vrijdag 15 oktober 2010

De mystieke visie van Gregorius van Nyssa op het kennen van God

Gregorius (331-395) was bisschop van Nyssa, niet ver van Caesarea, het huidige Turkse Kayseri. Hij heeft grote invloed op de Oosterse en Westerse kerk gekregen door zijn mystieke visie op de Drie-eenheid en op het kennen van God. Hij gebruikt de levensbeschrijving van Mozes om het kennen van God te bespreken. Ik probeer dat samen te vatten, kort en vast erg onbeholpen.

Het eerste stadium van Godskennis is die welke door de ontmoeting van Mozes met God bij de Brandende Braamstruik wordt verbeeld. Door zijn zintuigen ziet en voelt Mozes dat God er is. Deze ervaring van licht en warmte is echt, maar beperkt. Het gaat over wie God is, maar niet in diens Wezen, maar verhuld in diens verschijning – in Jezus Christus.

Dan ontmoet Mozes God als hij de Sinai opgaat, te midden van bliksem en lichtflitsen. Maar Mozes gaat door dat licht en komt uiteindelijk in het duister. Dat laat zien dat echte Godskennis verder gaat dan het ‘sensuele’. En in die duisternis beseft Mozes dat het verstand ons niet tot ware Godskennis brengt, omdat God ons verstand per definitie te boven gaat. In die duisternis ontvangt Mozes wel de geboden van God, die verwijzingen zijn naar Gods deugden.

Dan zit Mozes in een grot, en hij smeekt God om hem te mogen zien. Na een vruchtbaar leven waarin hij al zoveel van God ervoer en 'zag', wil hij maar steeds meer, namelijk kennis van het Wezen van God. Hij ziet alleen de ‘achterkant’ van God; dat is symbolisch voor het feit dat we God niet in het gelaat kunnen zien. ‘Ware “visie op God” is: nooit tevreden te zijn in het verlangen om Hem te zien. Maar de mens moet altijd, door te kijken naar wat hij [wel] kan zien, het verlangen aanwakkeren om Hem te zien.’

Dat is waar de mysticus Gregorius uitkomt. God in diens wezen 'zien' of 'kennen' is onmogelijk, maar het is wel ons verlangen, en daarom contempleert de Christen over wie God werkelijk is. En die contemplatie doen we volgens Gregorius bij ons 'rots', Christus. Dat doen we door net als Mozes ‘achter’ God aan te gaan, dat is, door Hem die het Hoogste Goed is na te doen en als mens steeds beter te worden.

Geen opmerkingen: