woensdag 1 mei 2013

Tijd en ruimte in de eredienst

Er zijn wel mensen die denken dat eredienst niet meer nodig is na Christus. Gaat het er niet om dat we God en alle mensen liefhebben? Is dat niet het offer dat we aan God brengen? inderdaad is dat een cruciale kwestie in ons eerbetuigen aan God, maar als we niet verder komen dan dat, ontbreekt ons iets. ik probeer kort een hoofdstuk uit het boek The Spirit of the Liturgy van Joseph Ratzinger samen te vatten. Ik geloof dat ik veel totaal niet snap. Maar als ik alleen lees en overweeg wat ik wel snap, word ik niks wijzer, dus ik doe mijn best.

We leven in een 'tussentijd'. In het Nieuwe Jeruzalem is geen tempel meer nodig, omdat God en het Lam daar zelf de tempel zijn. Maar die stad is nog niet neergedaald. We leven als kerk van het Nieuwe Testamen niet langer in een tijd van schaduwen, zoals de eredienst van het Oude Testament wordt genoemd. Maaar de tijd van de werkelijkheid, van Christus, breekt pas aan bij zijn wederkomst.

Christus is de werkelijkheid. Zijn dood en opstanding geven aan de liturgische eredienst het fundament. Dat zijn historische gebeurtenissen die eens en voor al plaatsvonden. De liturgie maakt die historische gebeurtenissen actueel voor ons. Dat is mogelijk omdat de uitwendige gebeurtenis van het gekruisigd worden vergezeld ging van de inwendige daad van zichzelf geven.

Die innerlijke daad is een daad van de Zoon van God. Het eeuwige 'ja' van de Zoon van God nam de gehoorzame daad van de mens Jezus in zich op. Die inwendige actie van de Zoon van God overstijgt de tijd. 'Dit is mijn lichaam, gegeven voor u' is niet maar een eenmalige daad van Jezus, maar is eeuwig deel van God. Deelname aan de eucharistie waarin we het offer van het lichaam van Christus vieren, maakt ons op dat moment deelgenoot van het offer dat Hij eenmaal bracht. We worden in de eredienst tijdgenoot, deelgenoot, van Jezus die zijn offer bracht. in de eucharistie worden we opgenomen en tijdgenoot gemaakt van het Offer van Christus, in hoe Hij overging van de tabernakel van de tijdelijkheid naar de aanwezigheid en het zien van God.

Als de essentie van het verleden niet slechts iets van vroeger is maar de kracht van wat in het heden gebeurt, dan is de toekomst ook aanwezig in wat plaatsvindt in de liturgie. De liturgie is in essentie een anticiperen op wat komen gaat,

De liturgie gaat niet over het offeren van dieren, over iets dat wezenlijk buiten mij staat. De liturgie is gebaseerd op het lijden van een man die met zijn 'ik' het mysterie van de levende God raakt, door de man die zijn Zoon is.

Jezus is de brug tussen ons en God. En de uitdaging nu is om te worden opgenomen in zijn er-zijn voor de mensheid, om ons te laten omhelzen door zijn geopende armen die ons tot hem trekken. Hij heiligt ons met de heiligheid die niemand ooit zou kunnen hebben. We worden opgenomen in het proces waarin de wereld naar de volheid beweegt van God die alles in allen wordt.

het gordijn van de tempel is gescheurd. De hemel is geopend door de eenheid van de mens Jezus, en dus van hele menselijke bestaan, met de levende God. Maar deze nieuwe openheid wordt alleen door de tekenen der verlossing bemiddeld. We hebben bemiddeling nodig. We hebben nog steeds bemiddelende symbolen nodig, omdat we door die symbolen de openheid van de hemel leren zien. We hebben ze nodig omdat ze ons in staat stellen het mysterie te zien van God in het doorboorde hart van de gekruisigde.

Christelijk liturgie gaat niet over plaatsvervanging, maar het is het komen van de verlosser die ons vertegenwoordigt. We nemen deel aan de hemelse liturgie maar deze deelname wordt gemedieerd door de aardse tekenen; de verlosser liet ons die zien als de plaats waar zijn werkelijkheid kan worden gevonden.

De liturgie is het middel waardoor aardse tijd in de tijd van Jezus Christus wordt gevoegd, en we treden daarom binnen in diens nu. De herder neemt de verloren schapen op zijjn schouders en draagt ze naar huis.

Geen opmerkingen: