bedekt worden om geen mannen te verleiden.

De Islam leert dat de seksuele lust van mannen een integraal onderdeel is van hun persoonlijkheid, en die lust is niet te temmen. Het wordt dan ook volstrekt normaal gevonden dat mannen meerdere vrouwen tegelijk hebben. Islamitische theologen leggen uit waarom dit is. ‘Mannen hebben nu eenmaal een grote seksuele behoefte.’

Voldoen aan je grote behoefte is niet in de eerste plaats een morele maar een fysieke kwestie. Je wilt als man niet anders en je kunt ook niet anders. Zo ben je nu eenmaal. Dat mannen in het paradijs 72 maagden zullen hebben is dus niet vreemd. Daar hebben ze behoefte aan, en dus krijgen ze het.

Seksuele behoefte wordt in de Islam nauwelijks in verband gebracht met zelfbeheersing van de man. Hij kan er weinig aan doen, dus moet de vrouw het probleem maar oplossen door enerzijds altijd voor haar man beschikbaar te zijn (als ze een keer ‘nee’ zegt mag je van haar scheiden) en door zich voor alle andere mannen dan die van haarzelf, onzichtbaar te maken. De sjiitische Islam heeft zelfs het hoerenlopen gelegitimeerd door toe te staan dat je voor een uurtje een 'huwelijk' sluit.

De verantwoordelijkheid van de vrouw gaat zover, dat als ze worden verkracht, ze volgens de Islamitische wetgeving ter dood moeten worden gebracht. Ze heeft voor de arme man zonder zelfbeheersing een situatie geschapen die hij wel moest misbruiken om op de vrouw te springen. De vrouw moet zich dus volledig aan het beeld van de man onttrekken om hem niet tot daden te brengen die verkeerd zijn, maar waar hij zelf eigenlijk niets aan kan doen. Zo is hij nu eenmaal.

Een samenleving waar mannen voortdurend horen dat ze enorme seksuele driften hebben die ze niet kunnen beheersen, gaat al makkelijk denken dat er dus niks mis mee is. In zo’n samenleving mogen mannen eigenlijk een soort onvolwassen pubers blijven, terwijl de vrouwen de lasten moeten dragen.

Ons christelijke wereldbeeld is beslist anders. Ten eerste definiëren we de man niet door zijn seksuele verlangens alleen. Die zijn er, maar een man heeft veel meer motiverende drijfveren. Ook christenen puberen, maar dat is een fase, en in die fase leert de jongeman om met zijn gevoelens om te gaan op een sociaal verantwoorde manier. Ja, ook christenen weten dat mannen seksuele behoeften hebben, maar het toegeven aan immorele behoeften buiten het huwelijk wordt niet in verband gebracht met een soort fysieke zwakheid, maar met zonde. Zonde, niet van de vrouw maar van de man!

Het christelijke antwoord is niet dat vrouwen zich uit het wereldbeeld van de mannen moeten verwijderen, maar van mannen wordt een flinke dosis volwassenheid verwacht, waarbij zelfbeheersing een centrale rol speelt. Je doet niet alles wat in je opkomt. Een vent weet zich te beheersen en leidt een respektabel leven.

‘Jullie zijn anders’, zei Laila tegen me. Dank je. Maar ik vrees dat ze zou schrikken als ze een week in Nederland zou zijn, door de winkelstraten zou lopen, naar de muziek luisteren, naar televisie kijken. Onze samenleving 'islamiseert’, niet door de moslims die er zijn, maar omdat we als mannen in Nederland ook steeds puberaler aan onze lusten lijken toe te geven. Waar is onze zelfbeheersing gebleven? Met het verwerpen van de christelijke moraal zijn we in een stinkend moeras terecht gekomen.

Ook in Nederland speelt seks steeds openlijker een rol, en ik vind het niet te pruimen. Vooral op televisie is het een schande. Wie wel eens ‘s nachts langs onze nationale zenders zapt, weet niet wat hij ziet. Trouwens, geen normale film lijkt meer te kunnen zonder lange, totaal niet functionele seksscenes die maar weinig aan de verbeelding overlaten. Mannen hebben een grote behoefte, en daar kunnen ze eigenlijk niks aan doen, lijkt ook in Nederland het adagium te zijn geworden. Dus geven we er vrolijk aan toe. Een verschil met de moslimsamenleving is dat in Nederland vrouwen daar nog openlijk aan meedoen ook. Dit is een gedrag, een cultuur, die traditioneel niet de onze is. Wie zich ergert aan de hoofddoeken op straat in Nederland kan zich beter wat meer bekommeren om de veel ernstiger uitwassen van vuiligheid in de eigen samenleving.

zondag 25 april 2010

Saoedische invasie van Egypte: Islam en prostitutie

Sommige Nederlanders hebben het gevoel dat ze door moslims worden overlopen, een stelling die de nodige nuancering behoeft, maar wat te denken van ons hier in Egypte? Wij worden overlopen door Saoediërs. De minister van toerisme heeft in een rapport laten weten dat meer dan 600.000 flats en huizen in dit land eigendom zijn van Saoediërs. Daarvan bevindt zich 60% in Cairo, 30% in Alexandrië of elders langs de noordkust, en de rest elders.

Alleen al in het jaar 2007 kochten Saoediërs 25.000 appartementen in Cairo. Minister van Toerisme Zuhayr Garanah noemt deze invasie (mijn term ☺) van Saoediërs ‘een steun voor het toerisme en de reisindustrie’. Ja, voor zo’n conclusie hoef je geen minister te zijn.

Veel Egyptenaren hebben een heel andere indruk van deze Saoedische toevloed. Het eigenaardige is dat Saoedie Arabië bekend staat om twee exportproducten: het brengt een veel conservatiever Islam naar Egypte, en het is een enorme boost voor de prostitutie. In sommige delen van Cairo is de prostitutie in de zomer heel zichtbaar. Omdat de klandizie door het kapitaal dat ze meebrengen bijna onaantastbaar is, grijpt de overheid niet in. Deze extra injectie in de vleesindustrie maakt dat vliegtuigladingen vol Oost Europese dames naar Cairo en Alexandrië komen aan het begin van de zomer.

Vooral na 2001, toen Europa en de USA veel strenger visa-eisen gingen stellen, profiteerde Egypte van de groei van deze industrie. Een woning kopen in Egypte is lucratief, omdat de prijzen al jaren stijgen; het is in de zomer in Cairo bovendien slechts 35-45 graden, wat voor de Saoediërs afkoeling betekent. Nou ja, en als ze fysieke kunstjes met Russische dames gaan doen ook de nodige verhitting, maar dan anders.

zaterdag 24 april 2010

Uit een komend boek: onze poortwachter

Ik ben begonnen met een boekje over Egypte te schrijven voor een Nederlandse uitgever. Ik zal hier af en toe vast een opwarmertje neerzetten. Vandaag een voor de rustdag - over onze poortwachter.


In Kairo
wordt enorm op de ‘boeren’ uit de Saïd, het zuiden van het land, neergekeken, maar dat weerhoudt die lui er niet van om het betere leven in Kairo te zoeken. Zo ook Ezzat. Als slimme telg van de familie kwam hij eerst, als bruggenhoofd, met zijn gezin. (zie foto) Sindsdien zou zijn dorpje geleidelijk ontvolkt zijn, ware het niet dat de procreativiteit in het dorp hoog genoeg is om de exodus van de grote familie van Ezzat op te vangen. Al jarenlang zorgt Ezzat dat de een na de ander uit zijn familie in onze wijk een baantje vindt.

Zo ook Adel, Ezzat’s oudste broer. Jihan Sadat, de vrouw van de voormalige president van Egypte, Anwar Sadat, heeft eens gezegd dat 10% van alle Egyptenaren verstandelijk gehandicapt is. Adel valt zeker in die categorie. Dat hij niet kan lezen en schrijven is normaal in Egypte, en zegt meer over het gebrek aan kansen dan aan IQ. Maar Adel is, toen de Schepper hersencellen uitdeelde, waarschijnlijk over het hoofd gezien.

Adel werd dus de poortwachter voor ons huis. We lieten een klein hokje voor hem bouwen, met daarnaast een toilet. Hij kreeg een minimaal ‘marktconform’ salaris. Uiteraard voelden we ons schuldig dat we maandelijks meer aan kattenvoer uitgaven dan aan Adel. Maar goed, onze katten dienden hun doel dan ook beter dan Adel. Hij deed alles behalve de poort bewaken.

De meest louche types uit de buurt papten met hem aan, en hij liet zich telkens inpalmen. De vreemdste heren zaten in onze tuin met Adel aan de thee. En vaak, juist als we hem nodig hadden, bleek hij er niet te zijn. En dan zijn domheid... Neem nou toen ik hem een keer naar de winkel stuurde voor halfvolle melk. Nisfi Dasm. Komt Adel een uur later terug, om op zijn Saïdi-manier heel oprecht te zeggen: ‘Mistr, ze hebben alleen hele liters, geen halve literpakken...’ Dan zuchtte ik maar weer diep, en dronk nog een glas thee met hem op het stoepje voor zijn kamer. Mierenzoet, en uit een glas dat van binnen en buiten kleefde van alle voorgaand gebruik. Maar ach, relaties zijn belangrijker dan properheid.

Wordt vervolgd. :-)

Ik hoop op een verpletterende zege van het CDA maar...

Ik geloof dat ons prettige vaderland echt gebaat is bij een sterke middenpartij als het CDA. Dat geeft stabiliteit, en ik ben het doorgaans wel eens met de standpunten van de partij. (Ik vind overigens niet dat ik het per se met alles eens hoef te zijn, dat is precies de pest van ons bestel met een proliferatie van partijen.) Het liefst zou ik zien dat het CDA zich breed-christelijk en conservatief zou profileren.

Conservatief, dus als partij waar alleen wat niet goed werkt wordt veranderd, en dat in kleine stapjes, waar respect bestaat voor oplossingen uit het verleden, waar politiek niet probeert de samenleving aan te passen maar een dienende functie vervuld binnen de kaders van onze cultuur en geschiedenis. Geen social engineering dus.

Breed-christelijk, dus met RK en alle soorten protestanten samen. Ik heb altijd gedacht dat het CDA een soort congrespartij was met christenen van diverse pluimage. Soms overheerst het denken van de ene stroming wat meer, dan weer de andere, maar er is altijd interne discussie. Maar ik vrees, ik heb me daarin gewoon vergist.

Mijn vrienden die me zeiden dat het CDA geen christelijke partij meer is, geef ik geen gelijk. Ik oordeel niet over het christelijk gehalte van mensen die zich christelijk noemen. Maar ik vind het onverteerbaar dat een christelijke partij niet op zijn minst een brede christelijke maatschappijvisie aan ons opdist op een fraaie congresdag.

Gaat het dan alleen om de vraag of we nog een slootje stemmen kunnen trekken van die partijen die net links of net rechts van het CDA staan? Piet de Jong verwijt de PvdA dat het zich uit het kabinet terugtrok vanwege een paar zetels bij de gemeenteraadsverkiezingen. Doe het CDA niet precies hetzelfde nu? Of zien we nu gewoon de bijzonder waterige visie van het CDA op wat 'christelijke politiek; is?

Dat laatste denk ik. Dat lijkt me evident uit het feit dat vandaag, op een dag waarop 1000 amendementen op het verkiezingsprogram op tafel lagen, zelfs geen enkele stem opging die vroeg waarom het thema van abortus niet meer in het program voor de komende jaren staat... Waar zijn de CDAers van orthodoxe achtergrond? Waar zijn de Rooms Katholieken die zich bekommeren om de leer van hun eigen kerk over abortus? Vandaag totaal afwezig dus.

Ik betreur dit enorm. Is er binnen het CDA dan geen stroming van enig gehalte meer die zich bekommert om het moorddadige van abortus? Wat mensen motiveert weet ik natuurlijk niet. Maar ik vrees dat de ChristenUnie die hele stroming die vroeger binnen het CDA zat, heeft opgeslokt. Ik vind dat geen winst. Als al die lui binnen het CDA zaten, was er vandaag een duidelijke uitspraak van het CDA over abortus gekomen. Is dat nou winst?

Dan gaat straks de CU weer 8 of 9 zetels halen, en het CDA wordt met 33 net niet de grootste? Met 40 zetels samen zouden die makkelijk de winnaar zijn, en een ijzersterke centrumpartij kunnen zijn. Onverslaanbaar, en met intern voortgaande disucssie, en onenigheid, maar een goede afspiegeling van christelijk nederland en een sterke partij die ons land echt nodig heeft.

Ik heb dit jaar geen zin om CDA te stemmen, ook al doe ik dat al 20+ jaren elke keer. En de CU, die het CDA een beetje leeg zuigt, ach nee, ook maar niet.

Ik ben helemaal niet voor een theocratische visie op de samenleving, en van mij mogen alle kamerleden vrouw zijn. Maar omdat ik me vreselijk erger aan de antichristelijke tendens in onze samenleving die zich recentlijk het duidelijkst uitte in het arrest van de Hoge Raad over de SGP...

SGP deze keer.

En zet uw handtekening op www.zijmaakthetverschil.nu

Nostalgie - toen Jake Strengholt verdronk

Dit schreef onze dochter Rosemarie toen ze 13 was en ze hoorde dat Jake was overleden. Ik publiceer dit met haar toestemming. Toen ze het nieuws hoorde kon ze er niet over praten, maar ze sloot zich op in haar kamer. Een uur later stuurde ze deze email naar familie en vrienden.
Jake Strengholt,

Our loving, gentle and adventurous cat has recently passed away. He drowned in the swimming pool. We think he might have slipped off the sides.
 
He died on Sunday the 11th. May he rest in peace with our Loving Father God in heaven. He lived up to the limits and he had a very fruitful and fulfilling life. He was loved by everyone including his Father!
 
Our one and only wish for him now, in his heavenly life is, dear Jake,
 
Rest in Peace

vrijdag 23 april 2010

de CU kan maar beter vast met D66 gaan praten

Op grond van de tussenstand voor de verkiezingen in juni kan Rouvoet maar beter vast even met Pechtold vorkje gaan prikken. Gewoon even praten als ideologische vijanden onder elkaar...

Synovate liet ons vandaag weten hoe het pluche van ons parlement zou worden verdeeld als er vandaag verkiezingen zouden worden gehouden. Hier de uitslag. Als er een getal tussen haakjes staat, duidt dit op veranderingen vergeleken met vorige week.

CDA 30
PvdA 30
SP 10 (-1)
VVD 27 (+4)
PVV 18 (-3)
GL 9 (-1)
CU 8 (-1)
D66 14 (+2)
SGP 2
PvdD 2
TON 0 (-1)

Een paar opmerkingen:

1) De race lijkt weer ouderwets te zijn: het gaat over de vraag of CDA, PvdA of VVD de premier gaan leveren.

2) De PVV is ver over zijn top en lijkt nu eerder omlaag dan omhoog te stevenen

3) partijen die we als rechts bestempelen (VVD, PVV, SGP D66) hebben samen 61 zetels

4) links (PvdA, SP, GL, PvdD) heeft samen 51 zetels.

5) Moet de CU bij links tellen? Dan heeft links dus 59 zetels. Maar de CU lijkt zich ook klaar te maken om over rechts te gaan. Heeft ook de ellende met de PvdA meegemaakt, en wil niet weer met zo’n onbetrouwbare partner in kabinet.

5) Aangezien het CDA en de PvdA niet de meest voor de hand liggende combinatie vormen na de val van het kabinet, lijkt een combinatie CDA-VVD voor de hand te liggen. Samen 57 zetels, nog 19 nodig. PVV? Neeeee....
D66 als partner met CDA en VVD? Liever dan PVV in elk geval. Maar dan is nog steeds de CU nodig. Kunnen CU en D66 samen? Dat zou een politiek wonder zijn, maar wonderen gebeuren. Dat zou wel tot bikkelharde en lange onderhandelingen leiden.

7) Als de CU weer wil regeren, kunnen ze maar beter nu al in het geheim gaan praten met D66 om te zien om een wonder mogelijk is. Dit houdt de CU in de regering en houdt PVV erbuiten.

6) Als CU en D66 niet samen kunnen met CDA en VVD, denk ik dat een combinatie van CDA, PvdA en VVD, hoe lastig ook, veel beter is dan een combinatie die PVV nodig maakt.

Egyptisch gespuis gooit stenen naar mijn huis (2 filmpjes)

Dat rottige seizoen van de mango's is weer begonnen. Zodra de kleinst denkbare groene bolletjes in de boom zichtbaar worden, vliegen de stokken, stenen, takken door de lucht. Voor de jochies hier lijkt het onmogelijk zich in te houden... een innerlijke drang... en als ik mijn gezicht vertoon, dan hollen ze toch snel weg. Zie zelf. Apart hoe leeg de straat dan ineens kan zijn. Het is dus tijd om een jongen in te huren om onder de bom te zitten en stenengooiers weg te jagen. Niet dat de mango's me veel uitmaken, die worden dan wel weer gejat door de jongen die de boom bewaakt. Hij heeft een grote familie, weet u ;-). Mango's laten me koud, maar die stenen die maar door de lucht en tegen ons huis vliegen maandenlang, dat is minder aangenaam.



En dat wegjagen heeft natuurlijk totaal geen zin. Nauwelijks 10 minuten later zijn ze er weer. Of anderen. Wat een sukkel ben ik toch dat ik me er druk om maak. Maar grappig beelden levert het wel op. Sorry dat ze wat slordig zijn, ik moet nog leren monteren... Spoedig!

Help, ik ervaar God niet.... Eet een steak

Een vriend van me heeft net een boek geschreven, en daarin beschrijft hij een interessante test die hij heeft gedaan. Hij stelde honderden mensen twee vragen:

1) Hoeveel lees je in de bijbel
2) Hoe dicht voel je je bij God?

De uitkomst was lineair: naarmate mensen meer in de bijbel lazen, voelden ze zich dichter bij God.

Ik vermoed dat je een zelfde lineaire verband kan aantonen tussen deelname aan kerk, en in het bijzonder: de eucharistie, of zo je wilt, het heilig avondmaal.

Op de test is natuurlijk veel af te dingen. Misschien ervaren mensen God al heel intens, en juist daarom lezen ze de bijbel. Maar je kunt in elk geval stellen: Als je wilt voorkomen dat je het christelijk geloof beleeft, moet je vooral de bijbel niet lezen. Want dat lineaire verband is duidelijk.

Mijn vriend schrijft ook dat iemand naar hem toekwam; de vrouw vertelde dat ze hem een jaar tevoren had horen praten over deze test, en ze nam de proef op de som. Ze had een jaar lang dagelijks uit de bijbel gelezen. “Mijn hele leven ben ik naar de kerk gegaan maar ik voelde me nooit dichtbij God”, zei ze. “Dus ik ben begonnen met bijbel lezen, zoals je gezegd had, en ik kan je eerlijk zeggen, dat het waar is. Voor het eerst in mijn leven voel ik me nu dicht bij God.”

Niet geloven en niet naar je kerk gaan omdat je iets ‘niet voelt’ lijkt me zoiets als geen zalige steak eten omdat je dat nog nooit hebt geproefd. Of als niet naar school gaan omdat je nog niet genoeg weet.

Wie wil ervaren hoe God is, moet eerst doen wat God zegt, lijkt me. Net zoals je pas slim wordt door naar school te gaan, en zoals je ontdekt hoe die steak smaakt, door het in je mond te laten glijden.

“Smaakt en ziet, dat de Here goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt.” (Ps. 34:9)

donderdag 22 april 2010

Hoe SGP-jongeren de kwestie van Israel willen 'oplossen'

Het is niet vreemd dat de SGPJ een rapport Op Weg Naar Vrede van 26 pagina’s heeft waarin het zijn politieke visie op Israel weergeeft. De SGP-jongeren bewegen zich in een kerkelijk bedding waar veel liefde voor Israel bestaat, mede op theologische gronden. Ik wil daar niet op ingaan hier, en me beperken tot de politieke aanbevelingen die SGPJ doet. Ik wil me hierbij op drie zaken concentreren, namelijk de tweestatenoplossing als ‘één van de opties’, de ‘volledige steun’ aan Israel, en de omschrijving van Palestijnen in het algemeen.

1. Tweestatenoplossing

Wat de jongeren van de SGP over de tweestatenoplossing zeggen, is in SGP-kring waarschijnlijk omstreden. Ik ken de SGP niet goed genoeg om te weten of op dit gebied duidelijke ‘stromingen’ bestaan, maar wetende dat een organisatie als Christenen-voor-Israel het woord ‘Palestijnse Staat’ niet door de strot krijgt, vermoed ik dat SGPJ met zijn verwoording hier in feite wat ‘links’ (sorry voor het woord) staat van de partij.

Toch mijn kritiek. Als je zegt dat de tweestatenoplossing één van de opties is, moet je ook flink zijn, en zeggen wat de andere zijn. Die zijn: een Groot-Israel van de Zee tot de Rivier met een Palestijnse meerderheid (nee dus), of een Groot-Israel van de Zee tot de Rivier met alle Palestijnen het land uit verdreven (nee toch, SGPJ?) De tweestatenoplossing is dus de enige optie. Maar eigenlijk heb ik de indruk dat de meerderheid in de SGPJ dit ook vindt, maar het misschien niet zo expliciet kan zeggen om de rijen gesloten te houden?

2. De staat Israel moet volledig gesteund

Ik steun de staat Israel ook volledig. De staat Israel heeft bestaansrecht en heeft het recht zich te verdedigen als het in gevaar komt. En als het voortbestaan van die staat in gevaar is, is het goed dat de internationale gemeenschap meehelpt om de staat te redden. Maar eh... is dat niet een beetje een open deur? Dit wijkt in elk geval niet af van het beleid van Nederland, Europa, de VS, de VN. ‘Het bestaansrecht van de staat Israel mag niet ter discussie worden gesteld.’ Prima.

En toch, wat zit hier achter? Dat elke keer als er internationale spanningen zijn in het Midden Oosten, altijd onze keus onmiddellijk voor Israel is? Is de staat Israel dus sacrosanct? Lastig hoor, want Israel is niet eens duidelijk over zijn eigen grenzen. Als Israel volmondig zou erkennen dat de grenzen van 1967 die van de staat Israel zijn, ja, dan verdient die staat alles steun. Maar Israel definieert niet eens waar zijn staat begint en eindigt. Als dus het leger van Israel de Westbank bezet, is dat gewoon een kwestie van de staat Israel die wij volledig moeten steunen? Als een stel Joden uit New York een nieuwe nederzetting beginnen bij Jericho, dan is dat de staat Israel?

Wat ik mis is een duidelijke referentie aan het internationaal recht. Als je moeite hebt met de VN, noem dan in elk geval de Geneefse conventie. Een volk dat bezet is, heeft het recht van verzet, bijvoorbeeld. En de bezetter mag geen structurele veranderingen aanbrengen. Dus: Palestijnen hebben het recht om met stenen en meer te gooien, en Israel is in overtreding en flink ook met zijn nederzettingenbeleid, inclusief wat het in Oost-Jeruzalem doet.

Ik vind het heel wat dat de SGPJ zegt dat de Palestijnen, als er vrede is ‘de regie [mogen] krijgen in een deel van Oost-Jeruzalem.’ Dit is binnen de SGP misschien al een verregaande gedachte, en ik waardeer het dat dit wordt genoemd, maar kom op, SGPJ, je lapt hiermee het internationaal recht aan je laars. Je aanvaardt wat de VN zegt als basis voor het Midden-Oosten conflict, of je moet alle internationaal recht van de VN en soortgelijke instellingen verwerpen. Je kunt niet de krenten uit de pap halen als je dat uitkomt. Israel moet zich uit geheel Oost-Jeruzalem terugtrekken. Dat lijkt me een onhaalbare zaak, maar om de Palestijnen ‘de regie over een deel van Oost-Jeruzalem’ te geven, is veel te vaag. Over de Tempelberg? Daar gaat het toch om?

3. Hoe over de Palestijnen wordt gesproken

Me dunkt dat de manier waarop de Palestijnen ter sprake komen, op zijn minst de indruk wekt dat dit document Op Weg Naar Vrede niet gaat over vrede tussen verschillende partijen. Het gaat over vrede voor Israel. Palestijnen zijn maar figuranten. Door de manier waarop jullie ze omschrijven, ‘frame’ je ze. Wat bedoel ik?
a) Nederland moet Palestijnen helpen, niet om de Palestijnen zelf of wat ze willen, maar ‘om een voedingsbodem voor moslimfundamentalisme weg te nemen’. Begrijp me niet verkeerd, daar ben ik helemaal voor. Maar ze mogen uiteindelijk toch zelf bepalen wat ze denken? Jullie bedoelen: we willen niet dat ze fundamentalistische moslims zijn want dat is beroerd voor Israel.
Ik herinner jullie trouwens even aan PFLP en DFLP, seculiere organisaties van een hoog terreurgehalte.
b) Waarom melden dat geld voor de Palestijnen niet mag terechtkomen bij organisaties die iets met terreur te maken hebben? Ik ben het er mee eens hoor, maar door dit zo te noemen plaats je Palestijnen in een bepaald daglicht. Waarom zeg je niet dat Nederland moet voorkomen dat Nederlands geld wordt gebruikt voor het ontwikkelen van de illegale nederzettingen van Israel? En dat geen geld mag terecht komen bij Joodse extremistische organisaties?
c) Nederland moet antisemitisme bestrijden. Helemaal mee eens. Maar waarom dit hier noemen? Omdat we Israel zien als het kleine verdrukte meisje, de speerpunt van strijd tegen antisemitisme, temidden van zee van slechterikken? Ik hoor nog net het woord holocaust niet?

