dinsdag 10 augustus 2010

Godsdienstvrijheid niet voor alles wat Islam heet

Ramadan Karim aan al mijn moslimvrienden!

Moslims in Nederland en wereldwijd beginnen deze week hun jaarlijkse vastenmaand Ramadan. Bij uitstek in deze periode laten moslims zien dat de Islam een religie is, waarbij het draait om de mens en diens verhouding tot God. Maar juist tijdens deze vastenmaand is ook heel zichtbaar dat de Islam alles te maken heeft met de samenleving en dus ook met de politiek.

Moslims noemen de Islam ‘diin we dunya’, wat zoiets betekent als ‘religie en wereld’. Het gaat om bidden, maar evengoed over de inrichting van de samenleving. De discussie over de vraag of de Islam een religie is of een politieke ideologie is dus misplaatst. De Islam is allebei.

Als je religie definieert zoals veel geseculariseerde Nederlanders doen, als een persoonlijke kwestie voor de binnenkamer alleen, dan is de Islam geen religie. Maar dat is het Christendom dan ook niet. En als je de Islam alleen maar wil zien als politieke ideologie, dan heb je nooit meegemaakt hoe intens religieus de maand Ramadan wordt beleefd.

Een maand lang niets eten of drinken zolang het licht is, is een zware opgaaf. Hier in Egypte is het deze dagen overdag 40 graden. Zelfs je eigen speeksel niet mogen doorslikken is een kwelling. Op straat, in de metro, thuis, overal lezen moslims de Koran en meer dan tijdens de rest van het jaar wordt vurig gebeden om Allah te behagen.

Vooral tijdens Lailat al-Qadr, de Nacht van (Allah’s) Wilsbeschikking, lezen moslims fervent in de Koran. Ze geloven dat Allah in die nacht het lot van ieder mens voor het komende jaar op hen doet neerdalen; dus als je ooit Allah moet vermurwen door je blijken van vroomheid, dan in die nacht!

Het idee dat je de wereld van de goden met je vroomheid, bidden, je lezen van heilige schriften, je vasten, kunt beinvloeden, noemen we religie. De Romeinen omschreven religie als do ut des: ‘ik geef jou opdat je mij iets teruggeeft.’ De Islam is volop godsdienst dus. Dat het ook maatschappelijke, politieke en ideologische aspecten heeft, doet daar niks aan af.

De Ramadan is een maand van vroomheid, maar ook van big business. Moslims sparen vaak een jaar lang om tijdens de Ramadan goed uit te pakken. Overdag moet worden gevast voor Allah, maar de nachten zijn voor ons, om te feesten. De winkels blijven tot diep in de nacht open; gezinnen steken zich in nieuwe kleren, en er wordt tegen de klippen op gegeten. Gedronken trouwens ook; mijn lokale alcoholwinkel verkoopt tijdens Ramadan evenveel als in de rest van het jaar. En op televisie in de Arabische wereld worden de beste programma’s vertoond, de nieuwste series.

Nooit zijn moslims zo vroom als tijdens Ramadan. In de oorlog van Iran en Irak (1980-1988) werd soms een staakt-het-vuren afgekondigd in deze maand. Maar Egypte viel tijdens Ramadan in 1973 Israel aan. Ook de profeet Mohammed begon soms een oorlog tijdens Ramadan, bijvoorbeeld tegen de ongelovigen van Medina in het jaar 624.

De viering van de Ramadan is de afgelopen decennia gepolitiseerd. Tot in de jaren ’70 was het strikte vasten vooral een persoonlijke kwestie. Een eigen keuze. Velen deden er niet aan mee. Maar vooral de oliedollars van Saoedie Arabie hebben de politici in veel armere Arabische landen overtuigd dat de Islam niet alleen een kwestie is van het hart, maar ook van de politiek. Steeds meer landen zijn, met de nodige Saoedische hulp, overgegaan op een strikter beleid om de implementatie van de Islam te steunen. Een concreet voorbeeld herinner ik me uit mijn eigen werk in Soedan; we hielpen de Soedanese kerken met training voor hun wekelijkse televisieprogramma op de nationale televisie in dat land, maar Saoedie Arabie dreigde financiele hulp aan Soedan te staken, dus werd het programma van de TV gehaald.

Als de overheid in Islamitische landen zich zo bemoeit met de implementatie van de religie, verandert dit iets aan de politiek en aan de godsdienst. De staat islamiseert, en de Islam politiseert. Dat proces is de afgelopen 30 jaar duidelijk zichtbaar in de hele islamitische wereld.

Sinds vorig jaar is ook Egypte eten in het openbaar gaan bestraffen. Als je in Atjeh (Indonesië) in het openbaar eet, kan je zweepslagen krijgen. Zoals in de middeleeuwen in Europa de overheden toezicht hielden op de uitvoering van het christelijk geloof. Ketters en Joden hadden het zwaar. Het christendom had politieke aspecten, en kerk en staat waren op vaak schier onontwarbare manier aan elkaar verbonden. Maar er was nog steeds duidelijk onderscheid, en het christendom was natuurlijk nog steeds volop een religie. Het ging (ook) om de dienst aan God.

In hoe we omgaan met de Islam in Nederland moeten we beide aspecten van de Islam in het oog houden. Het gaat bij de Islam niet alleen om persoonlijke vroomheid, maar de religie heeft politieke implicaties. Maar dat is eigenlijk niks bijzonders, we zijn dit in Europa eeuwenlang gewend geweest. Voor de persoonlijke geloofsbeleving (‘diin) moeten moslims alle vrijheid hebben, en voor zover de Islam maatschappelijke aspecten heeft (‘dunya’), hebben we in ons land een grondwet en een wetgeving die prima aangeeft wat in onze samenleving wel of niet kan. We moeten wel goed opletten dat we die wetten dan ook echt handhaven, en dat we ons niet door het argument van ‘godsdienstvrijheid’ van alles en nog toestaan dat in wezen tegen onze wetgeving en de geest van die wetgeving ingaat. Want in Nederland gaat godsdienstvrijheid nu eenmaal vooral over die ‘diin’ en niet over de ‘dunya’.

Dit artikel stond vandaag, 10 augustus 2010, ook in het Nederlands Dagblad

1 opmerking:

Online pharmacy reviews zei

Gelukkig heeft je post me geholpen veranderen.
Uitstekende spullen van u, man ik heb je spullen voor en je bent gewoon te geweldig.