zondag 9 oktober 2011

Onopgeefbaar Verbonden 8. De Messiaanse verwachting

In dit gedeelte wordt wederom gesproken over de christelijke plicht Joden tot jaloersheid te wekken. En die taak hebben we zeker. Mag ik er trouwens op wijzen dat dit ‘opwekken tot jaloersheid’ niet specifiek te maken heeft met onze relatie tot het Jodendom maar tot alle mensen? En dat we ook niet moeten suggereren dat de term ‘tot jaloersheid wekken’ los staat van prediking, zending, evangelisatie?

Het is verbazend dat heel veel minaars van Sion net doen of er iets speciaals is met dat ‘jaloers maken’, en alsof het haaks zou staan op ‘ouderwetse’ zending onder Joden. Wie verzint zoiets. Kijk naar de aanpak van de apostelen en je ziet dat ze in hun prediking Joden en niet-Joden echt op dezelfde manier benaderden. Het gaat bij ‘tot jaloersheid wekken’ om het overtuigen van Joden dat Jezus de Messias is en de Zoon van God etc, niet anders dan hoe zending onder de volken door de apostelen werd verstaan.

Het taalgebruik in deze paragraaf is onthutsend. ‘Zeker speelt ook een verschil van inzicht betreffende de persoon en het werk van Jezus een rol’, is het commentaar op het gegeven dat door de eeuwen heen niet veel Joden tot geloof in Christus kwamen. Alsof het ergens anders om gaat dan om het inzicht in de persoon van Jezus. Ja, christenen kunnen vaak een struikelblok zijn geweest met hun onchristelijke gedrag. Maar dat neemt niet weg dat het echte grote struikelblok precies de visie op Jezus is.

Een even vreemde zin vind ik: ‘Verschil van inzicht over de weg naar het Rijk van God is er zeker tussen synagoge en kerk.’ Alsof het om een kleinigheidje gaat. Joden zien uit naar de komende Messias, Christenen geloven dat hij al is gekomen, dus veel maakt het niet uit, is de teneur van dit hoofdstukje.

Vervolgens wordt ook de kerkorde erbij gehaald. ‘Terecht staat in de kerkorde [van de PKN] dat de gemeente deelt in de aan Israel geschonken verwachting.’ De schrijvers van OV lijken die gedachte helemaal op een toekomstig Rijk van God te betrekken. Ik kan me niet goed voorstellen dat de opstellers van de kerkorde dat (alleen) bedoelden met hun uitspraak. De uitspraak in de kerkorde is waarschijnlijk bewust ambigue.

Alleen als christenen uit de Messiaanse verwachting leven, kan Israel jaloers worden, stelt OV tenslotte in dit korte chapiter. Ja, we moeten als gelovigen uitzien naar de wederkomst van onze Heer. Maar met deze uitspraak wordt de suggestie gewekt dat het Jodendom geheel uit die verwachting leeft en dat christenen zulke Joden alleen zullen jaloers maken als ze uit dezelfde verwachting leven. Wat voor eenzijdig beeld is dit van het Jodendom? Alsof de meeste Joden zich druk maken om zulke zaken. Ik vermoed dat de schrijvers van OV bij Jodendom eigenlijk vooral aan het orthodoxe Jodendom denken en niet aan de 95% van de Joden die daar weinig relatie mee hebben.

5 opmerkingen:

Paul Miller zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Paul Miller zei

Kortom, veel nietszeggende vrome prietpraat in OV. De Joden jaloers op ons christenen? Laat die zich nakijken. #geschiedenis Trouwens, was dat niet Paulus' persoonlijke missie?

gert zei

De hamvraag is uiteindelijk natuurlijk;
Zou Jezus de oprichting van een palestijnse staat steunen.

http://israeltoday.nl/headlines/9-nederlands/1763-zou-jezus-oprichting-van-een-palestijnse-staat-steunen

Johan / Jominee zei

@gert

Gezien Jeremia 18:1-12 heeft het stuk van Israel Today een idiote en uitermate kortzichtige conclusie - God is echt geen robot, hoor! Hij is de Levende God, die metterdaad reageert op de daden van ons mensen.

Ruud zei

Ik geloof niet zo in een god die beloftes realiseert over de ruggen van zijn Palestijnse kinderen. Jeremia 18:10 waarschuwt heel duidelijk dat God wel degelijk beloftes kan intrekken als de begunstigde partij denkt Zijn geboden te kunnen negeren, omdat God "toch er aan vastzit". Dat zit Hij zeker niet. En ja, die waarschuwing geldt ook voor ons. Dat betekent niet dat God niet trouw is of zo. Het feit dat zo'n waarschuwing nodig is, geeft alleen aan hoe zondig wij (al of niet Joodse) mensen zijn.