Tenslotte

Het bestaansrecht van Israel staat vast; maar juist door aan de Palestijnen niet het land te geven dat hen rechtens toekomt (‘buiten’ de grenzen van 1967), bestendigt Israel de ellende. En dat plaatst Israel ook in een moreel moeilijk positie. Palestijnen hebben het recht om hun land (Gaza en Westbank inclusief Oost-Jeruzalem) te verdedigen en het terug te veroveren – dat leert ons het oorlogsrecht. Ze hebben niet het recht om Israel binnen de grenzen van 1967 te veroveren (alsof ze dat ooit zouden kunnen...).

Als Israel zich aan die grenzen van 1967 zou houden, zou het moreel veel sterker staan als het hard terugslaat bij aanvallen. Zolang Israel Palestijns land bezet, kunnen de Palestijnen altijd op sympathie rekenen bij hun pogingen om dat land terug te krijgen, ook op mijn sympathie. En ja, ik hecht grote waarde aan het bestaansrecht van de staat Israel en nee, ik ben geen antisemiet.. phew moest ik voor de zekerheid nog even zeggen he?

Verontrustende berichten uit Finland

Uit Finland bereiken ons onthutsende berichten over tientallen gevallen van seksueel misbruik van kinderen in de kerk daar. Zie je wel, al die celibataire priesters. De Paus moet nu eindelijk dat achterlijke idee eens opgeven en priesters laten trouwen. Geen wonder toch dat die celibataire heren de handen niet thuis kunnen houden?

O eh… het gaat over de Lutherse Kerk. Nou ja, net zoiets toch? Ook een kerk met priesters, dan weet je het wel he? O nou ja, okee dan, die priesters mogen wel trouwen, maar dat maakt ook eigenlijk niet uit. Ze horen bij een instituut met macht en in zo’n situatie van macht moet het wel misgaan, toch?

O, de daders zijn vooral leken, bijna geen priesters? Dat zegt Seppo Häkkinen, de Lutherse Bisschop van Mikkeli, die de zaak onderzoekt. Moet je die foto van hem zien, ook zo'n figuur uit de kerk. Als je bij zo'n kerk hoort, knijp je de kat in het donker toch? Dan krijg je van dit soort viespeuken.

Bisschop Teemu Sippo van Helsinki, van de kleine Rooms Katholieke kerk in Finland, zei vorige week dat in zijn kerk geen gevallen bekend zijn.

Nou ja, dat maakt allemaal niet uit. De Paus met zijn kerk, daar zit het probleem. Met die achterlijke visie op het huwelijk, en homosexualiteit, en het celibaat. Die kerk, die moeten we gewoon slopen, ongeacht de feiten. Door feiten laten we ons wereldbeeld niet veranderen.

Bron: Katholische Nachrichten

Problemen met pedofilie in Saoedie Arabie

In de welgestelde woestijnstaat Saoedie Arabie wordt overwogen of pedofilie misschien verboden moet worden. De wijze islamitische geleerden overwegen of een minimumleeftijd voor het huwelijk van meisje misschien mogelijk zou kunnen zijn. In elk geval zijn de opinies in het land aan het verschuiven. Zowaar, een meisje van 12 heeft van de rechter haar gelijk gekregen - ze mag scheiden van haar 80-jarige echtgenoot. Een juridische doorbraak. Het meisje was overigens voor 85,000 riyalen door haar neef aan de oude man 'verkocht'.

Het geval van dit meisje van 12 heeft de eis om een minimale huwbare leeftijd versterkt in Saoedie Arabie. Een Saoedische Mensenrechtencommissie wil dat dit op 16 jaar gesteld wordt. Maar ja...

Probleem voor de wet in Saoedie Arabie is dat de geliefde profeet Mohammed met een meisje van 9 jaar huwde. En Saoedie Arabie heeft geen wetboek behalve de Islamitische shari'a('de Weg'). Alles wat de profeet deed, is voorbeeldig. Dus er kan geen moreel probleem zijn met het beklimmen van kleine meisjes. De grafische manier waarop in de Sunna ('gewoontes') van de profeet wordt besproken hoe hij dankzij dit jonge kind aan zijn gerief kwam, is stuitend. Nou ja, behalve voor moslims. Die verdedigen dit nog wel eens door erop te wijzen dat Mohammed de meest liefdevolle man was, en dat meisjes toen al heel vroeg rijp waren. Ik moet trouwens eerlijk zijn, er zijn veel moslims die zich doodschamen voor dit soort 'voorbeeldige' gedrag.

Als er geen water uit mijn kraan komt is het oorlog in Egypte

Water speelt een centrale rol in de droge Arabische landen. Egypte heeft zijn zuidelijke buurlanden, Soedan en Ethiopië, duidelijk te kennen gegeven dat als die het wagen om de waterstroom van de Nijl substantieel in te dammen, dit als casus belli wordt gezien.

Ik denk dat het in voorjaar 1990 was dat ik in het maandblad Koers schreef: ‘De volgende oorlog gaat over water’, over de netelige watergerelateerde problemen tussen Arabische landen. Ik had een waterconferentie in Egypte bezocht, waar ik onder meer Butrus Ghali interviewde over de netelige watersituatie van Egypte. Een paar maanden later viel Irak Koeweit binnen, om olie, niet om water. Daar sta je dan als ‘expert’...

Deze dagen zijn Ministers van Irrigatie en aanverwante zaken van de Nijl-landen bijeen in Sharm al-Sheikh (Egypte) voor overleg over hun watergebruik. Egypte's Minister of Watervoorraden en Irrigatie Mohamed Nasr El-Din Allam speelt het hard, en eist dat Soedan, Ethiopië, Kenia, Oeganda, Tanzania, Rwanda and enkele andere landen die Nijlwater gebruiken, zich aan de afspraken van 1959 houden. Toen werd onder meer vastgelegd dat Egypte recht heeft op een instroom van 55 miljard kuub Nijlwater per jaar. Geen percentage, maar een hard getal dus. Bijna al die Afrikaanse landen stonden toen nog onder Brits koloniaal gezag. Londen dikteerde, en Egypte vond het prima.

Egypte wint dus altijd. Of het nu gortdroog in Afrika is of niet, of de landen die de Nijl genieten nu willen irrigeren of niet, Egypte moet altijd een vaste hoeveelheid krijgen. Voor Egypte is dit van levensbelang. Als de Nijl droogvalt, is Egypte ten dode opgeschreven. Alle water uit mijn kraan, is Nijlwater. Bijna alle elektriciteit van het land, wordt opgewekt bij de Assoean Dam in het verre zuiden van Egypte, en de turbines daar gaan uit, en het land wordt donker, als er niet genoeg water in het Nasser Meer stroomt.

De landen ten zuiden van Egypte overwegen eigen afspraken over het Nijlwater te gaan maken; Egypte heeft gedreigd zich uit de overlegorganen terug te trekken. ‘Bluf’, zeggen media in Afrika. De Afrikaanse landen beseffen dat Egypte totaal van de Nijl afhankelijk is, maar willen een betere regeling om zelf hun landen beter te kunnen irrigeren en industrie te ontwikkelen. Egypte is zo volstrekt afhankelijk dat het heus niet uit overleg wegloopt, want het beseft dat het enige alternatief, oorlog is. En Egypte is daar beslist toe bereid waar het gaat om zijn water.

woensdag 21 april 2010

'Ze moeten niet zo overdrijven over kindermisbruik'

Ik kwam vandaag dit citaat tegen waarin wordt gezegd dat niet zo overdreven moet worden gedaan over kindermisbruik:
Priestly abuse of children is nowadays taken to mean sexual abuse, and I feel obliged, at the outset, to get the whole matter of sexual abuse into proportion and out of the way. Others have noted that we live in a time of hysteria about pedophilia, a mob psychology that calls to mind the Salem witch-hunts of 1692… All three of the boarding schools I attended employed teachers whose affections for small boys overstepped the bounds of propriety. That was indeed reprehensible. Nevertheless, if, fifty years on, they had been hounded by vigilantes or lawyers as no better than child murderers, I should have felt obliged to come to their defense, even as the victim of one of them (an embarrassing but otherwise harmless experience).
Daar ben ik het dus hardgrondig mee oneens. Deze enge vent doet net of het misbruik door pedofielen of school - en hij zegt zelf slachtoffer te zijn - in wezen niet veel voorstelt.

Wie is deze engerd? Ik citeer niemand minder dan Richard Dawkins, God Delusion, pp.315-316, waar hij ook zegt:
The Roman Catholic Church has borne a heavy share of such retrospective opprobrium. For all sorts of reasons I dislike the Roman Catholic Church. But I dislike unfairness even more, and I can’t help wondering whether this one institution has been unfairly demonized over the issue, especially in Ireland and America… We should be aware of the remarkable power of the mind to concoct false memories, especially when abetted by unscrupulous therapists and mercenary lawyers. The psychologist Elizabeth Loftus has shown great courage, in the face of spiteful vested interests, in demonstrating how easy it is for people to concoct memories that are entirely false but which seem, to the victim, every bit as real as true memories. This is so counter-intuitive that juries are easily swayed by sincere but false testimony from witnesses.
Wat een vreemde vent, die Dawkins. Hij zei onlangs, in de Washington Post van 28 maart 2010:
"Should [Pope Benedict XVI] be investigated for how cases of abuse were handled under his watch as archbishop of Munich or as the Vatican's chief doctrinal enforcer?"

Yes, of course he should. This former head of the Inquisition should be arrested the moment he dares to set foot outside his tinpot fiefdom of the Vatican…

"Should the pope resign?"

No. As the College of Cardinals must have recognized when they elected him, he is perfectly - ideally - qualified to lead the Roman Catholic Church. A leering old villain in a frock, who spent decades conspiring behind closed doors for the position he now holds… a man whose first instinct when his priests are caught with their pants down is to cover up the scandal and damn the young victims to silence: in short, exactly the right man for the job. He should not resign, moreover, because he is perfectly positioned to accelerate the downfall of the evil, corrupt organization whose character he fits like a glove, and of which he is the absolute and historically appropriate monarch.

No, Pope Ratzinger should not resign. He should remain in charge of the whole rotten edifice - the whole profiteering, woman-fearing, guilt-gorging, truth-hating, child-raping institution - while it tumbles, amid a stench of incense and a rain of tourist-kitsch sacred hearts and preposterously crowned virgins, about his ears.
Duidelijk is dat iemand die in 2006 pedofilie ongeveer goedpraat, en die beweert dat het met de slachtoffers wel meevalt, weinig recht van spreken heeft op moreel gebied. Waarvan acte.

