vrijdag 7 juli 2017

Mythe #11: Arabieren zijn lui

Zijn Arabieren lui? Volgens de Libische leider Mu’ammar Kaddafi, hij onthulde het in 2006, zijn Arabieren ‘achterlijk, lui, en middeleeuws’. En wat recenter, in 2008, zei Majid al- Alawi dat Arabieren ‘lui, hebzuchtig en incompetent’ zijn. Hij was toen de minister van arbeidszaken in Bahrein, dus je zou zeggen dat hij het wel kan weten. Pas trouwens wel op, als je deze Arabieren op hun woord gelooft, haal je daarmee meteen mythe #10 onderuit, die zegt dat Arabieren onbetrouwbare leugenaars zijn. Je moet dus wel kiezen welke mythe je wilt geloven hè?

Zijn Arabieren luier dan andere mensen? Ik hoor het wel regelmatig. Overigens, ik hoor het ook van Afrikanen, van Italianen, van Grieken, Fransen, Mexicanen, en ga zo maar door. Er lijken volken te zijn die luier zijn dan wij. Op zich een mooi gevoel natuurlijk voor onszelf. Wie zich spiegelt aan anderen, doet dat graag zacht. Wij Hollanders zijn een nijver volk, en om dat te bewijzen is het natuurlijk wel handig dat er volken zijn die beduidend luier zijn dan wij. Zoals die luie Arabieren.

Het kan niet worden ontkend, waar je ook reist in de Arabische wereld, je komt ze overal tegen, de mannen die in de koffieshop zitten met hun waterpijp. Hebben die mannen niks beters te doen? De Arabische koffieshop, de qahwa, wordt door veel sloom ogende mannen bezocht. Let trouwens op, in de Arabische koffieshop wordt aan de waterpijp gezogen, en veel thee gedronken; met softdrugs hebben die locaties weinig van doen. Behalve in Jemen dan.

Jemenieten, het moet gezegd, zijn een uniek verschijnsel; elke rechtgeaarde man in dat land gaat na een lange werkdag van misschien wel vijf uur naar het café waar hij met zijn vrienden qat gaat zitten kauwen. Qat is licht verdovend, en geeft de heren een gevoel van gelukzaligheid, een vrij dom uiterlijk, een beroerd gebit, en een uitermate slome levensstijl.

Maar terug naar de gemiddelde Arabier, Volgens mij is die niet lui, maar hij heeft niks te doen. Dat is een belangwekkend verschil. Wie bijvoorbeeld in Egypte naar een kantoor van de overheid gaat, komt in aanraking met de spreekwoordelijke luie ambtenaar. De man of vrouw werkt gemiddeld 27 minuten per dag, de rest zit hij op zijn plek waar de zon nooit schijnt. Maar geef de ambtenaar eens een reden waarom hij harder zou werken? Ten eerste, zijn baan en bureau deelt hij met een paar andere ambtenaren. Ten tweede, er is bijna niets te doen. En ten derde, de salariëring is zo verschrikkelijk beroerd, dat ik ze groot gelijk geef dat ze liever op hun luie zitten.

Het probleem in de Arabische wereld zit niet zozeer in de luiheid, maar bovenal in het totale gebrek aan positieve prikkels. Er is geen enkele reden om hard te werken, omdat je nauwelijks wat kan verdienen. Of je hebt het omgekeerde: In sommige landen hebben ze zoveel oliegeld, dat je voor elk klusje een niet-Arabische buitenlander kan inschakelen die akelig werk wil doen, terwijl je als Arabier rustig op afstand toezicht houdt. Ben je dan lui? Misschien gewoon slim. En draai de mythe van de luiheid eens op zijn kop. Laten we eens zien, zijn er ook Arabieren die heel hard werken? En jawel, ze bestaan, echt waar, en niet eens zo weinig ook.

Bij bedrijven waar Arabische medewerkers een behoorlijk salaris krijgen zijn ze doorgaans gemoti- veerd. Ze werken dan hard! Weet u wie ook hard werken in de Arabische wereld? De mannen en vrouwen die door hun eigen inzet meer geld verdienen, zoals mensen met een eigen bedrijf. Zulke mensen werken vaak van ’s morgens vroeg tot laat in de avond, en dat zeven dagen per week. Als mensen beter worden van hard werken, dan doen ze dat graag. Ik zou de mythe dus liever wat aanpassen. Er zijn inderdaad veel mensen die hun bestaan in een permanente sluimer doorbrengen, maar ik denk dat dit een gevolg is van hun treurige onmogelijkheid om hun eigen leven te verbeteren.

Volgens mij is de religieuze gelatenheid die je onder Arabieren aantreft vooral het gevolg van hun economische omstandigheden. Als je toch arm ben en je kunt daar niet veel aan doen, dan lijkt het me heel plezierig om bij jezelf te denken: God wil het zo... Dat voelt beter dan te denken: ik ben te dom, ik ben te onbekwaam om een goedbetaalde baan te hebben.