zondag 31 oktober 2010

Wie gelooft nou eigenlijk in de vervangingstheologie?

Vaak krijg ik voor de voeten geworpen dat ik de ‘vervangingstheologie’ aanhang. Dat woord is duidelijk een scheldwoord in kringen van christelijke vrienden van Israel. Waar gaat het om?

Simpel gezegd zegt de vervangingstheologie: Israel was door God uitverkoren in het Oude Testament, maar omdat Israel Jezus Christus niet als zijn Messias aanvaardde, heeft God Israel nu vervangen door de Kerk. God werk nu met de Kerk, niet met Israel.

Wel, dat is het. De vervangingstheologie. Maar het is lastig om theologen te vinden, die zo denken! De term wordt echter heel snel op christenen geplakt als die niet een glorieuze toekomst voor de staat Israel voorzien, als ze allerhande profetie uit het Oude Testament niet 'letterlijk' nemen en vervuld zien worden op het huidige land van de staat Israel, etc.

Om aan te geven waarom ik niks moet hebben van de term 'vervangingstheologie' noch van de inhoud (!), wil ik kort aangeven hoe mijns inziens Israel niet ‘vervangen’ is. Ik ga u niet vermoeien met Bijbelteksten over dit thema (en zit in de trein nu ik dit schrijf) maar kan elke zin onderbouwen met heldere apostolische teksten, vooral uit de Romeinenbrief en de brief aan de Efeziers.

Wat is, volgens mij en een paar anderen, de nieuwtestamentische theologie?

Ten eerste, Paulus zegt dat alleen Joden die Christus volgen, erfgenamen van de verbondsbeloften aan Abraham en Israel zijn. Hij, zelf een Jood, versmalt dus het verbond. Het gaat God niet om wie genetisch een Jood is, maar om wie dat genetisch is en ook als volgeling van de Messias leeft. Dat zijn in Gods ogen Joden. Dat zijn de Joden die Gods beloften beërven. Paulus merkt ook op dat Joden die niet in Christus geioven, buiten die verbondsboot vallen.

Als dat zo is, waarde vrienden, kom dan niet aan met te zeggen dat God’s verbond nog altijd voor alle Joden geldt. Jawel, het verbondsAANBOD geldt voor alle Joden, maar dat blijft zonder uitwerking voor hen die Christus niet geloven. Paulus zegt dus klip en klaar dat het verbond van God met Abraham en diens nageslacht voorwaardelijk is. Als Paulus dat zegt, kan je als Christen niet het omgekeerde gaan beweren natuurlijk. Of suggereren dat op een of andere manier het toch op een zeker moment ineens weer voor alle Joden geldt, Karl Marx incluis.

Vervolgens leert Paulus dat heidenen die in de Joodse Messias en de Joodse Bijbel geloven, door dat geloof medeburgers zijn geworden, medebewoners in dat ‘huis’ van het ware Israel. Die heidense gelovigen ‘vervangen’ dus Israel niet, maar hebben het enorme voorrecht dat al Gods beloften aan Abraham en Israel ook hun verbondsbeloften zijn geworden, omdat ze onderdeel van het volk van God zijn geworden door geloof in de Messias. Al die beloften aan Abraham c.s. die ooit alleen voor het (hele) volk Israel leken te zijn, gelden volgens het apostolisch onderwijs alleen voor het gelovige deel van Israel, en ook voor alle gelovige heidenen die bij dat gelovige deel van Israel zijn gevoegd.

Dat kan je toch met geen mogelijkheid ‘vervanging’ noemen? De gemeenschap van gelovigen in de Messias Jezus, (ook bekend als 'de kerk'), is niet de vervanging van Israel, maar het is de gemeenschap van Joden en daarbij gevoegde heidenen. Die heidenen hebben door Gods genade deel gekregen aan alle beloften van Israel, en in het ene huis van Gods verbond wonen ze samen met de gelovigen uit de Joden. Niet als twee groepen, zegt Paulus, maar als één nieuwe man, als één vernieuwd volk van God. Het ware Israel.

In de eerste twee eeuwen van de kerkgeschiedenis was dit makkelijker te vatten dan daarna. In de eerste twee eeuwen bestonden de meeste christelijke gemeenschappen uit veel gelovige Joden met heidenen die daarbij waren gekomen. Veel kerkleiders hadden een Joodse achtergrond.

Maar toen kwam de grote toevloed van heidenen die zich bij de kerk gingen voegen, vooral na het jaar 313. Veel Joden binnen de kerken assimileerden zich met hun heidense kompanen. Hoe dat ging zien we in de bijbel zelf al, aan Petrus bijvoorbeeld, die gewoon met heidenen ging eten.

En naarmate de toevloed van heidenen groter werd, was nauwelijks meer zichtbaar dat de heidenen medeburgers zijn. Vandaag de dag is het dus belangrijk om dat veel meer te onderstrepen, omdat het niet meer zo kan worden beleefd in onze gemeenten. Er zijn doorgaans weinig Joden. Des te belangrijker om die Bijbelse theologie goed levend te houden in onze kerken. Dat houdt ons dankbaar naar het Jodendom toe, waar we zoveel aan te danken hebben. Het is bovendien van enorm belang omdat het simpelweg een bijbelse theologie is. Het hele Nieuwe Testament is ervan doortrokken.

Heeft de kerk Israel dus vervangen? Nee natuurlijk. De kerk is het samenkomen (de synagoge) van Joden die Jezus volgen met de heidenen die dat doen. En die samen vormen, volgens de definitie van de apostelen, het ware Israel.

Paulus geeft dus een enorme herdefinitie van de betekenis van het verbond, op grond van de unieke openbaring van Jezus Christus. Uiteraard zal dit ook tot een herijking van de oudtestamenische toekomstverwachting van Israel moeten leiden. Waar de Joden zich voor de komst van Christus als natie rijk rekenden als ze dachten aan het komende Rijk van God, zegt Paulus dat dit ten onrechte is. Alleen degenen uit de natie die Christus volgen, zullen de aarde beërven. En bovendien, daar zijn nu ook de heidenen bijgekomen als deelgenoten aan al die beloften.

Het is niet vreemd dat de reikwijdte van de zegeningen die Jezus, Paulus en de andere apostelen beschrijven, nu ook niet meer gaan over een stuk land in het Midden Oosten. Het gaat nu om de hele wereld. En het gaat niet meer om natuurlijke nakomelingen van wie dan ook; het gaat om verbonden zijn aan de Ene nakomeling van Abraham, Jezus Christus. En die is geen aardse koning, maar de Zoon van God, Schepper van hemel en aarde. Wat Hij aan Israel en wie bij Israel gevoegd zijn, aanbiedt, is eeuwig met God zijn, mooier dan wat iemand had kunnen bedenken, en een vervulling van alle profetie van het Oude Testament dat de stoutste verwachtingen te boven gaat.

Hoe eigenaardig om na dat heerlijke Evangelie terug te keren naar die oude teksten van Israel, en te dromen van een kortstondig aards rijk waar zonde en ziekte en dood wonen. Hoe eigenaardig om in wezen te doen of Christus nooit is gekomen, of diens komst en de openbaring van diens heerlijkheid niet al het eerdere in een schaduw plaatsen. En dat is precies wat we leren in het Nieuwe Testament. Dat wat God beloofde en sprak in het Oude Testament, een schaduw is van de werkelijkheid die met Christus kwam.

En dat gezegd hebbend, de komende tijd laat ik dit thema maar eens wat liggen. Er zijn belangrijker dingen te doen dan hierover te discussiëren. De reden waarom ik het toch vaak doe is omdat het zo'n enorme invloed heeft op onze hele manier van bijbel lezen, en omdat het zo'n haast dwingend macht lijkt te hebben over veel evangelische gemeenten. En omdat ik vind dat nogal wat christenen hun tijd hiermee verknoeien en zaken zouden moeten doen die van meer belang zijn in Nederland. Maar dat geldt ook voor mij in Egypte, en dus houd ik over dit thema maar een tijdje mijn mond - hoewel ik uiteraard zal reageren op discussies :-)

zaterdag 30 oktober 2010

Jippie! We hebben er weer een omgelegd!

Ach ja, vandaag weer een Soedanees doodgeschoten die via Egypte naar Israel hoopte te vluchten. De grenspolitie heeft er weer een te pakken. Zouden ze turven wie er hoeveel afknalt?

Het is een schande hoe de Egyptische politie elke keer op die arme vluchtelingen schiet. Deze Soedanees was in het hoofd geschoten. Volgens de Egyptische politie zijn eerst waarschuwingsschoten gelost. Ja, als zo'n sukkel dan doorloopt, wat kan je dan anders dan hem in zijn hoofd schieten? Een paar anderen werden gearresteerd. Ook al niet echt van de leuke in dit land. Beetje martelen, verkrachten misschien. Zouden ze dat ook turven?

Ik ben een paar jaar voorzitter van een school met ongeveer 500 Soedanese kinderen geweest. 75% van hen had een of meer ouders verloren in de Soedanese burgeroorlog. In onze Anglikaanse kerken in Egypte komen veel van die vluchtelingen. Mensen die werkelijk niets meer hebben en leven van de geef. Gediscrimineerd door de Egyptenaren, regelmatig mishandeld op straat, belachelijk gemaakt om hun huidskleur en voor 'abd, slaaf, uitgescholden.

En als zulke sloebers dan verder proberen te vluchten omdat ze in Egypte als honden behandeld worden, dan kunnen ze de kogel krijgen. Dit jaar al bijna 30 (!) gedood bij de grens met Israel. De Soedanezen kennen de gevaren, maar hebben er veel risico's voor over om bij de 'vleespotten' van Egypte weg te komen, en een veilige haven in Israel te vinden. In wat voor samenleving leven we hier in Egypte.

vrijdag 29 oktober 2010

Israel: 'Heer, herstelt u in deze tijd het koninkrijk...' (Han 1)

Christenzionisten zien in Handelingen 1:6 doorgaans een significant bewijs dat Jezus beloofde dat hij eenmaal op de troon van koning David zal zitten, heel fysiek, in Jeruzalem, om over Israel te heersen.

In Han 1:6 vragen de discipelen aan Jezus, na diens opstanding uit de dood: ‘Heer, gaat u dan binnen afzienbare tijd het koninkrijk voor Israel herstellen?’

De reactie van Jezus in Han 1:7-8: ‘Het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te weten, waarover de vader de beschikking aan zich gehouden heeft, maar gij zult kracht ontvangen wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.’

Vaak wordt gezegd: Jezus ontkent niet dat er een tijd zal komen dat het koninkrijk voor Israel zal worden hersteld. Dat bewijst dus dat hij instemde met hun verwachting. Maar of Jezus wel of niet instemde met die verwachting kan je uit deze woorden niet concluderen. Op zijn zwijgen kan je geen argument bouwen.

Het feit dat de discipelen deze vraag stellen betekent bovendien niet, dat de basis van hun vraagstelling correct was. Denk aan Petrus die op de berg der verheerlijking aan Jezus vroeg of hij drie tenten moest bouwen. Of aan de discipelen die aan Jezus suggereren dat vuur uit de hemel zou moeten regenen op diens tegenstanders. De discipelen vragen wel vaker domme dingen.

Ook uit de reactie van Jezus kan je in dit opzicht weinig concluderen, of het moest al zijn dat waar de discipelen dachten aan een herstel van Israel, Jezus in wezen een omgekeerde richting opwijst. Vanuit Jeruzalem richt hij zijn volgelingen juist op de volken. Maar ook dit is speculatief als je alleen naar deze tekst kijkt. Je kunt er over de toekomst van Israel niets uit opmaken denk ik.

Wel interessant in dit verband is om je af te vragen: als de discipelen nou zo op het Koninkrijk gericht waren, hoe spreken ze daar dan over in het vervolg van het boek Handelingen? Dat lijkt me de logische context om te zien hoe deze terminologie terugkeert.

Ik som even wat voorbeelden op waar het woord Koninkrijk voorkomt: Han 1:3; 14:22; 19:8; 20:25; 28:23. Jezus wordt verder in Handelingen Koning genoemd, in Han 17:7.
Verder is vaak sprake van aardse koningen en koninkrijken, maar die verwijzingen zal ik nu even nalaten.

Mijn logisch conclusie uit deze tekstverwijzingen lijkt me het volgende, en dat baseer ik op allerlei andere bijbelgedeelten: Aan het begin van hun missie waren de discipelen, ten onrechte, gericht op het idee dat Jezus een aards koninkrijk zou stichten waar hij als koning over Israel zou heersen. Jezus leerde hen dat dit een verkeerde verwachting was, en in het hele boek Handelingen zien we het relaas van wat de discipelen dan WEL verkondigden.

Wat de apostelen verkondigden was een koninkrijk van God en Jezus (hij wordt Koning genoemd, dat ben je over een koninkrijk!) dat niets te maken heeft met een tijdelijke en fysieke heerschappij van Jezus over het land Israel. Nooit kom je zo’n verkondiging tegen. De verkondiging gaat over een koninkrijk waarover Jezus heerst – reeds aanwezig en ook komende. Terwijl de apostelen aan het begin van het boek Handelingen nog een aards koninkrijk van Jezus verwachtten, is hun verwachting later in het boek Handelingen en in hun brieven duidelijk anders geworden.

Ik denk dat Lukas niet voor niets de vraag van de discipelen in Han 1:6 tot de opening van zijn boek heeft gemaakt. Hij laat zien hoe de aanvankelijke verwachting onjuist was, en dat de apostelen een veel grootser koninkrijk voor Israel en alle volken gingen verkondigen: Een koninkrijk waar ook heidenen aan mogen deelnemen, waarbij het niet langer gaat om een beperkt stuk land, maar om de vernieuwing van de hele aarde. Dat God zijn beloften uit het Oude Verbond op die manier zou gaan vervullen is in geen mensenhart opgekomen, en zelfs de engelen hadden dat niet door. God geeft meer dan Israel ooit kon dromen.

donderdag 28 oktober 2010

Israel: 'Op de troon van zijn vader David' (Luc 1)

Nog zo’n tekst over Jezus en Israel. Gisteren en eergisteren behandelde ik ook twee 'bewijsteksten' van het chiliasme. Vandaag is Lucas 1:32-33 aan de beurt.

De engel die aan Maria kwam melden dat ze een zoon zou baren, zegt over die jongen:
God, de Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven, Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn over het volk van Jacob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.

Eerst maar eens proberen de tekst kritisch te lezen. Jezus zal de troon van David krijgen, en als hij die eenmaal heeft zal hij die voor altijd houden. Hij blijft voor eeuwig koning.

Ik ga er van uit dat in zoverre Maria wat van de woorden van die engel begreep, ze vast moet hebben gedacht aan een tamelijk fysiek koningschap over de natie in het eigen land. Maar dat is lastig. Ik zie twee problemen.

1. Lucas schreef deze woorden op nadat hij al lang wist dat Jezus geen aardse koning in Jeruzalem was geworden.
2. En onze vrienden de chiliasten zeggen dacht ik doorgaans dat Jezus alleen in het duizendjarig rijk koning over Israel zal zijn. Daarna niet meer, want dan begint ‘de eeuwigheid. Probleempje dus, want volgens Lucas gaat het om een eeuwigdurend, nooit ophoudend koningschap over dat huis van Jacob. Vrienden, klopt dit wel?

Dus maar even wat andere gedachten erbij:

Koning voor eeuwig over het huis van zijn vader David? Jazeker. Het Nieuwe Testament maakt klip en klaar dat voor God, een ware Jood een volgeling van Christus is. En het ware Israel is het Israel dat God gehoorzaamt door geloof in Christus. Lees Paulus er nog maar eens op na in de Romeinenbrief. Niet-gelovige Joden horen volgens deze vroeg-christelijke leer van Paulus niet bij het volk van God. En wij arme heidenen die eeuwen buitengesloten waren, maken Godzijdank onderdeel uit van dat ware Israel als we net als die ware Joden Christus gehoorzamen door het geloof.

Daarom kunnen de apostelen ook met zoveel gemak van alle wat in het Oude Testament op Israel duidde, ook toepassen op het vernieuwde Israel van Jood en daarbij gevoegde heiden. Bewijzen te over in het Nieuwe Testament. Maar laat ik me concentreren op dat woord 'koninkrijk'.

Lucas beschrijft in zijn boek Handelingen hoe de apostelen het in hun verkondiging steeds hadden over het Koninkrijk van God – 1:3; 8:12; 14:22; 19:8; 20:25; 28:23,31. Nu ga ik er van uit dat als in Lucas 1 sprake is van een Koninkrijk, de kans groot is dat als hij in Handelingen over een Koninkrijk spreekt, dit over hetzelfde gaat.

Petrus zegt dat Jezus-gelovige Joden (met de paar heidenen die daar bij zijn gaan horen) een koninkrijk vormen. Zie 1 Pet 2:9
Johannes zegt eveneens dat zulke volgelingen van Jezus een koninkrijk zijn, in Op 1:6

In het Evangelie van Johannes zegt Jezus: mijn koninkrijk is niet van deze wereld – Joh 18:36.

De vroege gemeente (vooral Joden, een paar heidenen erbij) zijn erfgenamen in het Koninkrijk van Christus en van God – Ef 5:5 (merk op, dit gaat over het ene Koninkrijk van God en van Christus). Als Jezus voor eeuwig op de troon van Koning David zit, dan is dat, denk ik, het Koninkrijk van Christus. Hij is toch geen koning van twee koninkrijken?

Joodse volgelingen van Jezus (en een paar heidenen erbij) zijn woonachtig in het Koninkrijk van de Zoon – Col 1:13
Paulus verwacht behouden in het hemels Koninkrijk te komen - 2 Tim 4:18
De toekomstverwachting van de Joodse volgelingen van Jezus was een onwankelbaar en hemels koninkrijk – Heb 11:28

Als in de jonge gemeente dus sprake is van een Koninkrijk, gaat het altijd over het Koninkrijk van God en van Christus en dat blijft voor eeuwig.

En laat nou in Handelingen 15:16 worden genoemd dat Jezus het vervallen huis (= heersende familie) van David weer heeft opgericht. Dat wordt in Handelingen 15 niet als toekomstmuziek geschilderd, maar als iets dat in die tijd was gebeurd. Jezus wordt ook niet voor niets de Koning der koningen genoemd. Reeds in de tijd van de apostelen is Jezus koning. Zijn hemelvaart was de troonsbestijging.

woensdag 27 oktober 2010

Israel: 'Tot de tijd van de heidenen vervuld is' (Luk 21)

Christenzionisten hebben nogal wat ‘bewijsteksten’ voor hun standpunt. Vrind Gert gaf me er vijf om op te reageren. Gisteren ging ik in op Mat 23:37-39. Vandaag de tweede, namelijk Lukas 21:24.

In Lukas 21:24 lezen we dat Israel in ballingschap zal worden weggevoerd en ‘dat Jeruzalem vertrapt zal worden door heidenen, tot de tijd van de heidenen voorbij is. Dan zullen er tekenen zijn aan de zon [...] de hemelse machten zullen wankelen, maar dan zullen ze op een wolk de Mensenzoon zien komen...’

Het gaat hier ontegenzeglijk om de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70, samen met de wegvoering van Joden uit hun land. Wanneer zal aan deze ellende een eind komen? Pas als de 'tijd van de heidenen' voorbij is.

Ik denk dat deze tekst en de context ons alleen vertellen dat de ellende voor Israel erg lang gaat duren, namelijk zolang de tijd van de heidenen duurt. Over de betekenis van die term ‘tijd van de heidenen’ zegt Lukas ons niets. Wel zegt hij dat de ellende voor de Joden pas ophoudt als de ‘tijd van de heidenen' voorbij is. Wanneer is dat? Dat lijkt te zijn op het moment van de wederkomst van Christus, volgens Lukas.

‘Tot de tijd van de heidenen voorbij is’. Is dat nou een belofte of een waarschuwing? Eerlijk gezegd, in de context lijkt me dat je moet vaststellen dat wat Jezus hier zegt geen belofte is, maar een aankondiging van straf. Deze uitleg kom ik trouwens ook tegen bij Greijdanus en Hendriksen, twee Nederlandse exegetische coryfeeën waar ik in verband met mijn veel te korte "commentaar" maar even naar greep.

'De tijd van de heidenen', is dat niet een specifieke term met een specifieke betekenis? Misschien, maar uit dit vers van Lukas leren we daar verder niets over. En wie zal ons verzekeren dat als Daniel de term een keer gebruikt, Jezus aan die ene tekst dacht toen hij deze uitspraak deed die Lukas citeert?

Dispensationalisten denken dat de term een heel specifieke betekenis heeft - maar wat precies lijken ze ook niet te weten. Aardig is het commentaar van de Vader aller Dispensationalisten, C.I. Scofield. Die zei hierover:
The Times of the Gentiles is that long period beginning with the Babylonian captivity of Judah, under Nebuchadnezzar, and to be brought to an end by the destruction of Gentile worldpower by the "stone cut out without hands" (Dan 2:34, 35, 44), i.e. the coming of the Lord in glory (Rev 19:11, 21), until which time Jerusalem is politically subject to Gentile rule (Luke 21:24) (C. I. Scofield, Reference Bible, p. 1345).

Scofield concludeerde dus dat aan de heidense bezetting van Jeruzalem pas een eind zou komen met de wederkomst. Dat schreef hij natuurlijk lang voor Israel Jeruzalem (1948) en de tempelberg (1967) in handen kreeg. Dus zijn de dispensationalisten na 1948 en 1967 hun visies gaan aanpassen. Nu wordt vaak gezegd dat de 'tijden der heidenen' in 1948 of 1967 afgelopen waren. Opvallend overigens dat iets wat voor dispensationalisten zo enorm belangrijk is - terugkeer van Israel, herstel van Jeruzalem - door Scofield zo totaal anders werd begrepen. Is het dan allemaal toch niet zo duidelijk als ze zelf denken?

Huidige dispensationalisten trekken dus, in tegenstelling tot Scofield, in Lukas 21:24 het einde van de tijden der heidenen en de wederkomst van Christus ver uit elkaar. Terwijl nauwkeurig lezen van Lukas 21:24 toch wel de indruk lijkt te wekken dat die heidense tijden pas voorbij zijn bij de wederkomst. Geef ik Scofield hier toch gelijk. Dat dit moment nog eens moest komen...

dinsdag 26 oktober 2010

Simon Wiesenthal Center doet wat kinderachtig

Het Simon Wiesenthal Center heeft Paus Benedictus XVI opgeroepen om onmiddellijk de uitspraken die een Grieks-Katholieke aartsbisschop van de week deed, van de hand te wijzen. Die aartsbisschop zei:
Wij christenen kunnen niet spreken over een beloofde land voor het Joodse volk. Er is niet langer een uitverkoren volk. Alle mannen en vrouwen uit alle landen zijn het uitverkoren volk geworden. Het concept van een beloofde land kan niet worden gebruikt als basis voor de rechtvaardiging van de terugkeer van Joden naar Israel en de verplaatsing (displacement) van Palestijnen. […] De rechtvaardiging van Israel’s bezetting van het land van Palestina kan niet op de heilige schriften worden gebaseerd.

De Joodse reactie was snel. ‘Deze politieke stunt, gehuld in theologisch gewaad, is niet alleen een belediging voor elke Jood, maar het staat ook haaks op de uitspraken en daden van Paus Johannes Paul II en paus Benedictus XVI, die allebei Israel bezochten en solidariteit met het volk uitspraken’, aldus enkele medewerkers van het Simon Wiesenthal Center.

‘Hoop op vrede in het Midden Oosten komt alleen als beide zijden de rechten van de ander erkennen’, aldus het Simon Wiesenthal Center. Volgens hen ‘schaadt de uitspraak van de aartsbisschop de interreligieuze relaties en versterkt het antisemieten en terroristen.’

Even voor de duidelijkheid, ik vind de uitspraak van die aartsbisschop theologisch onjuist. Ik hang de vervangingstheologie die hij hier tot uitdrukking brengt, niet aan. Ik ben het wel hartgrondig met hem eens dat de bijbel niet kan worden gebruikt om het bezetten van land te rechtvaardigen.

Maar die reactie van het Wiesenthal Center, hoe vreemd. Israel mag ruim de bijbel gebruiken om zijn recht op land te onderstrepen, en miljoenen Israeli’s mogen met de hand op de bijbel beweren dat het land van hun is, maar een aartsbisschop mag niet zeggen dat hij het daar niet mee eens is?

En nog interessanter, wat die aartsbischop zei was een politieke stunt in theologisch gewaad? Wat zijn dan de claims van heel veel Joden dat de bijbel ze het recht geeft het land, inclusief Westbank en Oost Jeruzalem, te koloniseren? Dat is toch precies dezelfde ‘politieke taal in theologisch gewaad’? Als die Joden dat mogen (en dat mogen ze van mij, al ben ik het glad met ze oneens), waarom mag een aartsbisschop dan niet precies hetzelfde doen?

Heel irritant is de gewoonte die je elke keer weer ziet. Nee niet elke keer, ik moet niet generaliseren, want dan doe ik hetzelfde als het Wiesenthal Center en dat is niet terecht. Vaak. De gewoonte om als iets wordt gezegd dat Israel niet bevalt, direct de Grote Woorden tevoorschijn te halen:

‘een belediging voor elke Jood’
‘versterkt antisemieten en terroristen’

Dat is net zo ergerlijk als dat christenen elke keer als Joden iets doen, zouden schreeuwen dat alle christenen nu beledigd zijn. En met dat verbale geweld hopen ze ongetwijfeld dat de Paus weer een paar woordjes spreekt om Israel een schouderklopje te geven.

Bovendien, er zijn Joden genoeg die het met de aartsbisschop eens zijn, en die van mening zijn dat je de politiek van Israel niet met de hand op de bijbel kan verdedigen. Atheitische Joden, liberale Joden, orthodoxe Joden. In alle soorten en maten. Die zijn niet allemaal beledigd door de uitspraken van de aartsbisschop. Net zo min als elke christen beledigd wordt als Joden anti-christelijke uitspraken doen. Wees een beetje flink zeg.

Israel: 'Gij zult mij niet meer zien totdat gij zegt...' (Mt 23)

Op verzoek van Gert, een ras-dispensationalist, moet ik mijn wijze oordeel geven over een aantal bijbelteksten die hem in zijn standpunten sterken dat God aan Israel belooft dat het aan het eind van de tijd (weer) in het eigen land zal wonen, dat alle Joden dan tot geloof in Jezus komen, en meer van zulke gedachten.

Ik neem de handschoen op ☺ en begin met Mat 23:37-24:2. Ik geef het hier maar even voor een ieglijk die de bijbel niet uit zijn of haar hoofd kent.:
Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens verzamelt onder haar vleugels, maar jullie hebben het niet gewild. Jullie stad wordt eenzaam aan haar lot overgelaten. Ik verzeker jullie: vanaf nu zullen jullie mij niet meer zien, tot de tijd dat je zult zeggen: “Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!”’ Nadat Jezus de tempel had verlaten, wendden zijn leerlingen zich onderweg tot hem en vestigden zijn aandacht op de tempelgebouwen. Hij zei tegen hen: ‘Hebben jullie dat alles goed gezien? Ik verzeker jullie: geen enkele steen zal op de andere blijven, alles zal worden afgebroken!’

Cruciaal voor Gert c.s. zijn de woorden van Jezus: ‘vanaf nu zullen jullie mij niet meer zien, tot de tijd dat je zult zeggen: “Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!’. Wat zegt Jezus daar?

Ten eerste kondigt hij het oordeel over Jeruzalem aan. Ik neem aan dat we Jeruzalem als pars-pro-toto mogen zien voor Israel in die tijd van Jezus. De stad, het land en het volk worden ‘eenzaam aan haar lot overgelaten’. Dat wil zeggen, God zal niet langer over haar waken. God? Misschien moet je hier wel heel concreet denken aan Jezus die niet over haar zal waken, want hij is het die voor het volk wilde zorgen en die ook weggaat. Zijn weggaan zorgt voor Jeruzalem's eenzaamheid.

Jeruzalem wordt aan haar lot overgelaten. Het zal worden verwoest, voorspelt Jezus. Dat is het oordeel van God. Jeruzalem is eenzaam, want God heeft niets meer met haar te maken omdat de stad Jezus niet wilde.

Wat betekenen de woorden: ‘vanaf nu zullen jullie je me niet meer zien, tot de tijd dat je zult zeggen: ‘Gezegend hij die komt in de naam van de Heer’?

1. Jezus laat zich aan de Joden niet meer zien; hij gaat weg.
2. Wanneer zullen ze hem wel weer zien? Als ze ‘Hosanna, gezegend hij die komt in de naam van de Heer’ roepen.

Nu wordt het ingewikkelder. Wat betekenen die woorden ‘tot de tijd dat je zult zeggen’?

3. Die woorden zouden een voorwaarde kunnen zijn: Jeruzalem en Israel zijn van God verlaten tot ze Jezus aanvaarden als hun Messias. Als ze dat niet doen, zullen ze hem niet meer zijn. Zoiets als wanneer ik tegen iemand zeg: ‘jij ziet me niet meer, tot je je excuus maakt’.
4. Of het is een voorspelling? Dan zegt Jezus: “Er komt zeker een tijd dat je zult zeggen: ‘gezegend hij die komt in de naam des heren’, en dan zal ik er weer zijn. Dan zien jullie me weer.”
5. Eerlijk gezegd, ik kan op grond van deze tekst niet goed een keus maken tussen beide opties, maar neig naar de eerste om redenen van buiten deze tekst zelf.

Wat wil het zeggen dat de Joden roepen: ‘gezegend hij die komt in de naam des Heren?’

6. Ik denk dat deze uitroep van Israel niet hoeft te slaan op een bekering van Israel. Twee hoofdstukken eerder riepen de Joden die Jezus Jeruzalem zagen binnenkomen op zijn ezel precies dezelfde woorden (21:9) en dat duidde beslist niet op hun bekering. Dezelfde mensen riep kort daarna om zijn kruisiging.
7. Toch denk ik wel dat Jezus hier doelt op hun welgemeende welkomstwoord en dus op een ommekeer van het hart; maar zoals ik hierboven zeg, ik zie daar geen dwingende reden toe. Maar omdat ik neig naar het lezen van de woorden ‘tot de tijd dat je zult zeggen’ als voorwaardelijk en niet als ‘profetisch’, denk ik dat Jezus hier inderdaad spreekt van oprecht geloof in hem als Heer en Heiland.

Een reden om voor deze manier van lezen te kiezen is ook, omdat Jezus in het gedeelte pal hiervoor (zie Mat 23:36) expliciet sprak tot zijn eigen generatie. ‘Op deze generatie zal dit alles [dit oordeel] neerkomen’, en dat oordeel is dan dat die generatie Jezus niet meer zal zien tot ze hem werkelijk welkom heten als vertegenwoordiger van God. Wat het gevolg is van dat niet doen, voorzegt Jezus in Mat 24. De stad Jeruzalem zal verlaten worden; dit betekent: God staat toe dat de stad met de grond gelijk gemaakt.

Ik denk dat Jezus in dit tekstgedeelte dus geen eschatologische beloften doet over een (vermeende) toekomst van Israel of het Jodendom. Wat hij zegt is dat God Israel aan zijn lot overlaat, en dat dit de verwoesting van stad en land betekent. Maar dat Jezus er is voor die generatie, als ze in hem geloven. Hij doet een oproep aan de mensen: aanvaard me, dan zal je me weer zien.

En de duizenden, tienduizenden Joden die tot geloof kwamen in en om Jeruzalem na de Pinksterdag, die ‘zagen’ Jezus toch ook? Omdat ze hem omarmden in geloof en in hem de gezegende van God erkenden, en hem gehoorzaamden, was hij met hen tot aan het einde van de wereld.

Is dat niet letterlijk genoeg? Maar wie zegt dat we deze woorden van Jezus 'letterlijk' moeten nemen? ‘Ik verzeker jullie, vanaf nu zullen jullie mij niet meer zien...’ zei Jezus. Welaan, in de dagen daarna zagen ze hem wel degelijk. Nog dagenlang was hij in en om Jeruzalem. En na zijn opstanding waren er honderden die hem zagen. Deze woorden van Jezus als ‘letterlijke profetie’ zien, klopt m.i. zelfs niet met de onmiddellijke context. Misschien had Jezus het wel over een ander soort 'zien'?

Een laatste gedachte: als je meent dat Jezus hier woorden spreekt die over eschatologie gaan, zit je er meteen ook mee dat de godverlatenheid van Israel en het Jodendom waarover Jezus spreekt, dus de hele wereldgeschiedenis lang duren. Dat is onzinnig want de eerste kerk bestond bijna geheel uit Joden. In de context van bovenstaande verzen gaat het over een oordeel over de concrete generatie die Jezus aansprak. Bovendien balanceer je ijzig angstig op de afgrond van antisemitisme als je beweert dat Jezus in deze tekst zegt dat tot zijn wederkomst, Israel onder de straf van God ligt. Door 'deze generatie' te laten slaan op Israel vanaf het jaar 30 tot nu, ontsnap je daar niet aan.

maandag 25 oktober 2010

Israel: Vaticaan doet aan 'Arabische propaganda'

Israël is reuze boos op het Vaticaan vanwege een uitspraak na afloop van de synode over de positie van de christenen in het Midden-Oosten. Aan het slot van de synode riepen de Katholieke bisschoppen die in het Midden Oosten werken Israël op om zijn bezetting van Palestijns gebied te beëindigen.

Nu is het niet vreemd voor landen, politieke partijen, organisaties, om zich uit te spreken tegen de Israelische bezetting van de Westbank en Oost Jeruzalem. Waarom mag de kerk dat niet doen? Eigenaardig is de boze manier van reageren van de Israëlische onderminister van buitenlandse zaken Danny Ayalon. Volgens hem is de bisschoppenbijeenkomst 'gekaapt door een anti-Israëlische meerderheid'. 'Deze belangrijke synode is een forum geworden voor politieke aanvallen op Israël in de beste traditie van Arabische propaganda.'

Ayalon, waarom zo ruig? Gaat het hier nou echt om ’Arabische propaganda’? De bisschoppen zeiden toch ook dat ze oog hebben voor de onveiligheid van de Israelische bevolking, en de problemen van terreur en antisemitisme? Alsof de bisschoppen in het Vaticaan iets anders eisen dan de Verenigde Naties al sinds 1967 doet in resolutie 242.

Ook de Nederlandse regering van CDA en VVD beoogt een twee-staten-oplossing – zie het regeerakkoord. Dat betekent niets anders dan een eind aan de bezetting van Palestijnse gebieden door Israel. Is de Nederlandse regering dus ook bezig met ‘Arabische propaganda’?

Waarom doet Ayalon dus zo getergd? Mag de kerk alleen politieke uitspraken doen als die Israel bevallen? Ayalon viel vooral over uitspraken van de Melkitische aartsbisschop Cyrille Salim, die tijdens de persconferentie voor de presentatie van het geschreven communique, mondeling verklaarde dat volgens hem de bijbel geen rechtvaardiging is voor de Joodse vestiging in het land. Daarmee ging hij veel verder dan het communique, en dat hoorde dus ook niet bij de boodschap van het Vaticaan.

Maar wat zei die Cyrille nu verkeerd? Is het onacceptabel wat hij zei? Sinds wanneer moeten kerken, of politici, van mening zijn dat de bijbel een noodzakelijke basis is voor de rechtvaardiging van de staat Israel? Hij deed een theologische uitspraak die met de exegese van de bijbel te maken heeft.

Mag je van Ayalon dan ook niet zeggen - ik noem maar een voorbeeld - dat God na het Oude Testament een beter testament gaf met de Messias, Jezus? Als dat wel 'geoorloofd' is, waarom is het dan een probleem om te zeggen dat de bijbel geen rechtvaardiging biedt aan het bestaansrecht van de staat Israel? Dat is toch ook niets anders dan een theologische en hermeneutische kwestie?

'Aldus zal gans Israel behouden worden'

Toen ik een week geleden in Alexandrie lesgaf, sprak ik met een van de administrateurs van de Alexandria School of Theology. Vraag me niet waarom, maar hij wilde met me praten over de woorden van Paulus in Romeinen 11: '...aldus zal gans Israel behouden worden.' Hij meende dat de woorden van Paulus een belofte inhouden dat aan het einde van de tijd, alle Joden zich in geloof tot Jezus Christus zullen wenden. Hij zei er wel nadrukkelijk bij dat dit niks met de Staat Israel te maken heeft.

Nu heb ik in mijn lang vervlogen dispensationalistische dagen van 'ervaren bijbelleraren' gehoord dat God aan het einde een derde deel van alle Joden zal laten vernietigen, in de Grote Verdrukking. Die natuurlijk niet voor de kerk zou zijn, maar voor het Jodendom. Vraag me even niet waarom eigenlijk. Dat is toch niet relevant?

De Heilige Geest is niet langer op aarde als de Grote Verdrukking begint - de 'weerhouder is weggenomen', en dus moet de kerk dan ook wel weg zijn want die bestaat niet zonder de Heilige Geest. God is weg van de aarde, zeg maar, en dan wordt het op het ondermaanse pas echt hommeles, en de Joden zijn dan echt de pineut. Alle oordelen die in het Oude Testament over dat volk zijn uitgesproken, worden dan vervuld.

Het zou je duizelen van de cijfers. 'Allen' worden behouden. Dat is prachtig. Maar tegelijk, een derde deel wordt gedood. Dat is weer niet zo prettig. En dan zijn er nog die 144.000 Joden die Jezus Christus volgen en die de hele wereld beevangeliseren. Als die 144.000 'gans Israel' vormen, dan zijn er op het eind niet veel Joden over. Zou dat zijn omdat een derde van alle Joden is gedood en de rest is opgenomen voor de Grote Verdrukking?

Arme 144.000. Ze moeten de wereld beevangeliseren, en de wereld is vrij groot. Maar een neteliger probleempje is natuurlijk dat de Heilige Geest niet meer voorhanden is. Die was immers met de hele kerk al opgenomen in de hemel? Zucht. Je moet wel slim zijn om er wat van te snappen.

Ik ben heel benieuwd hoe Joden zelf tegen dit soort eschatologisch gepriegel (ik wilde een ander woord gebruiken maar dat is niet netjes) aankijken. Ik vrees dat die juichend door de sjoel dansen en zich maar liever aan Mozes houden. Aan die volgelingen van Jezus is geen touw vast te knopen. Maar om het toch wat makkelijker te maken, hier een handige overzichtskaart zodat we weten 'wat de toekomst brengen moge'.

zondag 24 oktober 2010

De weg kwijt, niet naar een kerk, en preekje nodig?

Ach, als je niet naar een kerk gaat vandaag en je bent toch heilsbegerig omdat je de weg helemaal kwijt bent :-) dan kan je altijd lezen waar ik vandaag over preek.

Vergeeft u mij please dat het Engels is. Maar troost u, het zijn maar drie paginas. Een preek die 17 minuten zal duren.

Plezier!

PS Om te voorkomen dat de duizenden lezers die deze preek downloaden hem allemaal printen en dus halve oerwouden verknallen, mijn advies: niet printen.

Koptisch-Katholieke Kerk krijgt eigen Kardinaal in Rome

Paus Benedictus XVI heeft 24 nieuwe kardinalen benoemd; onder hen is de Koptisch-Katholieke Patriarch Antonios Naguib van Alexandrië. Dit is, voor zover ik weet, de eerste Egyptenaar die in Rome kardinaal wordt.

De Koptisch-Katholieke Kerk is het deel van de Koptisch-Orthodoxe Kerk dat zich van hun kerk heeft afwend om zich onder Rome te plaatsen. Die historie begint in 1439, bij het concilie van Ferrara-Florence. Yuhanná, de abt van het Antoniusklooster bij de Rode Zee, bezocht dit concilie dat gericht was op de hereniging van het Christendom. Vanwege de enorme pressie van de Turken was de Grieks-Orthodoxe Kerk wanhopig op zoek naar Westerse steun, en dus was de tijd rijp voor een kerkelijke hereniging. Rome eiste dat de overige kerken het primaat van de Paus zouden erkennen. De Grieks-Orthodoxe Kerk ging bijna akkoord. Ook de Koptisch-Orthodoxe Kerk stond open voor betere banden met Rome.

Namens de Koptisch-Orthodoxe kerk tekende Yuhanná’s het Decretum pro Jacobitis. Daarin werd geregeld hoe Rome en de Jakobieten (term voor de Koptisch-Orthodoxe, Syrische-Orthodoxe en Armeens Kerken) zich zouden verenigen. De taal die werd gebruikt was vaag genoeg voor Yuhanná om te tekenen; er werd echter nooit meer iets mee gedaan.

In 1586 kwam een zware Roomse delegatie naar Egypte voor een ontmoeting met Patriarch Yuhanná XIV van de Koptisch-Orthodoxe Kerk. Die riep een synode bijeen en hij overtuigde genoeg bisschoppen om een voorgestelde onderwerping aan Rome te aanvaarden. Maar Yuhanná XIV stierf voordat de handtekeningen werden gezet en de beweging verloor haar momentum. Er werden geen verdere stappen naar eenheid gezet.

Rome gaf niet op… In 1602 werd een 'Koptisch College' gevormd in Rome, om de Kopten te bestuderen en om geinteresseerde Kopten tot goede Katholieken te maken. In 1630 ging een Kapucijner monnik uit Parijs naar Cairo waar hij een klein Rooms-Katholiek centrum begon. In 1675 kwamen de eerste Franciscanen naar Assiut, en in datzelfde jaar vestigden zich ook Jezuïeten in Cairo. Deze missies waren niet erg succesvol.

De eerste echte ‘overwinning’ voor Rome was dat de Koptische bisschop Athanasius van Jeruzalem een Katholiek werd in 1741. Paus Benedictus XIV stelde hem aan als de eerste Apostolisch Vicaris (?) van de kleine gemeenschap van Koptisch-Katholieken. Dat waren er toen niet meer dan 2,000. Ze verschilden van Rooms-Katholieken omdat ze niet de Latijnse rite aannamen maar hun Koptisch-Orthodoxe liturgie grosso modo konden behouden. Ze worden Uniaten genoemd, ‘verenigden’. Dat zijn kerken die zich bij Rome hebben aangesloten maar die hun eigenheid hebben kunnen behouden. (Sinds kort kennen de Anglicanen ook een mogelijkheid om zich met Rome te verenigen zonder de Roomse liturgie geheel over te nemen.)

Athanasius keerde uiteindelijk terug naar de Koptisch-Orthodoxe Kerk. De pogingen van Rome om een hereniging te voltrekken verliepen dus niet bepaald gemakkelijk. In deze zelfde periode bekeerde een geleerde Kopt, Rufâ’îl al-Tûkhî, zich tot het Katholicisme en vluchtte naar Rome uit vrees voor de Koptisch-Orthodoxen. In Rome gaf hij Koptisch-Arabisch euchologion (een boek met liturgieën) en ander Koptische gebedsboeken uit, die hij meer bruikbaar maakte voor de Katholieken.

Na de Franse invasie in Egypte (1798-1801) kreeg de kerk van Rome meer betekenis in Egypte. Een Franse consul verzocht de Turkse khedive Muhammad ‘Alî dat hij de Koptische paus moest vragen om zich aan de paus in Rome te onderwerpen. Muhammad ‘Alî vroeg zijn Koptische secretaris, Mu‘allim Ghâlî, om dit te regelen. Ghâlî gaf zelf het voorbeeld en werd een Koptisch-Katholiek.

In de tweede helft van de 19de eeuw nam het zendingswerk van de Roomse ordes in Egypte grotere vormen aan. Veel scholen en ziekenhuizen werden geopend. Die scholen waren zeer aantrekkelijk voor de Kopten. De Roomse missionarissen waren erg kritisch op de Koptisch-Orthodoxe Kerk, vooral vanwege het gebrekkige niveau van theologische en Bijbelse kennis, zelfs onder de geestelijkheid. Veel priesters en bisschoppen waren geheel onopgeleid.

Overigens bleven er altijd wat spanningen tussen de Koptisch-Katholieken enerzijds en Rome en de Latijnse katholieken aan de andere kant. De uniaten voelden zich tweederangs burgers binnen het Katholicisme.

In 1899 stelde paus Leo XIII een patriarch aan voor de Koptisch-Katholieke Kerk, namelijk bisschop Kyrollos Makarios. Dat betekende een enorme erkenning voor de Koptisch-Katholieken. Die Kyrollos I ging direct alle Kopten via encyclieken uitnodigen om zich aan de paus te onderwerpen en zich bij zijn kerk te voegen. Viel niet lekker bij de meeste Kopten natuurlijk.

De Koptisch-Katholieke Kerk heeft de meeste Koptisch-Orthodoxe liturgische gewoontes behouden, maar op beslissende momenten, zoals bij de voorbede voor de kerkleider, wordt niet langer voor de Koptisch-Orthodoxe Paus maar voor die in Rome gebeden. Volgens de Koptisch-Orthodoxe kerkhistoricus Aziz Atiya konden de mensen nauwelijks onderscheiden wat het verschil was tussen beide kerken en Atiya meent dat dit als een samenzwering werd gezien door de Koptisch-Orthodoxe Kerk. Duizenden Orthodoxen werden Katholiek onder Kirollos I.

In 1908 leed de Koptisch-Katholieke Kerk een pijnlijke nederlaag toen zijn Patriarch Kyrollos II aftrad en lid werd van de Grieks-Orthodoxe Kerk. Pas in 1947 werd een nieuw patriarch, Morqos Khuzâm, aangesteld.

Momenteel is Antonius Naguib de patriarch; die wordt nu dus ook kardinaal. Dat is een schitterende erkenning voor de Koptisch-Katholieken, en een logisch uitvloeisel van Vaticanum II waar werd vastgelegd dat de Katholieke Kerk niet Latijns hoeft te zijn. De Kopten binnen het katholicisme zijn dus erkend als volwaardige medeburgers, met behoud van hun eigen liturgie. De Koptisch-Katholieke Kerk telt momenteel naar eigen zeggen ongeveer 166.000 leden.

Naast de Koptische-Katholieke Kerk telt Egypte ook enkele duizenden Rooms-Katholieken. Dat zijn Egyptenaren die ooit de hele Latijnse rite hebben overgenomen. Dat is een tamelijk noodlijdende gemeenschap, omdat deze – veel meer dan de Koptisch-Katholieken – als buitenlandse kerk wordt gezien.

zaterdag 23 oktober 2010

St Cyrillus' preek over verzoeking in de woestijn

Vanavond geef ik aan 15 lui les over de Egyptische kerkvader St Cyrillus, hier in Egypte bekend als Anba Kirollos (376-444). Hij was de meest uitgesproken kerkvader op het Oecumenische Concilie van Efese (431). In die tijd was Alexandrië de belangrijkste stad van het Romeinse Rijk.

Met de studenten lees ik een preek van Cyrillus over de verzoeking van Jezus in de woestijn; de kerkvader preekte hierover naar aanleiding van Lukas 4. Deze preek is in het bezit van het British Museum in London. In 1842 kreeg dat museum de hele prekenserie van Cyrillus over Lukas in bezit, in totaal 156 preken.

Cyrillus was vooral een groot bestrijder van Nestorius, de Oostromeinse theoloog die meende dat Maria een gewoon mens baarde, en dat de Goddelijke Geest in hem kwam wonen als in een tempel. Cyrillus speelde de voornaamste rol in de kerkelijke afkeuring van die leer van Nestorius. In de preek over de verzoeking van Jezus in de woestijn komt dit thema behoorlijk aan bod.

Cyrillus onderstreepte dat Jezus de manifestatie was van ‘het eniggeboren Woord van God, van hem die gelijk is aan God in heerlijkheid, die deelt in zijn troon, die straalt in volmaakte gelijkheid aan hem...’ Deze Zoon van God ‘nam de vorm van een slaaf, en werd gelijk aan een mens...’ Jezus is dus zowel 100% God als 100% mens.

Maar dan de verzoeking in de woestijn. Bij zijn doop ontving Jezus de Heilige Geest, en hij werd door die Geest naar de woestijn geleid. Voor Cyrillus is het van groot belang om te onderstrepen dat ‘hij de eerste was die de Geest ontving, hoewel hijzelf de gever van de Geest’ was. Waarom ontving hij dan toch de Geest? ‘opdat deze waardigheid en de genade van de gemeenschap met de Heilige Geest ons zou bereiken via hem’. Dat Jezus de Geest ontving was dus niet omdat hij dat zelf nodig zou hebben, maar had met de heilseconomie te maken.

Jezus werd in de woestijn 'geleid'. Cyrillus heeft moeite met dat werkwoord ‘geleid’ en wil het ook niet in zijn prima facie betekenis accepteren. Hij legt uit dat het woord ‘geleid’ niet hoeft te betekenen dat een ander Jezus zou leiden. Hij besloot zelf om te gaan.

Waarom ging Jezus eigenlijk naar de woestijn? ‘Op wat voor manier zou het hem goed zijn om te kiezen in de woestijn te leven?’ Niets natuurlijk, zegt Cyrillus, want ‘er is geen enkel goed ding waar hij behoefte aan had’. Christus had volgens de kerkvaders geen behoefte aan vasten. Nu moeten we even bedenken dat voor de kerkvader vasten in de eerste plaats bedoeld was ‘als een heel nuttige gewoonte om de zonden af te doen sterven’. Daaraan had Jezus natuurlijk geen behoefte. Waarom vastte Jezus dus wel?
Hij plaatst als voorbeeld zijn daden voor ons, en hij stelt een model vast voor het betere en meer bewonderenswaardige soort leven dat onder ons wordt beoefend, ik bedoel dat van de heilige monniken. [...] Hij werd eerst gedoopt en gevuld met de Heilige Geest, en hij trok zich in de woestijn terug, en [vastte], om op die manier een patroon aan ons voor te houden.

Er staat in het verhaal van Lukas ook dat Jezus na 40 dagen honger kreeg
Maar hij is het zelf die de hongerigen voedsel geeft, en hij is zelf het brood dat uit de hemel neerdaalde, en hij geeft leven aan de wereld, als degene door wie alle dingen bestaan. Maar omdat het, aan de andere kant, nodig was dat hij die onze armoede niet heeft geweigerd zich ook niet zou terugtrekken uit welke menselijke toestand dan ook, stemde hij er mee in dat zijn vlees de natuurlijke bevoorrading nodig zou hebben. Vandaar de woorden: "hij kreeg konger". Het was niet nadat hij voldoende gevast had, en hij door zijn goddelijke kracht had gezorgd dat zijn vlees niet verzwakte – hoewel hij geen vlees en drinken nuttigde – dat hij ternauwernood aan het einde toestond dat hij de natuurlijke gevoelens had.

Waarom deed Jezus dat? Zodat hij ‘zou worden erkend als God en mens in dezelfde persoon, zowel superieur aan ons in zijn goddelijke natuur, en in zijn menselijke natuur als onze gelijke.

Cyrillus heeft de duivel er vervolgens van langs omdat die suggereert dat Jezus de hulp van de engelen van God nodig zijn hebben. De Psalm die de duivel citeert gaat helemaal niet over de Christus; alsof de Heer engelen nodig zou hebben. Dezelfde Psalm zegt ook dat de Allerhoogste zijn toevlucht is. Alsof Jezus het nodig had om dat te doen. Hij was zelf de Allerhoogste. Cyrillus reageert hiermee op een manier van exegese van Arianen of Nestorianen, die daarmee aantonen dat Jezus op aarde niet God zelf was. Maar ‘de Zoon is in alle dingen gelijk aan de Vader’, zegt Cyrillus. ‘De redder is zelf de allerhoogste, de toevlucht voor allen.’

In de context van de strijd met Arius’ en Nestorius’ volgelingen kan ik me voorstellen waarom Cyrillus de goddelijkheid van Jezus wilde onderstrepen. Maar hoewel hij herhaaldelijk zegt dat Jezus echt mens werd als wij, lijkt me toch dat hij de menselijkheid van Jezus niet serieus genoeg neemt. Door Jezus voor te stellen als iemand die niet werd verzocht spreekt hij de apostelen tegen. Een mens die geen verzoekingen kent en die niet de hulp van God nodig heeft lijkt me toch beslist geen echt mens. Vandaar dat de Kopten, en vooral de theologische nakomelingen van Cyrillus die nog wat verder gingen, het verwijt kregen dat ze de menselijkheid van Jezus wel erg lieten ondersneeuwen door zijn goddelijkheid. Ze zouden monofysieten zijn, mensen die in de ene natuur van Christus geloven. Iets wat de Kopten hartgrondig ontkennen.

vrijdag 22 oktober 2010

Hosni Mubarak (82) toch weer kandidaat in 2011 in Egypte

De Egyptische gerontokraat, Hosni Mubarak, is kandidaat voor het presidentschap bij de verkiezingen van 2011. Die geluiden komen steeds duidelijker uit de Nationale Democratische Partij (NDP), de dictatoriaal heersende 'partij' die het bestuur van Egypte in handen heeft. Mubarak is al 30 jaar aan de macht ‘namens’ die partij en vooral namens het immer machtige leger. De 82-jarige Mubarak gaat dus voor een nieuwe periode van zeven (!) jaar.

Wat heeft Mubarak bereikt in zijn 30 jaar? Weinig Egyptenaren zullen hun antwoord klaar hebben. Bij Gamal Abd el-Nasser (1953-1970) denk je aan de revolutie en de Assoean Dam. Anwar el-Sadat (1970-1981) herinnert mensen aan de herovering van de Sinai op Israel en de vrede met Israel. En Mubarak (1981-heden)? Voor de upper class zijn het vooral de swingende jaren waarin economisch liberalisme en corruptie ze steeds maar rijker maakten.

Veel van die lui uit de toplaag, Mubarak incluis, hebben lang geloofd dat de meeste Egyptenaren tevreden zijn, maar dat is naar het lijkt niet langer het geval. Worden ze wakker en zien ze hoe geïsoleerd ze zijn? De werkelijkheid is dat de grote massa Egyptenaren smalend de neus ophaalt voor de regerende clique. De minachting is enorm. Net zoals de top van het land vol minachting op het volk neerkijkt.

Dat laatste blijkt uit het feit dat Hosni Mubarak opnieuw kandidaat zal staan, als hij het tot 2011 haalt natuurlijk. Het volk ziet smachtend uit naar verandering, maar dat is nou net waar de overheid zo bang voor is. Elke kleine verandering kan de vonk in het kruitvat zijn. Het klaarmaken van Gamal Mubarak, de zoon van de president, om diens vader’s taak over te nemen, lijkt niet langer de keus van de politieke elite. Zijn ze geschrokken van het brede verzet tegen de familie Mubarak? Van de toenemende kracht van de oppositie? Dat de oude Mubarak opnieuw de kar moet trekken zegt wel iets over de afbrokkelende almacht van het regime. Elke verandering wordt gevreesd.

De meest succesvolle bijbelcolporteur krijgt lintje

Op het wereldcongres van het Internationaal Bijbelgenootschap werd vorig jaar de man voorgesteld die al 5 jaar lang de beste colporteur van Bijbels is. Toen hij op het podium kwam kreeg hij een enorm applaus, en hem werd gevraagd uit te leggen hoe hij toch zo enorm veel Bijbels aan de man weet te brengen bij zijn huis-aan-huis verkoop. Hij vertelde:
a-a-a-a-a-als i-i-i-i-i-k ie-ie-iemand aan de d-d-d-d-d-d-deur k-k-kkrijg v-v-v-raag ik alt-t-t-t-t-tijd: z-z-z-z-z-z-zal i-i-i-i-i-k d-d-d-de b-b-b-b-b-b-b-ijbel v-v-v-v-v-v-oorlezen o-o-o-of w-w-w-w-w-wilt u hem k-k-k-k-k-k-k-o-p-p-p-pen?

(Omdat het vandaag wereldstotterdag is)

donderdag 21 oktober 2010

Bijbelverbranding: beter heet dan lauw

Koning Jehoiakim van Judah was zo ontevreden over het werk van de profeet Jeremia, dat hij diens complete boekrol in stukken sneed en verbrandde. (Jeremia 36) Maar is die extremist Jehoiakim in wezen niet 'bijbelgetrouwer' dan degenen die de bijbel wel beluisteren maar er niks mee doen en de schouders ophalen? Vrijdag en zondag preek ik hierover. HIER te vinden.

Diner voor vier met Omar Sharif

Een van de Anglikaanse kerken in Cairo houdt morgen een charity-auction. Voor het goede doel wordt van alles en nog wat geveild. Schilderijen, een rit op een Harley, flessen wijn.

En ook een diner voor vier personen met Omar Sharif, die ouwe romantische rakker. Je moet wel je eigen ticket naar Egypte betalen, maar stel je voor, met drie van je vrienden naar Egypte vliegen om twee uur met Omar Sharif te dineren en hem alles over al zijn films en zijn leven te vragen... Bijvoorbeeld waarom een christen - zijn echte naam is Michael Dimitri Shalhoub - een moslim naam aanneemt?

Omar had hoofdrollen in films als Doctor Zhivago, Funny Girl en Lawrence of Arabia. Hij won drie Golden Globe Awards. Leuke apotheose van een vakantie lijkt me, eten met die man.

Datum van diner: nader te bepalen. Datum van veiling: 22 oktober. Vandaag en morgenochtend kan je dus nog bieden. :-) Ik zal laten weten voor hoeveel dit dinertje wordt verkocht. O ja, en hier iets meer over de goede doelen.

woensdag 20 oktober 2010

Vandaag uitgeverij Anglikanen in Cairo onder loupe

Vandaag ben ik met twee jongedames van de 'partnership afdeling' (nette term voor fondswerving) van ons bisdom in Cairo op gezoek gegaan bij de christelijke boekhandel en de uitgeverij die het bisdom rijk is.

Of ik de zaak maar goed wil doornemen om met advies voor de toekomst te komen. Die christelijke boekhandel is net als veel boekhandels in Nederland (behalve dat de Arabische taal overweegt): naast boeken worden allerlei christelijke snuisterijen verkocht. Maar tot mijn verbazing zag ik zelfs 8 stofzuigers in hun doos in een hoek staan. Ook leuk om winstcijfers op te krikken. De boekhandel kon trouwens wel een schoonmaakbeurt gebruiken. Ik kocht ook nog een stuk of zes boeken van Johannes Chrysostomos en Augustinus. Hoe gaan we de uitgeverij en boekhandel opleuken? Wordt vervolgd.

dinsdag 19 oktober 2010

Soedan stevent op nieuwe oorlog af

Soedan lijkt weer recht op een burgeroorlog af te stevenen. Vandaag zei de Soedanese minister van defensie, Abdel Rahim Mohamed Hussein, dat het referendum van 9 januari 2011 moet worden uitgesteld. In dat referendum mag het zuiden zich uitspreken over afscheiding van Soedan. Daarnaast moet de zuidelijke provincie Abyei, waar alle olie van Soedan zit, zich uitspreken of het bij het noorden of het zuiden wil gaan horen.

Probleem is dat de grenzen van het zuiden en van de provincie Abyei niet nauwkeurig zijn vastgesteld. En voor het noord nog ernstiger, het is er niet zeker van dat Abyei zich bij het noorden wil aansluiten. Khartoem wil de olie niet verliezen.

Het zuiden heeft aangekondigd door te gaan met het referendum op 9 januari, hoe dan ook. Dus dreigt een nieuwe oorlog in minder dan 3 maanden.

Bankroet Crystal Cathedral / Hour of Power

De Crystal Cathedral van Rev Robert Schuller heeft uitstel van betaling gevraagd en lijkt bankroet. Naar de kerk zelf heeft bekend gemaakt zijn de inkomsten vorig jaar van 30 miljoen naar 22 miljoen gedaald. Dit hangt samen met een niet nader genoemd ledenverlies door een strijd over het leiderschap van de kerk. Pa Robert sr. stelde zijn zoon Robert jr. in 2006 als zijn opvolger aan maar dat liep helemaal mis. Stel je voor, Robert jr. besloot de kerk wat te verwijderen van de prosperity-theologie van vader Robert, en begon te preken over zonde en verlossing (ja je moet maar durven in een kerk!) maar dat mocht niet van Robert sr. Dus mocht zoonlief de kansel niet meer op enwerd de dochter aangesteld als nieuwe sr. pastor. (is dat een pistress? of een pastorette?) En nee, ze heet geen Roberta.

Naar wordt gezegd zou de kerk een schuld in de sfeer van meer dan 43 miljoen dollar hebben. Er wordt ook gesproken van 55 miljoen. Daarvan is 36 miljoen een hypotheek, en er staan honderden schuldeisers op de ruiten van de kerk te tikken. Er zou een betalingsachterstand zijn van 7.5 miljoen dollar aan allerlei leveranciers. En dat met een omzet van 22 miljoen. Een fors bedrag, maar inderdaad, wel precies het bedrag dat vorige jaar minder binnenkwam. Overigens, ik twijfel er niet aan of Robert Schuller deze schuldeisers vandaag uit eigen zak zou kunnen betalen zonder een centje pijn. Hij had geen PKN-salaris, en zijn boekverkoop en TVrechten zullen een lieve duit in de la van de Schullers hebben gebracht. Maar Schuller peinst daar vast niet over, want dat geld heeft God aan hem gegeven, toch?

Dus kunnen de schuldeisers wachten. Hoeveel van hun gaan faiiliet? En wil de kerk overleven, dan moet keihard worden bezuinigd. Maar voor mensen die gewend zijn aan de glamour, zal dat wel zwaar vallen. Dus zal het nog meer leden kosten. Want de neergang van de Crystal Cathedral staat natuurlijk wel haaks op de eigen 'theologie' van Gods lievigheid die ons altijd te hulp komt.

Je mag hopen dat de ogen van mensen opengaan. Het gebrabbel dat daar op het podium plaatsvindt, en dat door de evangelische multimilionair JvdB in de Nederlandse ether wordt rondgestrooid ('Help ons nu. Koop dit boek. Maak uw gift nu over... Zonder u kunnen we dit niet...') staat mijlenver van het bijbelse Evangelie. Wat dat betreft was de Crystal Cathedral al jaren bankroet.

maandag 18 oktober 2010

De prettige prietpraat van Jong en Vrij

Ik heb van de week de fundamentencursus van Jong en Vrij doorgenomen, en werd er niet blij van. Een welvaartsevangelie in optima forma, met een onwaarachtige visie op het begrip genade dat de bijbel geweld aandoet. Maar lekker is het wel, als je de bijbel vooral niet echt aan het woord laat! Waarom gebruiken ze de naam Jong en Vrij? In de dagen van Nico van Biljouw zou deze dwaling nooit zijn voorgekomen.

Geef mensen vooral geen voorschriften, maak het ze vooral prettig, en beloof ze gouden bergen, dat lijkt het 'evangelie' van Jong en Vrij. Typerend vind ik de uitleg van de gelijkenis van Jezus over het bouwen op de rots. Nadat Jezus zijn bergrede uitsprak, zei hij:
Lukas 6:47-48 Ieder die naar Mij komt luisteren en doet wat Ik zeg, lijkt op een man die een huis bouwt en eerst diep graaft om de fundering op de rots te kunnen leggen. Als bij een overstroming golven tegen zijn huis beuken, blijft het staan, want het is degelijk gebouwd.

Wat is het echt onhoudbare commentaar van Jong en Vrij daarbij?
(Doet = opbouwen, uitvoeren)
(Let op: 'Wie doet wat ik zeg' slaat niet op onze daden, maar waarmee we bouwen)

Het gaat niet om het gehoorzamen van de woorden van Jezus dus, maar om 'waarmee we bouwen'. Dat is in Jong en Vrij taal ongetwijfeld: geloven op de manier die Jong en Vrij suggereert. Precies het omgekeerde van wat Jezus zegt. Voor het gemak wordt het voorgaande vers niet geciteerd, waar Jezus, na zijn vele instructies voor een goede levensstijl, zegt: het gaat om mijn woorden doen en niet om (gelovig) Heer, Heer zeggen. Jong en Vrij vindt het doen van de woorden van Jezus blijkbaar niet zo van belang. Zijn waarschuwing voor het gevolg van niet doen wat hij zegt, past niet in de prettige levensstijl van Jong en Vrij.

Dat zou ook wel vrij onprettig zijn, want dat is moeilijk, en dan zou je wel eens het gevoel kunnen hebben dat je faalt? En dat gevoel moeten we vooral niet hebben. We moeten ons geloofsoog alleen richten op hoe God ons ziet, en Hij kijkt alleen naar ons als wedergeboren mensen. Lees maar mee:
Waar bestaat dat fundament uit en waar had Jezus het concept van een goed leven op basis van een sterk fundament vandaan?

Zijn lijden was groter dan ieder lijden, zodat Hij ons nu ook kan dragen in ieder lijden wat wij in dit leven, ter wille van de verspreiding van het goede nieuws, nog zouden moeten ondergaan.

Onderdeel van onze redding is dus de overwinning die Jezus voor ons op de duivel heeft behaald. Het goede nieuws (Evangelie) betekent dus meer dan de oplossing van ons probleem t.o.v. God. Doordat Jezus ons Zijn positie gaf, zijn we ook bevrijd van de werkingen van de duivel, in de bijbel wordt dit ook wel ‘de vloek’ genoemd.

Er vindt een –onzichtbare, maar vaak wel merkbare- geboorte in ons hart plaats, je geest wordt compleet nieuw. En die nieuwe schepping, geboren uit God, díe persoon ben je nu.

Niet langer onze daden, maar ‘de weg van Gods daden’, volledig door Hem mogelijk gemaakt. Wat betekent dat? We hebben [in een eerdere cursus] gezien, dat we op basis van ons kindschap ook erfgenamen van God zijn. Doordat we nu de juiste rechtspersoon zijn en rechtspositie hebben, zijn we nu al de onverdiende maar bevoorrechte bezitters, Gods begunstigden. Daardoor is er nu zegen beschikbaar waar wij dat nodig
hebben (relaties, werk, financien, opleiding, etc.).

Kijk eens aan. In zoverre er nog lijden voor een christen is, is dat alleen in het kader van de geloofsverkondiging. Een christen die het geloof niet verkondigt, kan een beter leven hebben. Daarmee is dus meteen een streep gehaald door elke bijbelse gedachte over vervolgd worden. Dat geldt niet voor ‘gewone gelovigen’, alleen voor de verkondigers van het evangelie.

Hadden de kerken dit voor de komst van Jong en Vrij dan allemaal niet goed door. Nee, inderdaad. Gelukkig maar dat we vandaag de dag beter weten dan de vorige generaties christenen. Beter ook dan vervolgde christenen in China, of Saoedie Arabie, of Myanmar.
In het verleden is de bijbel vaak zonder hulp van Gods Geest uitgelegd en/of toegepast door mensen die zich gelovig noem(d)en of door onwetende gelovigen. Dat heeft ertoe geleid dat veel mensen zijn afgeknapt op de bijbel en/of geloof in God. Daar is de duivel op uit. De duivel maakte in gesprek met Jezus‘gebruik’ (dus misbruik!) van Gods woord en Jezus gaf hem tegenovergesteld antwoord vanuit datzelfde woord, maar dan op de juiste manier toegepast.

Erg belangrijk dus om het onderwijs wat gegeven wordt, te toetsen op juiste uitleg en toepassing. De meest gemaakte fout in Nederland is, dat er geen verschil wordt gemaakt tussen de twee hoofdverbonden, wet en genade. Jezus is gekomen om genade te brengen, onverdiende vrijspraak en redding en in die tijd leven wij nu.

Met de komst van het genadeverbond is het verouderde wetsverbond volledig afgeschaft. Het is cruciaal dat leraars, predikers en schrijvers het nieuwe verbond dienen.

Juist onderwijs drijft vrees uit voor God, leven op aarde, toekomst en dood. Ook correctie en opvoeding door het woord (niet altijd leuk) werkt geen angst maar gezegend leven uit.
De drie hoofdkenmerken van Nieuw Testamentisch onderwijs zijn:
• Volledige -verzekering van- verwijdering van alle zonden (Romeinen 5:9, 1 Johannes 3:5)
• Bij welk ‘falen’ dan ook geen veroordeling of angst (Romeinen 8:1, 1 Johannes 4:17)
• Onverdiende gunst en overvloed (Romeinen 5:17, Johannes 10:10)

We zijn namelijk geschapen om onvoorwaardelijk geliefd te worden en geaccepteerd te zijn. Pas dan functioneren we goed. In Christus hebben we die liefde en acceptatie ontvangen, voor verleden-heden-toekomst, zonder dat we daar iets voor hoeven en zelfs kunnen doen.

God heeft ons onvoorwaardelijk lief. God vraagt dus niets van je en geeft je naast vergeving bovendien liefde, aandacht, acceptatie, hulp, gunst en beloning. We mogen dit meer en meer in alle gebieden van ons leven gaan ervaren, door de vernieuwing van ons denken. Niet langer zijn we een product van ons verleden, maar van onze nieuwe identiteit en Gods zorg. En waar we opvoeding nodig hebben, corrigeert God ons zonder afwijzing!

Lees ik dat goed? God vraagt dus niets van je? Ik word wat onpasselijk van dit soort prietpraat. Wat een postmodern evangelie voor mensen die beslist alleen maar prettige dingen willen horen. Mijn Nieuwe Testament staat vol met zaken die niet zo prettig zijn, maar die negeren we toch gewoon? Dat lijkt de Jong en Vrij truc. Verkondig alleen wat fijn is, wat mensen graag horen. In deze cursus van Jong en Vrij kom ik 10 lessen lang tegen hoe prettig God mijn leven wil maken. Zijn ze daar vergeten dat het eerste doel in het leven de eer van God is? En dat ik niet op de eerste plaats sta?

Dat God de gelovige ook alle financiele rijkdom en gezondheid garandeert, is natuurlijk logisch in dit milieu. Hebben mensen dan niet door dat ze lege beloften krijgen die los staan van de bijbel en los van de werkelijkheid? Ik snap best dat Juppen dit leuk vinden - van God mag je lekker rijk zijn en hij helpt je erbij. Mazzel jongens dat je niet in Afrika geboren bent!

Ik citeer nog eens uit deze cursus van Jong en Vrij. Bij de ‘Redenen voor God om rijke voorziening te geven’ wordt dit genoemd:
God heeft er plezier in als het ons goed gaat Toen Jezus net begon te preken, vertelde Hij al dat God niet wil dat wij in zorgen leven over onze voorziening:
Matteüs 6:31 Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?” of: “Wat zullen we drinken?” of: “Waarmee zullen we ons kleden?” 32 – dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. 33 Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.

Mijn vraag: Wat heeft dit met rijke voorziening te maken? God zorgt dat je genoeg hebt voor morgen. Een boterham, kleding. Dit heeft niets met rijkdom te maken.
We mogen er medegelovigen en Gods overige werk mee dienen
2 Korintiërs 9:8 God heeft de macht u te overstelpen met al zijn gaven, zodat u altijd en in alle opzichten voldoende voor uzelf hebt en ook nog ruimschoots kunt bijdragen aan allerlei goed werk.

‘Voldoende’ is dus het criterium. Paulus definieert dat elders met: ‘onderhoud en onderdak moet u genoeg zijn.’ Wat heeft dat met het welvaartsevangelie te maken? Ah! Maar dat zei Paulus aan Timotheus, een verkondiger van het Evangelie. Voor hen geldt het welvaartsevangelie niet. We zagen al eerder dat alleen verkondigers van het evangelie hoeven te lijden. Dan zullen de voorgangers van die Jong en Vrij gemeenten het wel beroerd hebben he?

Dit soort leiders verkopen hun volgelingen leugens. Nico van Biljouw zou zich in zijn graf omdraaien.

zondag 17 oktober 2010

'Die bijbel? Nee dank je, geen behoefte.'

Op 25 januari 1996 gaf Meredith een bijbel cadeau aan Paul. Een stevig geval. Kleur: Burgundy, en gebonden in Bonded Leather. Mooi! Het ging om de NIV en het was een ‘Men’s Devotional Bible’.

Aan wie geef je zo’n mooie bijbel cadeau? Meredith waardeerde Paul enorm, en dat was denk ik wederzijds. Voorin de bijbel schreef Meredith:
To someone who has taught me a lot about life and love. May you find great hapiness in all that you do. You will always be in my prayers and heart. Meredith.

Ze verwees daaronder ook nog naar 1 Korintiërs 13 – dat mooie Paulinische lofdicht op de liefde.

Die mensen moeten wel een innige band hebben gehad! Mooi om te zien. Ook in de opdracht van deze mooie bijbel schreef Meredith, en ik vertaal het nu maar even:
Dit is het mooiste geschenk dat ik je kan geven. Het is een deel van mij dat ik je nooit heb laten zien.

Geen wonder dat Paul er weinig belangstelling voor had, en ik de bijbel voor een paar dollar bij HalfPrice Books in Atlanta kon kopen.

Conclusie: De waarde van een bijbel neemt aanzienlijk af als die niet wordt geleefd door zijn eigenaar. Het Woord moet ook in de christen vlees worden.

zaterdag 16 oktober 2010

Mijn huis weer eens verbouwd voor opnames

Mijn vorige tv-productiebedrijf moest zo nodig mijn huiskamer verbouwen voor opnames. Heerlijk jongens. En ik moet intussen lessen voorbereiden die ik vanavond moet geven. En mijn vrouw, die nu even weg is maar over halfuurtje thuiskomt, weet nog niet dat er opnames zijn - zal ze leuk vinden...

vrijdag 15 oktober 2010

De mystieke visie van Gregorius van Nyssa op het kennen van God

Gregorius (331-395) was bisschop van Nyssa, niet ver van Caesarea, het huidige Turkse Kayseri. Hij heeft grote invloed op de Oosterse en Westerse kerk gekregen door zijn mystieke visie op de Drie-eenheid en op het kennen van God. Hij gebruikt de levensbeschrijving van Mozes om het kennen van God te bespreken. Ik probeer dat samen te vatten, kort en vast erg onbeholpen.

Het eerste stadium van Godskennis is die welke door de ontmoeting van Mozes met God bij de Brandende Braamstruik wordt verbeeld. Door zijn zintuigen ziet en voelt Mozes dat God er is. Deze ervaring van licht en warmte is echt, maar beperkt. Het gaat over wie God is, maar niet in diens Wezen, maar verhuld in diens verschijning – in Jezus Christus.

Dan ontmoet Mozes God als hij de Sinai opgaat, te midden van bliksem en lichtflitsen. Maar Mozes gaat door dat licht en komt uiteindelijk in het duister. Dat laat zien dat echte Godskennis verder gaat dan het ‘sensuele’. En in die duisternis beseft Mozes dat het verstand ons niet tot ware Godskennis brengt, omdat God ons verstand per definitie te boven gaat. In die duisternis ontvangt Mozes wel de geboden van God, die verwijzingen zijn naar Gods deugden.

Dan zit Mozes in een grot, en hij smeekt God om hem te mogen zien. Na een vruchtbaar leven waarin hij al zoveel van God ervoer en 'zag', wil hij maar steeds meer, namelijk kennis van het Wezen van God. Hij ziet alleen de ‘achterkant’ van God; dat is symbolisch voor het feit dat we God niet in het gelaat kunnen zien. ‘Ware “visie op God” is: nooit tevreden te zijn in het verlangen om Hem te zien. Maar de mens moet altijd, door te kijken naar wat hij [wel] kan zien, het verlangen aanwakkeren om Hem te zien.’

Dat is waar de mysticus Gregorius uitkomt. God in diens wezen 'zien' of 'kennen' is onmogelijk, maar het is wel ons verlangen, en daarom contempleert de Christen over wie God werkelijk is. En die contemplatie doen we volgens Gregorius bij ons 'rots', Christus. Dat doen we door net als Mozes ‘achter’ God aan te gaan, dat is, door Hem die het Hoogste Goed is na te doen en als mens steeds beter te worden.

Ach jammer, mevrouw Van Oranje kan niet...

Het gebeurt natuurlijk niet vaak dat Mabel van Oranje in Cairo op bezoek komt. Wat een pech dat ze geen tijd heeft voor koffie, ze is te druk met The Elders. Betekent dit nu dat ik bij The Youngers hoor?

donderdag 14 oktober 2010

Kiezen voor kwetsbaarheid

Vandaag is in www.KeltischeGebeden.nl het onderstaande deel van het Ochtendgebed. ik heb het hier al eens eerder geplaatst, maar vind het waardevol genoeg om nog eens te herhalen.

We worden geroepen tot een bewuste en vrijwillige kwetsbaarheid.
De regel van de Northumbria Community

In een visioen zag ik een huis. Steeds als er een scheur in de muur kwam, of als het huis andere schade had, haastte ik me om het zo snel mogelijk te repareren; zoals de meesten van ons dat doen, zodat de binnenkant van het huis beschermd werd, en veilig was tegen het weer en de stormen.
En de Heer zei tegen mij: ‘Zo ziet het Christelijke leven er uit. Steeds als er scheuren komen in de muur die al jarenlang om je heen is gebouwd, door de wereld en door jezelf, dan haast je je naar buiten en dicht de scheuren zodat niemand kan zien wat er binnenin je zit. Maar ik wil dat de wereld kan zien wat er binnen in je zit. Ik wil binnenkomen in je leven, door de scheuren heen en ik ben ook niet van plan om ze te dichten. Dus als je scheuren ziet ontstaan in je leven, haast je niet naar buiten om ze te vullen.
Laat mij binnenkomen.’
David Matches

woensdag 13 oktober 2010

Niet de opstanding verkondigen omdat het ongeloofwaardig is?

Gisteren aanvaardde Dr Wouter Slob het ambt van bijzonder hoogleraar protestantse kerk, theologie en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen. In zijn oratie, zo lees ik in het Nederlands Dagblad, zei hij interessante dingen. Een beetje een 19de eeuws nestgeur, maar toch aardig om weer eens te zien dat het nog bestaat. Op de foto ziet Slob er trouwens uit als een bijzonder vriendelijke man.

‘Twijfel aan theologische waarheden, zoals de goddelijkheid van Christus en de opstanding, is ontstaan doordat deze gegevens met de historische maatstaf zijn beoordeeld’ aldus Slob. ‘Zo heeft de bijbel dat niet bedoeld.’ Dat de bijbel het niet heeft bedoeld dat we geloven dat Jezus echt fyiek uit de dood opstond lijkt me een hachelijk idee, want de jonge gemeente werd door de apostelen juist opgeroepen om het zelf te controleren door met de meer dan 500 ooggetuigen te praten. Niet historisch bedoeld? Lijkt me wel.

Door de bijbel als historisch verslag te lezen, maken we een fout, meent Slob, want als we dat doen constateren we dat de opstanding van Jezus ‘te onwaarschijnlijk, te ongeloofwaardig’ is. Dat moet daarom niet als historisch feit worden onderbouwd, zei Slob. Ah… omdat het te ongeloofwaardig is, moeten we het een mythe noemen, en omdat we dit niet hebben gedaan is er twijfel aan de theologische waarheid van de ware betekenis van de niet-waar-gebeurde opstanding van Jezus ontstaan.

Omdat het verhaal te ongeloofwaardig is, geloven mensen het niet, maar dat is omdat we niet vanaf het begin hebben verteld dat het niet gaat om een historisch geloofwaardig verhaal. Ik snap het geloof ik. Als we vertellen dat het niet is gebeurd, is de kans dat mensen een spirituele betekenis geven aan het niet-waar-gebeurde verhaal, groter. Ongeloof is niet de verantwoording van de ongelovige, maar van de prediking die suggereerde dat Jezus historisch gezien uit de dood opstond.

Misschien een domme gedachte van me, maar is het niet zo dat Paulus en zijn maten wel degelijk grote nadruk op de historiciteit van de gebeurtenis legden, en dat grote drommen mensen, juist ook in de omgeving waar dat plaatsvond (Jeruzalem), tot geloof kwamen?

Maar die sloebers, die kenden nog niet onze regels voor wat historisch wetenschappelijk verantwoord is. En die regels die wij daarvoor vandaag de dag hebben, sluiten juist ten principale het buitengewone - het wonder - uit als verklaring.

Omdat de historische wetenschap wonderen niet tot zijn begrippenapparaat rekent, is het dus logisch dat wij niet in wonderen geloven. En daar moet de kerk zich dus bij neerleggen om nog geloofwaardig te zijn? Nein danke. Ik houd niet zo van zo’n beperkt en gesloten wereldbeeld. Ik heb toevallig mij Masters in geschiedenis gehaald, en houd enorm van dat vak. Maar om nou te aanvaarden dat deze wetenschap die allerlei vooronderstellingen heeft zodat het 'wetenschap' mag heten, mijn levensvisie gaat dicteren? Nee. Dat kan en wil de geschiedwetenschap toch niet? Veel te pretentieus.

En de geschiedenis van de groei van de kerk – en van de kerken die vandaag de dag in Europa bestaan – onderstreept dat waar de opstanding van Christus wordt verkondigd, geloof wordt gewekt.

dinsdag 12 oktober 2010

Zware straffen door diefstal Van Gogh in Egypte

Een rechtbank in Egypte heeft 11 medewerkers van het Egyptische ministerie van cultuur tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens onzorgvuldigheid. Dit naar aanleiding van de diefstal van een schilderij van Vincent van Gogh uit een museum in Giza in augustus. Onder de veroordeelden is onderminister Mohsen Shaalan die voor de schone kunsten verantwoordelijk is

Het schiderij ‘Vaas en Bloemen’ werd op 21 augustus uit de lijst gesneden in het Mohamed Mahmoud Khalil Museum. Het schilderij is zo’n 50 miljoen dollar waard. De meeste bewakingscameras bleken niet te werken, en boze tongen in Egypte zeggen dat het om een inside job zou gaan; dat is niet bewezen.

Maar drie jaar? Voor elf mensen? In een land waar onzorgvuldigheid diep in de cultuur lijkt te zitten? Je zou denken dat de overheid de indruk wil wekken dat het hard optreedt, maar waarschijnlijk wel ten koste van allerlei lui die echt niks kan worden verweten.

Het Vaticaan en de markt voor schoenen in Afrika

Twee schoenverkopers werden door schoenenreus Scapino naar Afrika gestuurd om te onderzoeken of daar een goede markt is voor de keten. Toen de verkopers terugkwamen bij hun hoofdkantoor zei de een: “Het is hopeloos. Niemand daar loopt op schoenen.” De ander zei: “Er is enorm potentieel. Wat een markt! Niemand loopt daar op schoenen.” Ik moest daaraan denken toen ik het bericht zag dat de Roomse Kerk aan een her-evangelisatie van Europa wil beginnen.

Vandaag begint het Vaticaan aan zijn tegenoffensief tegen secularisatie en ontkerkelijking in de Westerse wereld. Een nieuwe Pontificale Raad voor de Promotie van Nieuwe Evangelisatie is vandaag op een persconferentie in Rome ‘onthuld’.

Aartsbisschop Rino Fisichella (foto) is de voorzitter van de Raad. Hij presenteerde een brief van Paus Benedictus XVI die het initiatief voor deze hernieuwde evangelisatie van de Westerse wereld nam. De Raad zal met plaatselijke bisschoppen werken om zendingsinitiatieven te nemen, en daarbij zal van de media gebruikt gemaakt worden om de Catechismus van de Kerk te onderwijzen. Het christelijk geloof moet weer verkondigd.

Wat zal dit voor Nederland betekenen? Gaan de bisschoppen met deze Raad samenwerken om het Katholieke geloof via allerlei media veel meer onder de vaderlandse aandacht te brengen? Kan aartsbisschop Fisichella snel in Nederland beginnen svp? Voordeel in Nederland is natuurlijk dat de Kerk zo diep lijkt te zijn gezonken – met nog maar 650 priesters – dat er veel terrein te winnen is. Laten we optimist zijn in Nederland. Bijna niemand loopt op schoenen.

Israëls schaamteloze eis aan de Palestijnen

Israëls premier, Binyamin Natanyahu, eist van de Palestijnen dat ze Israëls bestaansrecht als Joodse staat erkennen; alleen dat kan leiden tot een (voorlopige) bouwstop in de nederzettingen. Ziedend zou je toch worden als je Palestijn bent? Geen wonder dat ze het van de hand hebben gewezen en geen enkele waarde hechten aan Israëls praatjes dat het vrede wil. In 1993 heeft de PLO Israël officieel erkend in een briefwisseling in verband met de Oslo-akkoorden. Er is dus helemaal geen twijfel aan dat de officiële leiders van de Palestijnen Israëls bestaansrecht erkennen.

Maar nu heeft Israël zondag een wet aangenomen die zegt dat nieuwe burgers van Israël, die staat moeten erkennen als Joodse staat. Een land met een bepaalde religie dus. Daarmee zijn alle 150.000 christenen en nog veel meer moslims in dat land dus juridisch tweederangs burgers. Ook veel Joden hebben fel tegen deze wet gedemonstreerd - omdat ze het een ernstige vorm van racisme vinden.

Egypte, waar ik woon, zegt in zijn grondwet dat het een Islamitische staat is. Daardoor zijn alle christenen, Joden, en atheïsten hier automatische tweederangs burgers. Israël heeft nu dus een even discriminerende bepaling aangenomen.

Dat was zondag. En hups, maandag moet de Palestijnse Autoriteit die verder niks met de interne aangelegenheden van Israël te maken heeft, instemmen met dat Joodse karakter van de staat Israël. En dus ook met het idee dat de Palestijnen in Israël tweederangs burgers zijn.

Wanneer gaat Israël van Nederland eisen dat het instemt met het Joodse karakter van de staat? En mag de Verenigde Staten nu alleen nog militaire hulp aan Israël geven als het eerst instemt met het Joodse karakter van Israël? Gaat Israel dan instemmen met het islamitische karakter van de Palestijnse staat?

Zoals we gewend zijn, de regering van Israël wil een stok in de spaken van besprekingen voor vrede gooien. Het stelt belachelijke voorwaarden. Ja, niet eens voor vredesbesprekingen, maar alleen om een bouwstop van de nederzettingen gedaan te krijgen. Alsof die bouw van de nederzettingen niet gewoon illegaal is. Schandelijk. En het eigenaardige, de Palestijnen zullen weer de zwarte piet toegeschoven krijgen. Want wat denkt de gemiddelde Hollander? Die denkt: Zie je wel, de Palestijnen willen Israël niet erkennen.

Laten we in Nederland voorstellen dat we in onze grondwet opnemen dat Nederland een christelijke natie is. Zien hoe dat valt bij onze minderheden. En dan gaan we van onze buurlanden eisen dat voor we weer serieus met ze omgaan, ze eerst moeten erkennen dat Nederland een christelijk land is.

maandag 11 oktober 2010

Fadi won een prijs met de grootste vis

Fadi Taher (midden op foto, achterste rij), business manager van het mediabedrijf In Cairo waar ik tot voor kort bij betrokken was, won dit weekend een prijs met een viswedstrijd in de Rode Zee. Die hengel moet een stevig touwtje hebben gehad... Hengelsportliefhebbers in Nederland - de Rode Zee is echt een bezoekje waard!