Moet de PKN de NBV als kanselbijbel accepteren?

Ik ben weliswaar geen predikant in de PKN, dus voor mij persoonlijk maakt het niet uit of de PKN de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) zal aanwijzen als kanselbijbel. Maar de kritiek die de Commissie van Rapport –een groep synodeleden die de voorstellen van het synodebestuur beoordeelt vóór ze in de synode besproken worden– op het nu aanvaarden van de NBV, kan ik me heel goed voorstellen. Die commissie zei: “We verlangen naar een vertaling die weliswaar, zoals iedere vertaling, nadere uitleg vraagt, maar die niet de indruk laat ontstaan dat predikanten niet willen aanvaarden wat er in de Schrift staat, doordat zij telkens de vertaling corrigeren.”

Dat laatste is een netelig probleem voor wie preekt. Geen enkele vertaling is in staat de grondtekst volmaakt weer te geven. Vertalers zijn gedwongen keuzes te maken. Elk Hebreeuws en Grieks woord in de grondtekst heeft een betekenisveld, en dit geld ook voor onze Nederlandse woordkeus. Vertalen vraagt dus om het maken van forse keuzes. En wie het Woord uitlegt, moet daar soms op wijzen als dat het begrijpen van de bijbeltekst duidelijk helpt.

ik maak in mijn preken bewust deze keuzes: Ik probeer de tekst uit te leggen zonder te vaak naar de grondtekst te verwijzen. Als je dat wel doet, wek je al makkelijk voor je luisteraars de indruk dat je de bijbel alleen echt kan begrijpen als je in staat bent die grondteksten te lezen. De Nederlandse vertaling krijgt dan een esoterisch karakter – alsof er diepere waarheden achter zitten die je pas ontsluit als je voldoende gestudeerd hebt. Dat idee kan verlammend werken op de gewone Bijbellezer. Het is ook niet nodig, want elke redelijke vertaling maakt dat de lezer goed door kan hebben wat de Bijbel in zijn geheel ons te zeggen heeft.

Maar ik wil in mijn preken waar nodig toch ook wel graag laten zien, dat het begrijpen van de tekst echt wel een kwestie is van enig begrip voor context, taal en cultuur. Dat is een onomstotelijk feit. Er komt studie aan te pas. Die studie gaat verder dan ‘tekst-met-tekst’ vergelijken - hoewel het al grote winst zou zijn als de doorsnee Bijbellezer dat zou doen! Zeker onder mijn Anglicaanse gehoor is men vaak niet gewend om bijbelgedeelten in hun verbondsmatige verband te lezen.

De Anglicaanse bisschop Tom Wright suggereert vier manieren van Bijbellezen. Hij spreekt over een combinatie van de Amor Dei met het gebruik van het Woord van God. Bijbelgebruik moet wat hem betreft parallel lopen aan hoe we God moeten liefhebben, dat is met het hart, het verstand, de ziel en met al onze de kracht (zie Markus 12:29vv).

1. Het hart: de lectio divina. Dit is persoonlijk Bijbellezen en meditatie, het genieten van God vooral ook in de liturgie en bij de eucharistie.
2. Het verstand: serieuze historische studie van de tekst, oorspronkelijke betekenissen, intellectuele worsteling met de cultuur, religie, theologie en praktijk van de Oude Kerk.
3. De ziel: Het Woord zoals dat wordt gebruikt in het voortgaande leven van de kerk, zijn tradities, zijn onderwijs.
4. De kracht: de zending van de kerk, werk van Gods koninkrijk, gedreven door de centraliteit van de verkondiging van het Woord.

Ik denk dat we in ons preken moeten waken voor een aanpak die een van deze vier ‘methodes’ van Bijbelgebruik uitsluit. Integendeel, ze komen idealiter allemaal aan bod in een preek. We willen dat mensen persoonlijk hun bijbel lezen, dat ze iets meekrijgen van serieuze studie, dat ze zien hoe in hun eigen kerkgemeenschap dit Woord wordt onderwezen, en de preek moet ook altijd een uitdaging tot gehoorzaamheid inhouden door het Woord verkondigend te doen klinken.

Als je een Bijbelvertaling hebt die literair mooi is maar onnauwkeurig, is het voortdurend schipperen tussen die lectio divina en het verstandig uitleggen van de bijbel. Voor het persoonlijk Bijbelgebruik is een literair mooie bijbel heel geschikt, maar de verstandige exegese behoeft juist een nauwkeuriger vertaling. Ik vind de NBV prachtig voor dat persoonlijk lezen, vooral als het gaat om minder leerstellige bijbelgedeelten. Maar vooral bij het lezen van het Nieuwe Testament irriteer ik me te vaak aan de onnauwkeurigheden. Ik preek maar weinig in Nederland, en als ik dat doe, kies in de NBV omdat die al zoveel ingang heeft gekregen, maar prettig vind ik het niet.

In het Engels gebruik ik graag de English Standard Version (ESV) of de New International Version (NIV). Vooral die ESV is een heel mooie vertaling, zowel qua literair gehalte als nauwkeurigheid.