maandag 20 december 2010

Met kerst veranderde er iets in God

Mijn voorgaande bijdragen hier over kerst, n.a.v. Johannes 1:1-14, zijn hier te vinden.

1 - Op weg naar kerst - de 'Logos' in de kribbe
2 - Het Woord was God en het Woord was bij God
3 - Gaat het met het kerst om de maaltijd of het recept?
4- God woont niet op de berg Olympus

Johannes zag de shekina (Hebr), de doxa (Gr) van God in Jezus Christus. Hoe zag hij dat? Terwijl de Olympische goden onkenbaar zijn, heeft God zich kenbaar gemaakt door mens te worden als wij. Jezus maakte de onkenbare God bekend.
Niemand heeft ooit God gezien, maar die zoon, die in de schoot van de Vader is, die heeft Hem ons verklaard. (Joh 1:18)

In zijn wonderen, zijn levensstijl, zijn woorden, zijn persoonlijkheid, zijn opstanding uit de doden, liet Hij ons zien wie God werkelijk is. En dat kon Hij doen, omdat Hij uit de wereld van God komt. Hij is het Woord, en dat is bij God, en dat is God.

Maar het is niet alleen in zijn kracht en schoonheid dat we Gods glorie zien. Het is ook, en misschien wel juist, in dat hij een baby werd, in zijn mens-zijn, in zijn dood. Daar zien we God Zelf.

De kerkvader Johannes Chrysostomos, bisschop van Constantinopel rond 400 na Chr, schreef in een van zijn preken over het Evangelie naar Johannes:
We bewonderen Hem niet alleen wegens zijn wonderen maar ook vanwege zijn lijden. Zelfs die zaken die schandelijk lijken te zijn, noemde Hij doxa (Gr), heerlijkheid.

We zien zijn heerlijkheid zelfs, en misschien wel speciaal, in zijn vleeswording die Hem rechtstreeks naar het kruis bracht. Hij is niet als de Olympische goden, of als de God van mijn buren in Egypte, veraf, onthecht van het leven, maar Hij werd een van ons, om ons terug te voeren naar het hart, naar de schoot van de Vader waar Hij zelf vandaan kwam.

De Zoon van God werd mens, zodat de mensenzonen kinderen van God konden worden - Hij daalde neer om ons op te heffen - Hij steeg af in de put om ons eruit te duwen.

Door zijn leven en sterven van heerlijkheid heeft Jezus Christus voor altijd ons leven veranderd. Maar let op… er veranderde ook iets in God. Ik citeer Chrysostomos nog een keer, in tamelijk theologische termen:
Het Woord werd vlees betekent dat de tweede persoon van de Drie-eenheid de menselijke natuur aandoet, zonder zijn goddelijke natuur op te geven... Het betekende niet dat de essentie van het Woord veranderde, maar hij nam daarbij vlees aan. Zijn essentie bleef onaangeroerd. En Hij woont nu voor eeuwig in deze tabernakel, want hij bekleedde zichzelf met ons vlees, niet om dat weer los te laten maar om dat altijd met zich te hebben.

Met kerst veranderde er iets in God, en met de hemelvaart van Christus werd dat permanent. Er is iets menselijks in God gekomen. Wordt vervolgd.

Geen opmerkingen: