zaterdag 26 februari 2011

Nieuwe Grondwet Egypte: kogel door de moskee

De Egyptische commissie voor de herziening van de grondwet, aangesteld door het leger, heeft na anderhalve week werk zijn voorstel op tafel gelegd. Het heeft gevraagd om een onmiddellijk publiek debat, om zo nodig nog aanpassingen te doen voordat het referendum binnen twee weken de inzet van een referendum wordt.

Eerst de treurnis voor velen: Artikel 2 is, zoals verwacht, niet aangepast. Islam blijft de religie van Egypte en de sjaria is de voornaamste bron voor de wetgeving. De kerken en secularisten hebben gevraagd dit artikel te schrappen. Ik heb hierover al eerder geschreven en doe dat nu even niet.

Artikel 5, dat zegt dat geen religieuze partijen zijn toegestaan, is ook niet aangeraakt. Dit tot verdriet van de Moslim Broederschap en anderen.

Erg interessant is dat deze voorgestelde grondwet heel tijdelijk is. Het verplicht het komende parlement om binnen een jaar een nieuwe grondwet te schrijven. Daarmee komt het leger en de commissie tegemoet aan de klacht van velen dat het onwijs is om binnen twee weken na de val van Moebarak een nieuwe grondwet te schrijven. De definitieve grondwet zal geheel herschreven worden en niet zoals de nu voorgesteld, een aanpassing op een paar (overigens zeer belangrijke) punten.

De artikelen die duidelijk zijn aangepast, hebben te maken met de rol van de president.
1. Die mag nog maar twee termijnen van vier jaar elk vervullen.
2. Hij moet binnen twee maanden een vicepresident aanstellen.
3. Verkiezingen worden duidelijk gecontroleerd door de rechterlijke macht.
4. De president moet uit twee Egyptische ouders zijn geboren en mag niet met een buitenlander trouwen.

Op drie manieren kan iemand worden genomineerd voor de predidentsrace:
1. 30 leden van het parlement en/of het hogerhuis moeten hem of haar nomineren
2. Hij of zij moet 30.000 handtekeningen krijgen uit 15 provincies
3. Hij of zij moet bij een partij horen die minstens een zetel in het parlement heeft.

Als in de toekomst een president de noodtoestand uitroept, heeft hij de steun van het parlement nodig. En als de president langer dan 6 maanden een noodtoestand wil handhaven dient een referendum te worden gehouden.

Niet langer kan het parlement zelf beoordelen of zijn leden geschikt zijn. Als tegen iemand een klacht wordt ingediend, is het aan het gerechtshoof om dat te beoordelen en dat hof heeft het laatste woord en kan parlementsleden afzetten.

Geen opmerkingen: